28 op de Schaal van Calvijn

Beweringen en bewijzen

Mijn C-Factor is 28. Ik heb het zelf gemeten op een test die ontwikkeld is door de Vrije Universiteit en het dagblad Trouw. C staat voor Calvinisme en de test bestaat uit 25 vragen, waarvan de antwoorden – ja of nee – het calvinistische gehalte van je opvattingen moeten weerspiegelen.

Calvijn2.bmp

Die 28 kan niet erg hoog zijn geweest, want toen die uitkomst verscheen, stond erbij dat mijn score eerder duidde op een katholieke geaardheid. Dat deed me goed, hoewel ik in mijn leven katholieke kerken alleen als toerist heb bezocht. Om heel eerlijk te zijn: ik heb de C-test niet helemaal eerlijk ingevuld. Dat komt omdat ik al snel in de gaten kreeg dat de opstellers van de test voornamelijk de goede eigenschappen van het calvinisme willen benadrukken.

Zoals zuinigheid, soliditeit en democratische gezindheid.

De minder fraaie kanten zijn een beetje weggemoffeld. Zo tref je bij Calvijn regelmatig de gedachte aan dat mens bang en godvrezend moet zijn, want pas dan kan hij de redding van Jezus waarderen. Vroomheid is de manier om die angst in goede baan te leiden, maar in de test kom je vragen over godvrezendheid niet tegen.

Typisch calvinistisch lijkt mij ook de notie dat de mens onbekwaam is en geneigd tot alle kwaad. Maar vragen die dat geringe vertrouwen in de mens kunnen meten, zijn er evenmin op de C-test. Wel doet de test net alsof democratische gezindheid een calvinistische deugd is. Bij één antwoord wordt zelfs beweerd dat Calvijn voor een systeem was van one man one vote.

Calvijn3.bmp

Als je de politieke denkbeelden van Calvijn wilt meten, zou je eigenlijk ook een vraag moeten stellen als: “Bent u van mening dat een tegenstander met ideeën, die in uw ogen gevaarlijk zijn, ter dood moet worden gebracht?”. Wanneer u hier “ja” antwoordt, stijgt uw C-Factor, want dat is precies wat Calvijn liet doen met zijn tegenstander Miguel Servet. Die dacht anders over de drie-eenheid en daarom liet Calvijn hem in 1553 op de brandstapel eindigen.

Over het tragische lot van Servet schreef Guus Kuijer een mooi boek – Het doden van een mens – dat ik iedereen kan aanraden.

Doden van een mens.bmp

Het is altijd goedkoop om christenen moorden in de schoenen te schuiven die door hun geloofsgenoten een paar eeuwen geleden zijn gepleegd, maar als André Rouvoet met vreugde constateert dat Calvijn een hype is geworden, kan het geen kwaad nog even in de geschiedenis te duiken. De Volkskrant van afgelopen zaterdag nam al een voorschot met het verhaal van Servet, wat tot in het Nederlandse Dagblad tot een boze reactie leidde van ene Herman Veenhof.

Servet zocht Calvijn op in Genève en dat was volgens Veenhof niets anders dan “een zelfmoordmissie, met een mentaliteit die vertaald naar de 21ste eeuw het midden zou houden tussen Klaas Hendrikse en Hamas”. Waaraan de auteur toevoegt dat op het ontkennen van de triniteit in heel Europa de doodstraf stond. “Ook in Amsterdam zou Servet zijn terechtgesteld”, aldus Veenhof.

Als ik de auteur in het Nederlands Dagblad goed begrijp, was het dus helemaal Servets eigen schuld dat hij door Calvijn werd verbrand. Wat Calvijn deed, deed trouwens iedereen. Als iedereen moordt, mag jij het ook doen, alsof dat de daad van Calvijn ineens moreel aanvaardbaar maakt.

Ten overvloede vermeld ik nog dat Klaas Hendrikse de dominee is, die zichzelf onlangs tot atheïst heeft verklaard. Dankzij Veenhof weet hij nu wat hem te wachten staat.

Ik ben trouwens benieuwd of het goedpraten van de Grote Hervormers is begonnen. In weer een andere christelijke krant, Het Reformatorische Dagblad, las ik dat er een onderzoek is gestart naar de relatie van Maarten Luther tot de Joden. Het zou mij niet verbazen dat de uitkomst is dat het allemaal wel viel en dat je Luthers antisemitisme vooral moet zien in “zijn tijd”. Dat was de nog de tijd dat je op zelfmoordmissie ging als je voor je mening uitkwam.

In Trouw is de Calvijn-hype trouwens begonnen met een stuk van Jan Peter Balkenende, die schreef dat Nederland heel veel te danken heeft aan Calvijn. Volgens onze premier zijn tolerantie, democratische gezindheid, ondernemerslust en zuinigheid allemaal deugden, die rechtstreeks zijn terug te voeren op de gedachtewereld van Calvijn. Een paar dagen later veegde – ook in Trouw – de historicus Henk Slechte de vloer aan met de geschiedkundige inzichten van Balkenende.

Het waren toch echt de calvinisten geweest die andersdenkenden uit besturen had gestoten en het waren toch echt de calvinisten geweest die het voor niet-calvinisten onmogelijk hadden gemaakt om aan de Hollandse universiteiten te doceren. “Nederland en de Nederlanders danken de moderne democratie aan de merendeels niet-calvinistische denkers van de achttiende eeuwse Verlichting en aan de patriotten die vonden dat meer mensen deel moesten nemen aan het landelijk en lokale bestuur”, schreef Slechte.

Het blijft sappelen met onze historische kennis van een hype. Bij het artikel van Balkenende stond een foto van Calvijn. Helaas moest dat later worden gerectificeerd. Het was niet Calvijn, maar Luther.

de Volkskrant, 15 januari 2009, zie ook voor reacties.