Bril & Pam (17)

Gastenhoek

In 2005 had ik met Martin Bril een kleine, tweewekelijkse correspondentie voor het blad Verzekerd!

Bril & Pam 3

Het betaalde goed, dit intern verspreide blaadje voor verzekeraars, maar weinigen zullen onze stukjes gelezen hebben.

Aflevering 17

Bril

Collega!

Ben jij wel eens iets kwijt? Ik wel. Zo was ik vandaag mijn zonnebril kwijt. Heel ongelukkig, want de zon scheen dat het een aard had. Ik vergeet die bril eigenlijk zelden (ik gebruik hem ook om mijn kapsel in bedwang te houden), maar nu trof ik mezelf ineens zonder zonnebril in de auto – pal tegen de zon in rijdend. Ik dacht: wat kan mij het schelen, straks als ik thuis ben, pak ik die bril en komt alles in orde. Maar toen ik thuis kwam, kon ik hem niet vinden.

Nergens.

Niet in de koelkast, niet in mijn bureau, niet in de klerenkast, niet in de badkamer, niet in de lingeriela van mijn vrouw. Ook niet in de vuilnisbak, noch verscholen tussen de kussens van de bank, nergens. Ik weet dat je in zulke situaties koelbloedig moet blijven (fatalisme helpt ook), maar ik word altijd knettergek – die zonnebril moet en zal onmiddellijk boven water komen. Ik reconstrueerde dus de laatste dag dat ik hem op had – wat had ik toen gedaan?

Naar de slager geweest.

Naar de visboer.

Naar het café.

Naar de boekhandel.

Naar de kleermaker.

Kist wijn gekocht.

Geneukt met mijn eigen vrouw – dus bij een ander moppie hoefde ik de bril niet te zoeken. Dat was tenminste een klein lichtpuntje. Ik belde de slager – geen zonnebril gevonden. Ik reed naar de visboer; dicht. In het café: een hele mand oude zonnebrillen, maar de mijne zat er niet tussen. Ik overwoog de zonnebril van een ander mee te nemen, maar zag daar toch maar vanaf. Naar de boekhandel: geen bril. Bellen met de Turkse kleermaker: geen zonnebril. Wijnhandel: dicht. Het werd me zwaar te moede.

Driekwart dag was ik nu bezig met het opsporen van mijn zonnebril. Volgens mij had ik in die tijd wel drie nieuwe brillen mij elkaar kunnen verdienen, maar toch ging ik door met het huis op z’n kop te zetten en mezelf tot razernij drijven. Ik kreeg bovendien slaande ruzie met mijn vrouw, kortom: de dag liep totaal in het honderd. Ik weet het: eigen schuld. Maar er schuilt toch iets onrechtvaardigs in, vind ik: sommige mensen hebben nooit zulke problemen, en ik regelmatig – en toch kan ik me nergens tegen de gevolgen ervan verzekeren. Ik sta als het ware in de kou, met mijn eigen karakterfouten onder de arm.

Red me!

Je vriend Martin

Waarde collega!

Pam

Laten ik beginnen met je te beknorren, want uit je brief blijkt dat jij je klassieken niet kent. Anders zou je wel geweten hebben dat de bekende Duitse toneelschrijver Peter Handke eens heeft beweerd: “Mensen die hun bril bovenop hun hoofd zetten, hebben kennelijk geen ogen in hun kop”.

Eerlijk gezegd ben ik het daar wel mee eens. Dat je bril op je hoofd zet om je haar bij elkaar te houden, dat is allemaal aanstellerij en koketterie. Neem dan brillcream of voor mijn part een haarbandje, maar imiteer geen gewoonte uit modeblaadjes. Wist je trouwens dat Peter Handke zo´n beetje de enige westerse intellectueel is, die tot het einde Milosevic en de Serviërs heeft verdedigd? Ik bedoel maar. Een echte non-conformist.

Verder is het beter je erbij neer te leggen. Dingen raken nu eenmaal weg. Heb je trouwens al boven op je hoofd gekeken? Hoe vaak heb ik niet een bril gezocht, die gewoon op mijn neus zat.

Maar nu even iets heel anders.

Omdat je een fervent automobilist bent, iemand die altijd op de weg zit, moet ik je even waarschuwen. In de krant stond dat het aantal schadegevallen met te snel dalende slagbomen het afgelopen jaar dramatisch is gestegen. Vooral in de Westerscheldetunnel schijnen de slagbomen al neer te klappen, voordat het betreffende voertuig goed en wel heeft kunnen optrekken. In plaats van een zonnebril krijg je daar een slagboom op je kop, en voor motorrijders zijn de gevolgen nog groter dan voor automobilisten. Motorrijders krijgen daar gewoon een pak slaag.

Omdat de weggebruikers in dit geval geen blaam treft, probeert de verzekering nu de schade te verhalen op de NV Westerscheldetunnel, maar herinner jij je nog de acteur Hugo Metsers, die in de parkeergarage van het Muziektheater zijn Mercedes stiekem met de auto van zijn voorganger wilde meesmokkelen door snel gas te geven? Daar zijn geen slagbomen, maar een soort klep die uit de grond te voorschijn springt. Het schijnt dat Hugo onder veel knarsend vuur de lucht in werd getild en dat verzekering de schade niet wilde dekken.

Kortom, collega, er zijn heel wat ergere dingen in de wereld dan het verliezen van een zonnebril. Als je maar de Westerscheldetunnel mijdt, kan er eigenlijk niets gebeuren.

Je waarschuwende vriend, Max