Hup, Pieter Lakeman!

Columns

Bijna gelijktijdig speelden zich op de televisie drie melodrama’s af. In New York was het eerst David Letterman, die in zijn eigen show opbiechtte dat hij zijn vrouw jaren lang heeft bedrogen. Daarvoor gebruikte hij zijn kantoor bij de studio als peeskamertje voor zijn medewerksters.  Zijn eigen vrouw heeft hij trouwens langs dezelfde weg leren kennen, dus zij heeft vast het een en ander geweten of vermoed.
Lettermans actie lijkt het toppunt van oprechtheid, maar ondertussen gaat natuurlijk alles voor de kijkcijfers.

David Letterman

Een ander melodrama speelde zich af in de Tweede Kamer, waar premier Balkenende het koningshuis moest vrijpleiten van graaigedrag en onverantwoord zakendoen. Het meest lachwekkende was wel de voortdurende verzekering dat de kroonprins en zijn burgervrouwtje dit allemaal ondernemen “uit liefde voor Afrika”. Stel je eens voor dat iemand op een afgelegen stuk strand op Rottumerplaat een huis laat bouwen uit liefde voor Europa.

Dit stukje gaat over het derde melodrama: de opkomst en neergang van DSB. Alles aan dit melodrama is oer-Hollands. Neem het stadje Wognum, standplaats van DSB, dat nog in 1426 de stadsrechten werd ontnomen omdat het in de Hoekse en Kabeljouwse twisten aan de verkeerde kant had gestaan. Ergens tussen Hoorn en Medemblik ligt het midden tussen de weilanden. Mijn vader heeft er vlak in de buurt ondergedoken gezeten.

DSB

In het conflict vertegenwoordigt de DSB-bank de ouderwetse kapitalist met een hoge hoed en een dikke sigaar. Door woekerwinsten zuigt hij zijn slachtoffers uit, die overigens door hemzelf “klanten” worden genoemd.

De Stichting Steunfond Probleemhypotheken van Jelle Hendrickx, die wordt bijgestaan door de vakbond, vertegenwoordigt de ouderwetse sociaaldemocratie, opererend in het poldermodel. De SSP wilde graag onderhandelen, om de verliezen van de gedupeerden zoveel mogelijk te beperken. Een succesje werd haar grootmoedig door de kapitalist gegund: de bank betaalt een habbekrats in de vorm van een sigaar, die hoofdzakelijk uit de eigen doos van de klanten komt.

In het conflict vertegenwoordigt de stichting Hypotheekleed van Pieter Lakeman de moderne consument, die geen genoegen met een fooi. Oplichting moet worden gestraft. Als de wrekende hand leidt tot de ondergang van DSB, dan heeft die bank dat volledig aan zichzelf te danken.

Pardon wordt niet gegeven voor afzetters.

Pieter Lakeman

Mijn sympathie is helemaal op de hand van Pieter Lakeman. Als hij er na een paar jaar in slaagt DSB failliet te krijgen, heeft hij mijn volledige instemming. In het gevecht om geld, dat voor een belangrijk deel via de televisie wordt uitgevochten, is hij de enige die een onkreukbare indruk maakt.

Ik denk zelfs dat Jelle Hendrickx zijn succesje in hoge mate aan kaarsrechte houding van Lakeman te danken heeft. Ongetwijfeld is Jelle door DSB een bot toegeschoven, in de hoop dat Lakeman daarmee de wind uit de zeilen wordt genomen. Bij DSB schijten ze in hun broek voor Lakeman, en daar hebben ze natuurlijk alle reden toe.

De opmerking van Nout Welling dat het de moeite waard zou zijn om te onderzoeken of de acties van Lakeman “wellicht strafbaar zijn”, moet dan ook als een gotspe worden beschouwd. Als baas van de Nederlandse Bank heeft Welling natuurlijk zelf boter op zijn hoofd, want de affaire heeft opnieuw duidelijk gemaakt dat de Nederlandse Bank ernstig tekort is geschoten bij het toezicht houden.

In het melodrama was Welling ook steeds de grote afwezige. Zo’n beetje alle actualiteitenrubrieken hadden van de Nederlandse Bank “geen commentaar” te horen gekregen. Wel werd af en toe gesuggereerd dat Welling “achter de schermen” een rol ten goede zou spelen, maar dat werd van vadertje Stalin ook altijd gezegd. Ik denk dat het imago van de Nederlandse Bank pas weer zal verbeteren als Welling het veld ruimt. Wanneer bankieren inderdaad een kwestie van vertrouwen is, dan moet wel geconstateerd worden dat Welling er de laatste twee jaar maar bitter weinig van terecht heeft gebracht.

Als ik zo stom was geweest een hypotheek te nemen bij DSB, dan zette ik al mijn kaarten op Lakeman.

Hup, Pieter!

Het Parool,  10 oktober 2009