In 2005 had ik met Martin Bril een kleine, tweewekelijkse correspondentie voor het blad Verzekerd!
Het betaalde goed, dit intern verspreide blaadje voor verzekeraars, maar weinigen zullen onze stukjes gelezen hebben.
Aflevering 5
Collega!
Zoals je weet is het leven geen lolletje. Dat is helemaal niet erg, maar toch zijn er maar weinig mensen die het hardop durven zeggen. Alles draait in dit moderne leven om geluk. Het is om gek van te worden.
Gisteren kwam ik thuis van een korte vakantie in een ver buitenland. Alles zat tegen tijdens die vakantie: lekke banden, motorpech, slechte hotels, bedorven eten, bestolen. Toch zat de stemming er nog steeds goed in – dat zegt wel iets over de mentale veerkracht van mijn gezin, vind je niet? Hoe erg het ook wordt, overal zien we lichtpuntjes, al is dat best vermoeiend.
Maar goed.
Vanochtend ging ik de hond uitlaten. Het sneeuwde, maar ik had in het verre buitenland al zoveel sneeuw op mijn kanis gehad dat ik er nauwelijks aandacht aan besteedde. Ook de hond droeg zijn lot als een man, en daar gingen we.
Ho!
Al na een paar stappen viel mij op dat er iets mis was. Het duurde even voor ik er de vinger op kon leggen, maar toen schoot het gemoed vol: mijn splinternieuwe fiets was gestolen! Ik had hem voor de vakantie met zeven kettingen, allen goedgekeurd door de ANWB en tal van ander instanties, vastgezet aan een lantarenpaal bij de buurvrouw voor de deur en nu stond hij er niet meer.
De paal nog wel.
Zo is het nu altijd in het leven: je ketent je bezit vast aan de lantarenpaal en op zeker moment is je bezit weg en staat de paal er nog steeds. Was het maar eens andersom! En het ergste was dat één van mijn kettingsloten om de paal heen lag: niet doorgeknipt, niet doorgezaagd, niet ontwricht – een bizar wonder dat je wel vaker in het Amsterdamse straatbeeld ziet. Zo’n eenzame ketting rond een paal, ik kan daar heel treurig van worden.
Nog treuriger werd ik van het vooruitzicht dat ik nu mijn fiets weer moest claimen bij de verzekeringsmaatschappij. Het is de twaalfde fiets die ik in vijf jaar tijd als gestolen moet opgeven. Weer een schitterende Gazelle naar de maan, weer naar het politiebureau, weer al die formulieren en paperassen – ik denk dat ik maar een oude bromfiets neem. Daar is van dievenzijde weinig vraag naar. Of weet jij een andere oplossing?
Je bestolen collega Martin.
Antwoord:
Beste bestolen collega!
Dat trieste gevoel dat je overvalt wanneer je bestolen bent, ken ik heel goed. Het voelt altijd als iets onreins, alsof je met je kleren aan in een gierput bent geduwd. Je kunt er zelf helemaal niets aan doen, maar toch ben jij het die stinkt. Je stinkt, terwijl de dief zorgeloos op jouw eigendom rondfietst. Ach, kon ik maar geloven in een Wrekende Almacht, die na de dood alle fietsendieven ter verantwoording roept!
Nou wil ik niet baas boven baas spelen, maar het is mij eens overkomen dat op één en dezelfde dag mijn auto én mijn fiets zijn gestolen. Eerst zag ik voor mijn huis een Saab-vormige leegte staan en toen ik een half uur later op de fiets wilde springen om aangifte te doen, was er rond de boom ook niets te vinden. De Saab werd na een maand total loss teruggevonden in een Nijmeegse parkeergarage. Gelukkig dekte de verzekering de schade, zodat ik na bijpassing van een flinke som, een nieuw model kon aanschaffen. Zo houd je de economie gaande.
Maar van de fiets is nimmer meer iets vernomen.
In jouw geval lijkt het mij toch een kwestie van eigen schuld. Wie zet er nou zijn fiets buiten als hij op vakantie gaat? Je weet toch dat geen slot bestand is tegen de knijptang van de Amsterdamse Fietsrecycling Maffia. Een goede raad: koop een huis met een halletje. Als je thuiskomt is het even slepen, maar je fiets staat tenminste veilig binnen.
Hoewel, het blijft oppassen.
Laatst zette ik mijn fiets buiten, maar toen ik wegwilde rijden, merkte ik dat ik mijn handschoenen was vergeten. Snel naar binnen, zonder de fiets op slot te zetten. Toen ik dertig seconden later weer buiten stond, kon ik nog net zien hoe in de verte een junk op een fiets uit het straatbeeld verdween.
Ik dacht dat overkomt mij geen tweede keer, dus toen ik weer mijn handschoenen vergeten was, zette ik met een ferm gebaar de fiets op slot. Met als gevolg dat ik mijn fietssleuteltjes nooit meer heb kunnen vinden. Weg. Een raadsel. Ik heb zelf het slot moeten laten openbreken. Dat kostte een flinke duit, want ga met zo’n verhaal maar eens naar de verzekering.
Je verstrooide collega Max.