Albert Heijn, geld en vrouwen

Columns

Het lijkt wel of tegenwoordig alle mannen op hun 83ste dood gaan. Dit keer was het de beurt aan Albert Heijn, die afgelopen donderdag op zijn Engelse landgoed Pudleston Court is gestorven. Afgaande op de eerste necrologietjes lijkt Albert Heijn mij een man waar zowel een roman als een speelfilm in zit. In alle opzichten moet hij een fascinerende figuur zijn geweest.

Hij kwam uit een ondernemersfamilie die droom van kruidenier tot miljardair heeft waargemaakt. Er waren vele drama’s in zijn leven, zoals de moord op zijn broer Gerrit Jan. In een zaak die Nederland wekenlang in de ban hield, kwam uit dat Gerrit Jan was gedood door Ferdi E., over wie Tim Krabbé een boek schreef dat nooit is uitgekomen.

Het lijkt wel of alles wat Albert Heijn aanraakte, veranderde in een bal van goud met de geur van ziekte en dood. In zijn jeugd kreeg hij polio, maar net als de voetballer Jan de Natris (Nederlands elftal) trainde hij zo hard dat hij weer kon lopen. Op latere leeftijd belandde hij toch in een rolstoel. Zijn eerste huwelijk strandde op het drankprobleem van zijn vrouw. Zijn tweede vrouw pleegde zelfmoord en zijn derde vrouw kreeg ongeneeslijk kanker. Pas zijn vierde huwelijk slaagde, zo lees ik in het Financieele Dagblad. Ik bedoel maar: geld maakt niet gelukkig, maar het stelt je wel in staat gemakkelijk vrouwen te vinden.

Albert Heijn

Elders lees ik dat het bedrijf bij zijn komst in 1949 een omzet had van dertig miljoen gulden en bij zijn vertrek veertig jaar later van 8 miljard euro. Maar zijn opvolgers maakten er een puinhoop van en van de fraude die aan het licht kwam, is het aandeel nooit hersteld. Ik zie nog de toenmalige topman Cees van der Hoeven trots over de jaarcijfers spreken. Daarna stortte de boel in. Dat die Van der Hoeven sindsdien een dikke boterham verdient met financiële adviezen kan volgens mij alleen in Nederland. In de Verenigde Staten zou die vent voor tenminste vijftig jaar achter de tralies zijn gegaan.

Sindsdien kampt Albert Heijn met een imagoprobleem. De kruidenier die op de kleintjes zei te letten, had er een potje van gemaakt. Dat AH zich toch heeft weten te herstellen, mag een klein wonder heten. Te meer omdat ik Albert Heijn eigenlijk niet zo’n geweldige supermarkt vind. Een vergelijking met de Belgische Delhaize of de Zwitsere Migros valt beslist niet in het voordeel uit van de Nederlandse keten. Zo is de groetenafdeling van AH niet om naar huis te schrijven en ook de huismerken laat ik meestal liggen. Vlees en vis koop ik ook nooit bij AH en als je dan toch sushi in je assortiment opneemt, doe het dan goed.

Harry Piekema

Even leek het erop dat het grote publiek zich tegen Albert Heijn zou keren, maar zo ver is het niet gekomen. AH mag de acteur Harry Piekema, die sinds 2006 in reclamespotjes een filiaalchef speelt, wel dankbaar zijn. Bijna in zijn eentje heeft Piekema van AH weer een bedrijf met een sympathieke uitstraling gemaakt. Dat Piekema zelfs een eigen fanclub heeft, spreekt boekdelen. Piekema, ooit de helft van het clownsduo Hamm & Hoppa weet zijn rol met een zekere elegantie te dragen. Hoe moeilijk dat is, kun je zien aan een acteur die in Theo van Gogh-films speelde en die tegenwoordig als een lulletjerozenwater reclame maakt voor bitterballen. Het is niet Peer Mascini, en verder zullen wij zijn naam met de mantel der liefde bedekken.

Als ik aan Albert Heijn denk, denk ik ook aan mijn ouders, die daar sherry kochten en Pinard – van die goedkope wijn in kartonnetjes. Ook Gerard van het Reve hield daarvan en Reve is daar niet 83, maar toch nog 82 mee geworden. Albert Heijn dronk graag. Volgens het FD zou hij gezegd hebben: “Het einde is nabij, kom gezellig een borrel drinken”.

Het Parool, 15 januari 2011