De keizer en de astroloog
Kees ‘t Hart
Uitgeverij: Querido
Sterren: * * *
In het nawoord van De keizer en de astroloog onthult Kees ’t Hart wat de lezer misschien al vermoedde, namelijk dat deze nieuwe roman onder meer geïnspireerd is op de “nog steeds interessante studie Astrologie en Wetenschap van Simon Vestdijk”.
Ik sloeg die nog steeds interessante studie uit 1949 weer eens op en constateerde dat Vestdijk (1898-1971) daarmee toch wel een heel raar boek heeft geschreven. Vestdijk zegt de ambitie te hebben de astrologie objectief te onderzoeken en eventueel te weerleggen, maar toch krijg je voortdurend de indruk dat hij er eigenlijk wel een beetje in gelooft.
Met een halfwas empirisch onderzoekje neemt hij de astrologie wel heel erg serieus. Zelf schrijft Vestdijk dit over de vraag of hij in astrologie gelooft: “Het is niet makkelijk deze vraag te beantwoorden: men weet zelf niet altijd wat men ‘gelooft’. Gezien de resultaten van het onderzoek, kan niemand rederlijkerwijs verwachten, dat ik aan de invloed van de plaats van de Zon niet een zekere beteekenis zou toekennen; waarbij ik er echter nogmaals op wijs, dat overtuigende resultaten op dit eene punt nog geen astrologische invloed in eigenlijke zin behoeven in te houden”.
Een paar decennia na Vestdijk zou de inmiddels 94-jarige Martin Gardner onder meer in Fads and Fallacies in the Name of Science aantonen dat de onzinnigheid van astrologie gelegen is een aantal absurde aannames die per definitie niet getoetst kunnen worden. Ik vermoed dat je momenteel in Nederland geen invloedrijk auteur meer kunt worden, als je in astrologie gelooft.
Dat alles neemt echter niet weg dat Kees ’t Hart met De keizer en de astroloog een bijzonder vermakelijke roman heeft geschreven, die zich bijna laat lezen als een satire. Het schijnt dat Kees ’t Hart een Vestdijk-fan is en De keizer en de astroloog heeft hij zich helemaal kunnen uitleven.
Leuk voor ‘t Hart, maar ook een beetje tragisch voor het werk van Vestdijk. Dat enorme oeuvre wordt nauwelijks meer gelezen, maar als er dan opeens weer aan Vestdijk wordt herinnert dan gebeurt dat naar aanleiding van een onderwerp dat tegenwoordig alleen nog wordt besproken op suffe feestjes.
“Wat is je ascendant?”.
“Sorry, ik moet even naar de wc”.
Simon Tascorli, de hoofdpersoon uit De keizer en de astroloog, is geënt op de jonge Vestdijk.
In 1924 heeft Vestdijk onder het pseudoniem S. Tascorli in het tijdschrift Urania een aantal artikelen geschreven over astrologie. In de roman van ’t Hart is Simon is een jonge arts, die in Doorn woont. Hij is geïnteresseerd in psychiatrie en volgt hierover colleges bij professor Godefroy. Zelf is Simon ook een mens met gevoelige zenuwen. Hij lijdt aan neurasthenische oprispingen, die hij “Godjeswanen” noemt. Als op een dag een nerveuze jongen wordt getoond in de collegezaal van Godefroy, dan ziet Simon in feite zichzelf.
De colleges zijn een opmaat voor het werkelijke verhaal, dat een onverwachte wending krijgt als Godefroy de lijfarts blijkt te zijn van de Duitse keizer Wilhelm II, die als banneling zijn dagen slijt in huize Doorn. De keizer is zeer geïnteresseerd in astrologie en blijkt zelfs de artikelen van Tarcoli te hebben gelezen. En zo wordt de jonge dokter Simon geïntroduceerd bij een keizer, die zijn eigen mausoleum bewoont. Vanaf het moment dat Simon zich begeeft onder het gevolg van de Duitse keizer wordt de roman van Kees t‘ Hart hilarisch. Wij krijgen het ene na andere historische inkijkje voorgeschoteld, waarbij de auteur een fijn gevoel voor psychologie aan de dag legt.
Onafwendbaar komt daarbij de vraag op: had Vestdijk hier zelf om kunnen lachen? Het is een vraag die ik niet zo maar durf te beantwoorden, maar als je Astrologie en Wetenschap nog eens overleest, krijg je niet de indruk dat Vestdijk gezegend was met een groot gevoel voor humor – in elk geval nodigde de astrologie hem niet uit om zich van zijn meest komische kant te laten zien.
Bij ’t Hart is de keizer een tragische figuur op de vierkante centimeter. Met een half volgroeid armpje drentelt hij in ledigheid rond, dromend over het Duitsland dat ooit onder zijn bevel heeft gestaan. Het gaat letterlijk van dik hout zaagt men planken, want als de keizer niets te doen heeft en de geest toch wil laten waaien, zet hij zich aan het zagen van boomstammen. Zijn andere arm is daardoor in de loop der jaren een krachtige spierbundel geworden. Het wordt beschouwd als de hoogste eer wanneer Simon aan zo’n zaagsessie deel mag nemen. Ondertussen wordt de keizer door Godefroy behandeld voor zijn depressie en maakt hij voortdurend aanstalten om met Simon te discussiëren over astrologie en aanverwante zaken.
Ondertussen komt Simon ook nog het dienstmeisje Marielotte tegen, op wie hij heftig verliefd raakt. Voor wie Vestdijks relatie tot het dienstmeisje kent, zal het niet moeilijk zijn te beseffen dat dit een onmogelijke liefde moet zijn.
Ik bedoel: eenmaal op het idee gekomen, schrijft de nieuwe roman van Kees ’t Hart zich helemaal vanzelf. Dat is een compliment. Kees ’t Hart is misschien niet de grootste schrijver van het oostelijk halfrond, maar met De keizer en de astroloog heeft hij een historische roman bedacht die van begin tot eind de moeite waard is.
Ook het slot vond ik een vanzelfsprekende vondst. De keizer wordt genezen, maar is in feite net zo gek als tevoren. Met Marielotte loopt het mis, maar op de een of andere is er toch een happy end. Ineens begrijpt Simon namelijk dat de obsessies voor de Godjeswanen, die hij zowel bij anderen als bij zichzelf aantreft, hem alleen maar afhouden van die ene grote ambitie die hij jaren lang heeft uitgesteld om te verwezenlijken. Hij zal schrijver worden van niet één, maar van vele, vele boeken, want romans zijn niets anders dan “de magische en rituele herbeleving van levensangst”.
Kortom, hier spreekt Simon Vestdijk, de man die sneller schreef dan God kon lezen.
Dankzij Vestdijk – “van schrijven word je toch niet moe. Je kunt er bij blijven zitten” – heeft Kees ’t Hart zichzelf overtroffen.
HP\De Tijd, 7 november 2008