Ik begrijp de moordenaar maar de schrijver niet

Boeken etc

Ik begrijp de moordenaar
Mark Boog
Uitgeverij: Cossee
Sterren: *

Toen vorige maand de Duitse televisiespeurneus Derrick overleed, verwezen verschillende kranten niet alleen naar de acteur Horst Tappert die Derrick speelde, maar ook naar Herman Koch, die Derrick (als inspecteur Tampert) voor Jiskefet verschillende malen treffend heeft gepersifleerd.

maigret2.bmp

Het handelsmerk van Derrick was dat hij tijdens het oplossen van de moord op de kritieke momenten wist te zwijgen. Hij liet als het ware bij de verdachte de bal het werk doen.

En wanneer de bal zijn werk had gedaan, bekende de verdachte – het resultaat van een ongehoorde psychische marteling die hem was aangedaan.

Wat jongere lezers misschien niet weten, is dat Derrick een zwijgende voorloper heeft gehad in de persoon van commissaris Maigret. En dan bedoel ik niet eens zo zeer de commissaris Maigret uit de talloze boekje van Simenon, maar dan bedoel ik de commissaris Maigret zoals die op de Nederlandse televisie eerst door Jan Teuling en later door Kees Brusse is vertolkt. Als ik het mij goed herinner is de Maigret van Teuling nog door Jan Blokker in het roemruchte televisieprogramma Zo is het toevallig ook nog eens een keer… op de hak genomen. Dat was ook prachtig, dat meedogenloze stille spel van Blokker.

Wat al die Nederlandse Maigrets gemeen hadden, was dat zij voornamelijk zwegen en alleen maar tekst hadden als het echt niet anders kon. Verder liepen zij vooral hummend en “pompompom” neuriënd door de kamer, waarin de verdachte handenwringend aan een tafeltje zat. Tenslotte kon de verdachte er niet meer tegen en gaf zich over met een dramatisch “Ja, ik beken! Maar houd in godsnaam op met dat geneurie!”.

Volgende zaak.

Maigret.bmp

Aan die Nederlandse Maigrets moest ik denken tijdens het lezen Ik begrijp de moordenaar van Mark Boog. De hoofdpersoon van deze novelleachtige roman is een rechercheur, die tegen zijn pensioen aan zit. Omdat hij eigenlijk in organisatie overbodig is geworden, krijgt hij een nooit helemaal opgeloste zaak toegeschoven, een zaak die dertig jaar geleden weliswaar geruchtmakend was, maar die inmiddels door vrijwel iedereen is vergeten.

Ik begrijp de moordenaar.bmp

Ook de rechercheur van Boog is een man van weinig woorden. Hij is niet iemand die de aandacht opeist. Op het politiebureau werkt hij in een klein hoekje en op de hem toegewezen assistente doet hij liever geen beroep. Hij gaat er wel eens uit, maar liever niet te veel, want als het regent krijg je natte voeten. Aan spannende achtervolgingen, harde ondervragingen en lekkere knokpartijtjes heeft hij een broertje dood. Aan seks doet hij wel, met de weduwe van de verdachte nota bene, maar die is – hoe geconserveerd ook – inmiddels ook in de zestig.

Ik begrijp de moordenaar lijkt me daarom beslist geen boek waar een serie met een nieuwe Derrick of een nieuwe Hercule Poirot uit te distelleren valt. Wat er wil uit te distelleren valt, zou ik trouwens niet weten. Ik begrijp de moordenaar is geen thriller, want dat het spannend wordt, is – geloof ik – niet eens de bedoeling. Van de psychologie blijf je evenmin in je bed wakker en van een whodonnit is ook al geen sprake, want daarvoor blijft de schuldvraag in een vage mist hangen. En tenslotte hoef je Ik begrijp de moordenaar ook niet te lezen vanwege een scherpzinnig vraag-en-antwoordspel, want zoiets kom je in het hele boek niet tegen.

De dienstdoende rechercheur sloft hoofdzakelijk wat heen en weer, niet wetende wat te doen. Eigenlijk is het een roman van niks.

Mark Boog.bmp

Mark Boog ken ik als dichter, een vriendelijk ogende jongeman die het soort zachtaardige poëzie schrijft waarmee je nooit Dichter des Vaderlands kunt worden. Daarvoor moet je bescheidenheid kunnen acteren en tevens de arrogantie bezitten van iemand die de dichtkunst graag in verband brengt met dé geschiedenis. Dé geschiedenis met een grote D. Mark Boog lijkt me niet iemand die daartoe in staat is en misschien heeft hij het daarom over een andere boeg willen gooien. Over de boeg van de romanschrijver.

En dat is niet helemaal gelukt.

Maar laten wij nog even de camera verplaatsen en de rechercheur volgen, die de opdracht heeft gekregen de oude “molenmoord” alsnog op te lossen. Daar bij die molen daar sloft hij rond om de getuigen van dertig jaar geleden te laten spreken. Daar bij die molen, die mooie molen, daar liep de moordenaar met het meisje waar hij zo veel van hield. Maar de moordenaar schoot zijn minnares dood. Hij doorzeefde haar met zestien kogels. Alle sporen wezen naar hem en iedereen dacht dat hij het had gedaan, maar zijn echtgenote, nota bene de vrouw die hij had bedrogen, pleitte hem vrij.

Hoe zat dat?

Destijds werd de vermeende moordenaar veroordeeld, maar hij kwam na korte tijd weer vrij. Onze rechercheur sloft daarom naar het huis van de echtgenote, die nog leeft, maar inmiddels wel weduwe is geworden. Dertig jaar ouder is zij nu, maar mooi! De rechercheur trekt zijn sloffen uit en duikt met haar in de koffer, niet onmiddellijk beseffend dat hij daar zijn eigen onderzoek met belemmert.

Of juist niet?

Natuurlijk krijgen de media er lucht van. De rest, voor zo ver die er is, verklap ik niet, want per slot is Ik begrijp de moordenaar een thriller. En van een thriller verraad je de plot niet, zelfs niet als die thriller helemaal geen plot heeft. Weten wij nu iets meer over het motief van de dader? Weten wij iets meer over de vraag waarom de weduwe haar overspelige man heeft gedekt? Weten wij iets meer over de minnares die is gedekt en vermoord. Het antwoord op al die vragen is in feite: nee, daar weten wij na 155 pagina’s nog even weinig van als na pagina 1.

Weten wij dan na 155 pagina’s wel iets meer van de schrijver?

Ja. Wij weten nu van de schrijver dat in het schrijven van psychologische thrillers zijn kracht niet ligt. Wij weten nu ook van de schrijver dat hij een betere dichter is. Maar wat wij niet van de schrijver weten, is waarom hij deze roman heeft geschreven. Ik begrijp de moordenaar, maar de schrijver?

Nee, die begrijp ik niet.

HP\De Tijd, 6 februari 2009