De jeugd is dom

Beweringen en bewijzen

Een tijd geleden hoorde ik op de radio een interview met de patholoog-anatoom die autopsie had gepleegd op Hendrikje van Andel, de vrouw die in 2005 op 115-jarige leeftijd was overleden. Hendrikje is nog steeds de oudste Nederlander die ooit heeft geleefd.

Hendrikje van Andel

De lijkschouwer was vermoedelijk prof. Holstege van de Groningse universiteit, die nog moeilijkheden heeft gekregen omdat hij met zijn onderzoek de privacy van de overledene zou hebben geschonden. De doodsoorzaak van Hendrikje kon van belang zijn voor het onderzoek naar Alzheimer.

Vond men in haar hersenen Alzheimersporen, dan zou het aannemelijker worden dat Alzheimer een typische ouderdomsziekte is en geen aandoening die iedereen kan treffen, ongeacht leeftijd. Maar mevrouw Van Andel had geen Alzheimer. Ze bleek te zijn gestorven aan maagkanker.

In het interview met de patholoog-anatoom is mij vooral één opmerking bijgebleven. Hij zei dat mevrouw Van Andel op haar 115de de hersenen had van een veertigjarige.

De algemene gedachte is dat je hersenen aftakelen naarmate je ouder wordt, en daarmee natuurlijk ook je verstand.  Wat maatschappelijk betekent dat je na je vijftigste niet meer helemaal serieus wordt genomen. Werknemers nemen liever een jongere gast in dienst en op je 65ste word je geacht met pensioen te gaan. Je werkzaam aandeel zit erop. Je moet de vakbeweging eens horen schreeuwen als iemand voorzichtig voorstelt de AOW-leeftijd met een jaartje te verhogen.

Vreemd genoeg staat die trend diametraal op mijn eigen ervaringen bij het ouder worden. Ik heb het nooit hardop durven zeggen, want voor je het weet voor het als een teken van seniliteit beschouwd, maar mijn eigen indruk is dat ik met het klimmen der jaren alleen maar slimmer ben geworden. Daarbij begint het mij pijnlijk op te vallen hoe dom de jeugd om mij heen eigenlijk is. Ik ga niet zo ver om te beweren dat ik iemand van beneden de veertig nog nooit iets zinnigs heb horen beweren, maar het is een terugkerende ervaring dat interessante gedachten en observaties vooral voorkomen bij mensen die de helft zo’n beetje voorbij zijn. Jongeren zijn heel goed in wiskunde, schaken en muziek, daar kunnen de ouderen in de verste verte niet aan tippen, maar als het gaat om mensenkennis en om maatschappelijk inzicht zijn jongeren meestal nergens. Verbaal is het ook mondjesmaat bij veel jongeren.

Als ik ’s nacht mijn vals gebit op het nachtkastje leg en wanhopig in mijn geheugen graven moet waar ik mijn viagra-pil gelaten heb, dan geef ik mij – bij gebrek aan beter – graag over aan gemijmer. Hoe de jeugd aan de jeugd verspild is. En dat de wijnstok meer druiven produceert als hij jong is, maar betere druiven als hij oud is – dat soort geleuter.

Barbara Strauch

Niettemin was ik aangenaam verrast toen ik deze week las dat verschillende van mijn gedachten nu ook door wetenschappelijk onderzoek worden geschraagd. Volgens een studie van Barbara Strauch, getiteld The Secret Life of the Grow-Up Brain: The Surprising Talents  of the Middle-Aged Mind, sterven je hersenen bij het ouder worden helemaal niet af, maar gaan zij alleen anders werken. In veel gevallen gaan ze juist beter werken. De hersenen van een 55-jarige zijn misschien minder alert en flexibel, maar in het oplossen van problemen zijn zij scherpzinniger en adequater.  Uit een onderzoek van zes duizend proefpersonen kwam naar voren dat de groep van 40 tot 65-jarigen veel hoger scoort op allerlei cognitieve tests. Zelfs in kwesties van snelheid en geheugen bleef deze groep de twintigers en dertigers de baas, iets wat je totaal niet zou verwachten.

Op Mail-Online staat een uitvoerig uittreksel uit het boek, geschreven door Barbara Strauch zelf. Geloof het of niet, maar als je een foto van Strauch bekijkt van tien en vijf jaar geleden dan zie je dat zij in de loop der jaren ook fysiek aantrekkelijker is geworden. Volgens Strauch worden wij tot onze 65ste alleen maar slimmer en moet je je geen zorgen maken wanneer je eens iets vergeet. Wie in zijn jeugd goed is opgeleid, zal die voorsprong in de latere jaren alleen maar vergroten. Hoe complexer en maatschappelijker het probleem, hoe groter de voorsprong voor de veertigplussers. Telkens bevestigt neurologisch onderzoek naar bepaalde vetstoffen in de hersenen die conclusies.

Door hun superieur inzicht zijn veertigplussers over het algemeen ook nog optimistischer en zorgelozer van aard, want zij hebben ingezien dat tobben tot niets leidt en volkomen contraproductief is.  Kortom, het wordt mijn tijd een alles omvattend meesterwerk te schrijven. Aan de slag!

De Volkskrant, 26 maart 2011