Bril & Pam (19)

Gastenhoek

In 2005 had ik met Martin Bril een kleine, tweewekelijkse correspondentie voor het blad Verzekerd!

Bril & Pam 3

Het betaalde goed, dit intern verspreide blaadje voor verzekeraars, maar weinigen zullen onze stukjes gelezen hebben.

Aflevering 19

Bril

Collega!

Het was op een vrijdag dat ik naar Vlissingen moest. Het regende en stormde. Volgens het KNMI werd het noodweer. Dat bleek een understatement, want amper zat ik in de auto of ik hoorde op de radio dat het land vol files stond. Daar was ik niet mee geholpen, want ik moest nog steeds naar Vlissingen, dus ik vertrok.

Een paar uur later naderde ik Den Haag, stapvoets, alsof ik te paard was. Op de radio was het inmiddels een feest van rampspoed en ellende. In Apeldoorn was een pak sneeuw gevallen. Snelwegen waren gesloten, bomen lagen op de treinrails, het leger rukte al uit om dekens uit te delen. Ik moest nog steeds naar Vlissingen, maar ik voelde Apeldoorn aan me trekken – daar wilde ik zijn, want dan kon ik me ingesneeuwd weten.

Ken je dat – ingesneeuwd zijn?

Het is een van de mooiste toestanden waarin een mens zich kan bevinden, naar mijn overtuiging. Gevangen in een witte wereld, geen kant op kunnen, helemaal het slachtoffer van natuurgeweld zijn, daarin waardig berusten en intussen diepe borden erwtensoep leeglepelen en af en toe wat sneeuwballen gooien met de andere ingesneeuwden, beter kan het niet. Maar ja, ik moest naar Vlissingen, en niet naar Apeldoorn.

Tegen de tijd dat het donker werd, bereikte ik Zierikzee en de Zeelandbrug. Het waaide nog steeds als een gek, de brug was voor caravans verboden. Ik had mijn caravan niet bij me, dus ik had mazzel. Op de radio heerste totale chaos. Dorpen in de Achterhoek waren afgesneden van de wereld. Stroom viel overal uit. Sporthallen, theaters en bordelen werden overhaast ingericht om gestrande reizigers op te vangen. Het was maar goed dat ik mijn reisdoel inmiddels scherp in het vizier had, anders was ik omgekeerd om mij bij de gestranden te voegen.

Weer wat later gleed ik Vlissingen binnen, een mooie stad, en helemaal als het waait. De radio stelde de vraag wie al deze ellende ging betalen. Er werd overgeschakeld naar woordvoeders van bedrijven. Ik dacht aan zoete lieve Gerritje (weet jij wie dat is?) en deed toen de radio uit. Bah, wat een stom land. Eén windvlaag en het ligt op z’n gat.

Je Bril

Antwoord:

Pam

Waarde Collega,

Wat kun je toch altijd verschrikkelijk overdrijven! Op dezelfde radio hoorde ik dat de verzekeraars de stormschade op zo’n twintig miljoen euro schatten. Een kinderachtig bedrag, als je het mij vraagt. Een enkele vleugel van een gevechtsvliegtuig kost al meer en zelfs een klein schilderijtje van Rembrandt kun je er niet van kopen. Zo erg kan die storm dus niet geweest zijn. Pas als het in de miljarden gaat lopen, mag je gaan klagen.

Zelfs heb ik op de bewuste dag, of zeg maar avond, achter ons nieuwe kacheltje gezeten. Mijn vrouw heeft namelijk een zogenaamde allesbrander laten aanleggen. Aanvankelijk wilde ze een open haard, maar dat is ons ernstig afgeraden door een delegatie van in smetteloos wit geklede schoorsteenmannen. Die gingen met allerlei apparatuur het dak op en kwamen terug met grote zwarte vegen op hun kledij. En met de mededeling dat de oude luchtkanalen zo verstopt waren en dat er nieuwe aangelegd moesten worden. Van de daarbij behorende kosten kon je het een maand lang laten stormen in Nederland.

Maar een allesbrander kon nog net, je weet wel, zo’n zwart potkacheltje waar je hout, papier en kartonnen melkpakken in kunt gooien. Bij kennissen van ons heb ik wel eens een ballpoint in het vuur gegooid, een feestelijk gezicht, want ik heb een hekel aan dat schrijfgerei. Het plastic begon helemaal krom te trekken en verspreidde een geur die helemaal overeenkomstig de aard was van het voorwerp. Het voordeel van zo’n allesbrander is ook dat de kinderen er sinterklaasliedjes voor kunnen zingen. Tot dusver deden ze dat bij de centrale verwarming, maar dat blijft behelpen. Mijn zoon kon de relatie tussen de centrale verwarming en een paard op het dak maar moeilijk doorgronden. Dat probleem is sinds de allesbrander voorgoed opgelost.

Wat ik er eigenlijk mee wil zeggen is: waarom naar Vlissingen als je ook gewoon thuis kunt blijven? In deze tijd van televisie en internet is reizen regelrechte aanstellerij. Zelfs een voetbalwedstrijd kun je tegenwoordig beter op je driezitsbank zien dan in het stadion. Als iedereen thuis bleef waren de verzekeraars ook veel beter af, omdat er dan geen schade was om te dekken. En de mensen hoefden dan ook geen premie te betalen.

Je huismus Max