Het is een Angelsaksische traditie dat een minister na zijn ambtsperiode een boek schrijft over zijn politieke daden. In Nederland gebeurt dat zelden, maar Ella Vogelaar – de voormalige minister voor Wonen, Wijken en Integratie – heeft het geprobeerd in haar boek: Twintig maanden knettergek.
Het is inderdaad een heel gek boek.
Zo is het niet geschreven door Ella Vogelaar zelf, maar door Onno Bosma.
“Who the hell is Onno Bosma?”, zult u vragen.
Onno Bosma is de partner van mevrouw Vogelaar, een gepensioneerd vakbondsman die “mensen wil aanzetten tot zelfreflectie”, zoals hij zelf zegt.
Tijdens haar ministerschap heeft Ella alles wat zij meemaakte aan Onno verteld en Onno heeft dat nauwkeurig genoteerd in wat zij samen “een logboek” noemen. Of dat onwetendheid is of zelfoverschatting durf ik niet te zeggen, maar een logboek is een scheepsjournaal dat wordt opgetekend door de kapitein. Dus het logboek van het schip van staat wordt niet geschreven door een minister, maar door de minister-president.
Maar dit terzijde.
Nu vind ik het een onbehaaglijke gedachte dat een minister vrijuit haar werk bespreekt met haar partner. Waarom dan ook niet meteen met de kinderen, de huisarts of met de buren? Enige discretie en terughoudendheid lijken geboden, maar Bosma vermeldt dat hij na ampele overweging de verslagen van ministerraadsvergaderingen en van de ontmoetingen met het staatshoofd uit het boek heeft geschrapt.
Dat kan alleen maar betekenen dat hij die verslagen wel degelijk onder ogen heeft gehad en wanneer een gewone burger als Onno Bosma dat mag, zie ik niet in waarom ik dat niet zou mogen. Kom op met die stukken, Onno! Wat jij nu weet over koningin Beatrix of over defensieminister Van Middelkoop zou ik ook graag willen weten.
Op bijna elke pagina van dit logboek staat iets geks, vooral als het gaat over communistische verleden van mevrouw Vogelaar. Op pagina 33 bijvoorbeeld vraagt zij Balkenende of het bij haar benoeming tot minister geen probleem is dat zij lid was van de CPN. Daarop antwoordt de premier dat hij geen bezwaren ziet, aangezien – en ik citeer letterlijk – dat lidmaatschap “helemaal paste bij de tijdgeest van de jaren zeventig”.
Daar valt je mond van open. Misschien dat er op de VU destijds marxistische studenten rondliepen, maar in 1973 had Solzjenitsyn zijn Goelag Archipel gepubliceerd en werd nogmaals bekend wat iedereen allang wist, namelijk dat de communistische terreur zeker aan dertig miljoen mensen het leven had gekost.
In Twintig maanden knettergek gaat Onno Bosma ook nog langs bij Marcus Bakker, om tegenover de inmiddels hoogbejaarde CPN-baas op te scheppen over zijn Ella. Een paar pagina’s verder wordt mevrouw Vogelaar door minister Van Middelkoop gevraagd of zij met spijt terugkijkt op haar CPN-verleden: “Nee”, zegt ze resoluut, al wil ze wel toegeven dat zij toen over het eigenaardige vermogen beschikte om zich – en ik citeer – “voor onwelgevallige informatie af te sluiten”. Wat betekent dat je haar alles wijs kon maken.
En eigenlijk geldt dat nog steeds. Het is bijna onvoorstelbaar dat mevrouw Vogelaar niet door heeft dat zij door haar partner op een bijna sadistische manier is geportretteerd als een naïeve, ijdele vrouw zonder enige zelfreflectie. Maar misschien heeft Onno Bosma dat zelf ook niet door.
Wie het tenslotte wel doorhad, was Wouter Bos, die haar terecht en zonder scrupules heeft ontslagen.
Buitenhof, 22 februari 2009