Kroniek van een schuldig leven

Boeken etc

Ingesneeuwd was ik op een van de Europese vliegvelden en zo zat ik met honderden andere reizigers te wachten op een toestel, dat toch nog zou vertrekken. Maar buiten sneeuwde het onverminderd door en trok een dichte mist over de velden.

Gerard Reve

“Een mens kan maar beter dood zijn”, mompelde ik, en uit mijn handbagage pakte ik het enige boek dat ik bij mij had: Gerard Reve, kroniek van een schuldig leven. Het eerste deel van de biografie van Nop Maas is een prachtboek geworden. Ik heb het in één ruk uitgelezen – in dertien uur om precies te zijn – terwijl ik af en toe ook in een rij moest staan of naar weer een andere balie moest hollen.
Een paar jaar geleden zond de VPRO de documentaire van Maud Keus uit, getiteld: De volksschrijver en de verrekijk. Daarin zagen wij een compilatie van de Reve’s optredens op de televisie. Hij zelf zij daarover: “Af en toe trek ik weer eens een register open, steek ik m’n kop uit het raam, en dan verschijn ik met m’n harses weer eens in het verrekijkruitje. Dan zeg ik maar weer iets volslagen krankzinnigs, begrijp je. Het is eigenlijk zaak om zo veel mogelijk verwarring te zaaien in het kamp van de tegenstander”.

Kroniek van een schuldig leven

In biografie van Nop Maas wordt verteld over het eerste optreden van Reve op de Nederlandse televisie. Dat vond plaats op 15 maart 1956, om kwart over zes ‘s avonds. Ongeveer veertigduizend huishoudens hadden toen een tv-toestel.

Interviewer van dienst was Simon Carmiggelt, en het was zijn melancholieke kop die het eerst in het ruitje verscheen. Daarna kwam Reve, die speciaal voor de gelegenheid zijn haar had gewassen. `s Middags waren er uitvoerige repetities gehouden, maar uiteindelijk werd het item steeds meer ingekort. Reve schreef er een brief over aan Willem Frederik Hermans, die door Nop Maas aldus wordt samengevat: “Uiteindelijk resteerde vijf en een kwart minuut, met uitsluitend vage, vervelende nonsens. Het idee dat je op radio en televisie een verstandig woord kon uiten, was een illusie. Maar het was goede publiciteit. Het publiek werd verondersteld ongeveer elf jaar oud te zijn”.

Dus toen ook al!

Eigenlijk is er in de relatie tussen literatuur en televisie niets veranderd. Ik denk dat alleen dat de leeftijd van het publiek, sinds het aantreden van omroepbaas Henk Hagoort, nog is verlaagd naar tien jaar. Maar televisie blijft goede publiciteit en als je als schrijver niet met je harses voor het ruitje komt, kun je het – net als toen – wel vergeten. Reve had dat als eerste schrijver goed in de gaten, getuige ook zijn opmerking: “Je moet beseffen dat je maar een malle aansteller bent”.

Gerard Reve, kroniek van een schuldig leven is vaak een ontroerend boek. Zo doet Reve in het eerste deel verwoede pogingen om in het Engels te schrijven. Hij neemt Engelse lessen. Hij reist en woont ook regelmatig in Engeland. Thuis wil hij met zijn toenmalige vrouw Hanny Michaelis in het Engels praten, maar die lacht hem op een gegeven ogenblik uit, omdat hij in zijn Engels idioom vele fouten maakt. Ook Hermans ziet niet veel in Reve’s ambities, tenzij Gerardje bereid is definitief naar een Engelstalig land te emigreren. Diep in zijn hart moet Reve het daar mee eens zijn geweest.

Uiteindelijk blijft hij toch maar in Nederland en begint hij weer in het Nederlands te publiceren.

Nop Maas verklaart Reve’s pogingen om in het Engels schrijven uit het feit dat Reve zich miskend voelt door het literaire circuit in Nederland. Ik denk dat het anders ligt. Reve’s Engelse ambities vallen precies in de tijd dat hij worstelde met zijn homoseksuele geaardheid. Hij had die andere taal nodig om te vertellen wat hij in zijn eigen taal niet durfde te zeggen. Sadomasochistisch als hij was, wilde hij graag dat hem op fouten werd gewezen, zodat aan de werkelijke inhoud van wat hij te zeggen had stilzwijgend kon worden voorbijgegaan.

Het Parool, 13 februari 2010