Nina Brink & Pieter Storms

Columns

Iedereen loopt wel eens ergens in, en sukkeligheid is ook mij niet vreemd, maar twee keer heb ik me in mijn leven echt opgelicht gevoeld. Met opzet schrijf ik: gevoeld. Dat is een subjectief begrip. Zou ik schrijven dat ik opgelicht ben, dan is er tegenwoordig altijd een kans dat een of andere dubieuze advocaat je daarop aanspreekt.
De eerste keer was in het jaar 2000 met World Online van Nina Brink. Ik had een paar duizend gulden over en, meegesleept door de hype, belegde ik in World Online. Nauwelijks werden de aandelen in omloop gebracht, of ze begonnen te zakken. En te zakken. Ik heb toen mijn verlies genomen en ze voor de helft verkocht. “All in the game”, dacht ik. Wie risico’s neemt, moet niet raar opkijken als het een keer verkeerd afloopt. Maar dat idee veranderde snel, toen ik las dat mevrouw Brink zelf direct had gecasht. Zakken vullen en wegwezen, dat is wat zij met haar daad te kennen gaf. Ze werd erom veroordeeld.

De tweede keer dat ik mij opgelicht voelde was in 2008. Tegen een betaling van vijftig euro nam ik een abonnement op het blad Opinio. Nog geen twee dagen later las ik in de krant dat uitgever Roel Pieper de financiering van het blad had stopgezet. Ik heb nooit één nummer mogen ontvangen en naar mijn vijftig euro kon fluiten. Tegenwoordig doet Roel Pieper allerlei superzaken woont hij in de Franse Rivièra. Pieper en Brink geven je een aardig inkijkje in de handel & wandel van sommige Nederlandse entrepreneurs.

Nina Brink & Peter Storms

Nina Brink probeert momenteel met alle juridische middelen de journalist Eric Smit te breken, die een verhelderende biografie over haar heeft geschreven. In haar jacht wordt zij gesteund door echtgenoot Pieter Storms, die het in zijn tijd als breekijzer zogenaamd voor de armen opnam, maar die tegenwoordig alles likt wat rijk is. Gijs van de Westelaken, die wel eens met hem golft, vertelde me dat Pieter een sterke neiging heeft om vals te spelen. Het verdwenen balletje wordt ineens op een zeer gunstige plaats teruggevonden. Pieter zelf zal hem daar toch niet hebben gedropt?

Nina en Peter hebben al een kort geding tegen Eric Smit verloren, maar zij geven niet op. Zij zijn nu bezig om met allerlei bodemprocedures en beslagleggingen Smit “kapot te procederen”, zo lees ik. Als je maar over veel geld beschikt, kun je een dergelijk oneigenlijk gebruik van het recht eindeloos laten voortduren. Het Persvrijheidsfonds, een stichting die in 2007 door de Nederlandse Vereniging van Journalisten en het Genootschap van Hoofdredacteuren speciaal is opgericht, heeft haar steun voor Eric Smit uitgesproken door vijfduizend euro voor de verdediging te fourneren. Dat zal zeker niet voldoende zijn, want al zal hij op den duur winnen, de hele procesgang kan Smit tonnen gaan kosten. De wetgever zou eens kritisch moeten kijken naar dit soort praktijken, maar daar heeft Eric Smit niet veel aan.

Misschien kun je Nina Brink en Pieter Storms niet eens zo veel verwijten. Dat is de omhooggevallen nouveau riche, ordinair, mensen die nu eenmaal niet beter weten. Maar dat er advocaten zijn die zich ervoor lenen beslag te laten leggen juist op de vrijdag voor de vakantie, wanneer het gezin Smit op reis wil gaan, dat gaat mij verstand te boven. Geen advocaat kan er trots op zijn wanneer zulke pesterijtjes op zijn conto staan.

Een van Nina Brinks advocaten is Paul Russell. Ik heb altijd gedacht dat hij – afkomstig uit een keurige katholieke familie – niet in zo zou zijn voor dit soort zaakjes, maar kennelijk is ook hij bereid voor een vet honorarium de modder op te zoeken. Ik raad hem aan voorzichtig te zijn, want er komt een moment dat de Nederlandse journalistiek vierkant achter Eric Smit gaat staan. Niet alles is te koop.

Het Parool, 17 juli 2010