Op staatsbezoek in Fort Knox

Columns

Voor de populariteit van politici zijn imago en beeldvorming vaak belangrijker dan de inhoud en de kwaliteit van het beleid. Laten wij daarom nagaan wat wij van de belangrijkste bewindslieden uit het kabinet-Rutte in dit opzicht kunnen verwachten. Ze staan nu allemaal schoon gewassen aan de start, maar straks zal een aantal van hen lelijk beschadigd zijn.
Verschillende bewindslieden zullen in aangeschoten wild veranderen, terwijl wij ook niet moeten opkijken wanneer een enkeling groggy moet worden weggedragen – om nooit meer in de arena terug te keren.

Laten wij beginnen met de minister-president Mark Rutte (43). Hij heeft een jeugdige uitstraling, die nog wordt vergroot doordat hij zich laat omringen door een aantal opa’s. Rutte straalt gedrevenheid uit, wat Balkenende die het woord dynamiek te pas en te onpas gebruikte, maar niet wilde lukken. Marketingtechnisch bezien zou Rutte er onverstandig aan doen tijdens zijn premierschap een vriendin (of een vriend) te nemen. Voor elk showprogramma is zijn huwelijkse staat een onderwerp. Daardoor blijft Rutte voortdurend in de publiciteit als de meest begeerde vrijgezel van Nederland. Mannen zullen hem erom bewonderen en bij vrouwen zal hij nog meer gewild zijn.

Mark Rutte+vrouwen

Door te trouwen zou Rutte deze luxepositie in één keer verspelen. Eigenlijk kan er maar één zwaarwegende reden voor hem zijn om te trouwen, en dat is wanneer het met het land wanhopig slecht gaat. Wanneer de vijand aan de grens staat, de dijken dreigen door te breken of wanneer staatskas volledig is geplunderd. Pas dan zou Rutte kunnen overwegen om te trouwen, ten einde de aandacht af te leiden van de binnenlandse problemen. Machtige landen, zoals de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk, beginnen in zo’n geval een verre oorlog, maar aangezien Nederland juist gaat bezuinigen op Defensie, blijft er voor Rutte in het uiterste geval alleen een trouwerij over.

Maar voorlopig zie ik het er niet van komen.

De opa’s waar ik het zojuist over had, zijn Uri Rosenthal (65) en Ivo Opstelten (66), beiden van de VVD. Van hen zal Rosenthal het verreweg het zwaarste krijgen. Rosenthal is iemand met een joodse naam, die als Minister van Buitenlandse Zaken aan de moslimlanden moet gaan uitleggen hoe de gedoogsteun van Geert Wilders in elkaar zit. Geef mijn portie maar aan Fikkie, want dat gaat echt niet lukken.

En als Rosenthal nou nog over een bekwame staatssecretaris beschikte, maar helaas moet hij het doen met Ben Knapen. Naar verluidt zou Knapen vooral geïnteresseerd zijn in een staatsbezoek aan Fort Knox, om daar zijn zakken met goud te vullen. Vanuit imagebuilding bezien, is de keus van Knapen niet handig. Een falende ondernemer die met een dikke bonus er vandoor is gegaan, dat zal Knapen blijven achtervolgen. Nu hij de post ontwikkelingshulp krijgt, kan Knapen van zijn bonus misschien een paar waterputten in Afrika laten slaan.

Ivo Opstelten heeft het daarentegen relatief gemakkelijk. Als er iets een imagoprobleem is dat is het wel het probleem van de veiligheid. De misdaadcijfers schijnen al jaren omlaag te gaan, maar de mensen voelen zich toch onveiliger. Daar is dus alleen maar winst te behalen, zonder dat er je veel voor hoeft te doen. Een groot voordeel is dat je met misdaadstatistieken zo’n beetje alles kunt bewijzen. Daarbij wordt Opstelten bijgestaan door staatssecretaris Fred Teeven, die op een geleerde manier plat Amsterdams praat, zodat je moet aannemen dat hij het milieu van binnenuit kent.

Nee, dat ministerschap van Opstelten wordt een groot succes!

Speciale aandacht verdient Hans Hillen (63), die je de derde opa van Mark Rutte zou kunnen noemen. Als oud-voorlichter weet Hillen precies hoe je moet liegen en die kunde zal hem als minister van Defensie goed van pas komen. De Amerikanen gaan namelijk opnieuw om  Nederlandse troepen vragen, ten einde de nutteloze oorlog in Afghanistan voort te zetten.

De volgende keer over de andere bewindslieden van het nieuwe kabinet.

Het Parool, 16 oktober 2010