Prof. Pen, help me!

Invallen

De befaamde econoom Jan Pen is dood. Hij is bijna 89 jaar geworden. Een paar dingen heb ik met hem gemeen, hoewel ik hem slechts enkele malen heb ontmoet. Ten eerste de kortheid van onze namen.

Jan Pen 1

Jan Pen. Max Pam. Twee maal: 3×3.

Toen hij mij erop wees, schreef ik hem een tikje koket terug dat ik mijn naam toch mooier vond. Bij mij maar één klinker, bij hem twee. Wat wij verder gemeen hadden, was onze kennis aan de schrijver Willem Frederik Hermans. Die bewonderde ik zeer en ik ben ook een paar keer bij hem thuis geweest. Aanvankelijk bewonderde Jan Pen hem ook,
maar later kwam er toch wrijving, zoals onvermijdelijk met Hermans.

De gevreesde schrijver maakte in zijn roman Onder professoren een personage van Pen met de weinig vlijende naam: Tabe Pap. Die naam had Hermans ontleend aan Tabe Bas, een zanger die veel op de Amsterdamse sociëteit De Kring rondhing.

Eén keer heb ik in de krant Jan Pen aangeroepen. Dat was in een stukje over de welvaart. Ik schreef dat het mij opviel dat er zoveel dure auto’s in het Nederlandse wagenpark rondrijden. “Waar betalen al die mensen dat toch van?”, vroeg ik mij af. Waaraan ik toevoegde: “Prof. Jan Pen, help mij!”.

Inderdaad ontving ik kort daarna een brief helemaal uit Groningen, waar prof. Pen hoogleraar was. Hij gaf mij een uitvoerig antwoord, dat er eigenlijk op neerkwam dat hij het ook niet wist. Het verschijnsel lease-auto bestond toen ook al, maar had nog niet zo’n hoge vlucht genomen. De gedachte kwam op aan zwart geld.

Pen schreef me dat niemand enig idee had hoe groot dat zwartgeldcircuit eigenlijk was. Kennelijk hadden ontzettend mensen een geheim potje dat zij niet aan de belastingdienst opgaven. Je kon toen nog gewoon met een tiet geld naar Luxemburg of Zwitserland rijden. Zo’n onderneming behoorde tot het scala van de normale accountantsadviezen. Niemand kwam er achter, als je eenmaal de grens over was. Je moest er alleen in berusten dat je weinig rente pakte in die landen.

Jan Pen was nog een econoom uit de sociaaldemocratische stal van Joop den Uyl. Ik denk dat hij heel ingenomen is geweest met de jacht op het zwarte geld, die door staatssecretaris Jan Kees de Jager is ingezet. En wat een succes! In het 2009 zijn ongeveer zevenduizend zwartspaarders tot inkeer gekomen en hebben zich gemeld bij de fiscus. Dat heeft de staat zo’n kleine twee miljard aan gevonden euro’s opgeleverd. Als er één Nederlander is, wiens inspanningen de belastingbetaler rijker maken, dan is het Jan Kees de Jager wel. Te midden van de orkaan die recessie heet, is Jan Kees de Jager een ware held van deze tijd.

Jan Pen 3

Maar nog altijd begrijp ik niet waarom er in Nederland nog steeds zo veel dure auto’s rondrijden. Als ik Pen in het hiernamaals tegenkom, zal ik hem er nogmaals naar vragen.

Binnenlands Bestuur, 18 februari 2010