Natte droom voor Mark Rutte

Invallen

Eén ding is zeker: als u dit stukje leest, is de datum van 1 juli 2010 gepasseerd.

formatie

Zegt die datum u nog iets? Ja, 1 juni 2010 was de datum dat Mark Rutte dacht een nieuw kabinet geformeerd te hebben. Hij had er in zijn fantasie maar liefst 17 dagen voor uitgetrokken. Als de partijen echt zouden willen, dan moest het lukken. Maar Ed van Thijn, die in 1977 zelf als onderhandelaar met het bijltje had gehakt, zei: “Een natte droom”. Als vrijgezel moet Mark Rutte weten wat daarmee wordt bedoeld.

Van Thijn deed er destijds 208 dagen over bij het formeren van Van Agt I. In dagen is dat nog steeds het record, maar niet in uren.
Tegen de 1362 uren van Van Agt I staan 1749 uren van Lubbers III in 1994. Maar Lubbers gebruikte minder dagen: 111.

Een tweede ding is ook zeker: op de dag dat u dit stukje leest, is er geen kabinet-Rutte I. Er is zelfs nog geen begin van een Mark Rutte I. Eigenlijk is er nog helemaal niets. Wij weten slechts dat er vijf partijen zijn “die elkaar niet uitsluiten” en dat de PVV voorlopig niet mee mag doen.

Tjeenk Willink

Ook is er een soort tussenformateur in de persoon van Tjeenk Willink. Een aardige man, die Tjeenk. Ik heb een keer een prijs gehad van een jury, waarin hij de voorzitter was. Als iemand partijen aan elkaar kan naaien, dan is hij het wel. Tjeenk wordt niet voor niets “de onderkoning van Nederland” genoemd.

Toch is er één groot probleem te overwinnen. Er mogen vijf partijen zijn die elkaar niet uitsluiten, tot dusver sluiten die vijf partijen wel allerlei coalities uit. De VVD wil geen Paarsplus met PvdA, D’66 en GroenLinks, omdat de Rutte niet in een linkse coalitie wil. De PvdA wil geen middencoalitie met de VVD en het CDA, omdat Cohen niet in een rechtse coalitie wil. D’66 en GroenLinks vinden zo’n beetje alles goed, als zij maar in een kabinet komen. Alle vijf in de snelkookpan, de zogenaamde poldercoalitie, dat lijkt dus het meest voor de hand te liggen.

Probleem opgelost?

Nee, want dan begint het pas.

Vijf partijen in één coalitie, dat is gewoon te veel. Dat wordt nooit een stabiele regering, want er zal in dat kippenhok altijd één partij zijn die moet slikken en dan vervolgens gaat trachten haar leed te verhalen. Zo’n kabinet gaat de vier jaar niet uitzitten, dat is niet moeilijk te voorspellen.

Eigenlijk zouden de twee partijen die het meest willen hervormen zelf het voortouw moeten nemen door zichzelf te hervormen. Laat D’66 en GroenLinks samengaan, en er is al één mond minder om te voeden – en om ruzie mee te maken. Dan is er al veel gewonnen. Zo’n fusie duurt even, maar dan hebben wij tenminste niet lang daarna een kabinet. Dat het land in die tussentijd niet wordt geregeerd, merkt niemand.

Binnenlands Bestuur, 2 juli 2010