In 2005 had ik met Martin Bril een kleine, tweewekelijkse correspondentie voor het blad Verzekerd!
Het betaalde goed, dit intern verspreide blaadje voor verzekeraars, maar weinigen zullen onze stukjes gelezen hebben.
Aflevering 13
Waarde collega!
Vandaag wil ik het met je hebben over de eigen verantwoordelijkheid, een probleem dat ook in het verzekeringswezen niet onbekend is. In hoeverre is er sprake van eigen schuld, of is het gewoon pech wat je overkomt?
Neem het roken.
Onlangs heeft ook een Nederlander de rookindustrie voor miljoenen aangeklaagd. Vanwege longemfyseem heeft hij niet lang meer te leven, dus je vraagt je af wat hij met al die miljoenen moet en of hij op het eind niet iets anders te doen heeft dan te procederen, maar daar gaat het nu even niet om. Waar het om gaat is dat die roker zichzelf wel erg dom afschildert, en dat zeg ik als iemand die zelf jaren lang gerookt heeft.
Hééft.
Diep in zijn hart wist iedereen natuurlijk altijd al dat roken slecht is. Je voelt het vanaf het eerst hoestje in de ochtend. En je voelt het als je na een doorrookte nacht voor het eerst duizelig wordt. Je voelt het, maar je neemt het risico en praat je het weg met het verhaal over opa die zijn hele leven twee pakjes per dag heeft gepaft en die toch 94 is geworden.
Ik zal je nog een voorbeeld geven. Als een kenner op dit gebied zul je weten dat vrouwen onrustig worden als de zomer nadert. Blote benen, het strand lokt, Casanova in zijn speedboot. Maar nu heeft mijn vrouw onlangs gereflecteerd op de volgende advertentie: “Paola and Petra. Body Tuning en Fitness. Wij doen de Brazilian Bikini Wax. Jij zegt auw! Maar hij zegt wauw!”.
Om het “public hair” op haar lichaam te verdelgen, ging mijn vrouw naar de dames toe. In de achterkamer van een kapsalon werd zij door Paolo en Petra ingesmeerd met dikke lagen babypoeder. Daar overheen ging warme wax, en het geheel werd tenslotte toegedekt met reepjes katoen. Toen dit prakje hard was geworden, stapte Petra – een kordate courtisane met mollige armen – naar voren en trok in één beweging de repen eraf, mijn vrouw in een verkrampte schreeuw achterlatend.
Mijn vrouw is ook nog zo onverstandig geweest zich een rittenkaart voor de zonnebank te laten aansmeren: twaalf keer een huidkanker verwekkende behandeling om mij “Wauw!” te laten zeggen.
Collega, kun je je ook all-risk verzekeren tegen het leven?
Je ongebruinde vriend Max.
Beste bleekneus,
Wat hoor ik nou? Is je vrouw er ook ingetrapt?!? De Brazilian Bikini Wax? Ik moet daar wel een beetje om lachen, eigenlijk. Net nu het schaamhaar weer voorzichtig met een comeback bezig is, eindelijk, heeft zij zich bij Paola en Petra vervoegd. Ooh, ooh, ooh.
En dan die pijn, dat gun je zo’n mooie vrouw toch niet!
Terwijl ze jou ongetwijfeld geen groter plezier had kunnen doen dan het vriendelijke verzoek of jij voorzichtig het scheermes ter hand zou willen nemen, ja toch? Geef maar eerlijk toe! Zeker de eerste keer is het een geweldige sensatie om je vrouw te mogen ontharen, maar kort daarop, de volgende dag meestal, blijkt dat die haren ook weer aangroeien en voor je het weet ben je iedere ochtend twee keer zo lang bezig met zeep en mes – vandaar dat ik met grote blijdschap kennis heb genomen van de trendswing ten gunste van de haargroei op geheime plekken die de laatste tijd waarneembaar is en die Paola en Petra hun broodwinning zal kosten.
Daar heb ik overigens geen moeite mee, want die twee redden zich wel, die stappen gewoon over op haarimplantaten en schaamlipverkleining, wat ik je brom.
Kun je je verzekeren tegen tegen het leven, vraag jij je in dit verband af. Welnu, ik zou daar graag voor eens en voor altijd een keihard antwoord op geven, maar ik denk dat ik er vandaag niet toe kom, want zojuist, je gelooft het niet, is mijn fiets gestolen. Dat gebeurt regelmatig als je in Amsterdam woont, maar iedere keer ontregelt het mijn leven volledig.
Eerst vloek je je schor, dan kijk je verwilderd om je heen, vervolgens barst het zweet je uit, tot slot doemt de hele papierwinkel van aangiften en verzekeringsformulieren op – het leven vernauwt en verengt zich als het ware tot maar één eenvoudig ding: zo snel mogelijk dit akkefietje aan kant en een nieuwe fiets. Tunnelvisie, noemen ze dat, geloof ik, en hoe graag ik ook volwassen en rustig zou willen blijven, ik ben er weer helemaal het slachtoffer van. Het is dat mijn vrouw heeft aangekondigd dat we vanavond bij kaarslicht gaan eten, anders zou ik voor de tram springen. Maar je zult altijd zien dat die tram dan nauwelijks vaart heeft. Dan lig ik daar voor joker.
Gelukkig zit overal mijn haar goed en heb ik een schone onderbroek aan, voor in het ziekenhuis.
Je geplaagde vriend, Martin.