MÜNCHEN, 5 mei 2011 – In Duitsland wordt 5 mei niet gevierd en er was dan ook gewoon een zitting in het proces tegen Iwan Demjanjuk, de 91-jarige die ervan wordt verdacht medeplichtig te zijn aan de moord op duizenden Joden in het vernietigingskamp Sobibor.
Dit keer was ik vroeg en vond een dichtte deur. Ik nam plaats op een stoel. Even later verscheen aan het einde van de gang een silhouet, in wie ik Ulrich Busch (64) herkende, de verdediger van Demjanjuk. Hij is een man van bijna twee meter. Anderhalf jaar geleden maakte hij nog een vitale en energieke indruk. Hij liep met grote passen en met zijn sarcastische stem joeg hij iedereen tegen zich in het harnas, zonder dat hij daar zichtbaar onder leed.
Maar nu strompelde Doctor Busch.
Voetje voor voetje kwam hij dichterbij, waarbij hij zijn advocatenkoffertje achter zich aan sleepte. In de slecht verlichte gang waren wij de enigen. Toen hij mij had bereikt, plofte hij in de stoel naast me. Je wordt toch een beetje familie, als je zo vaak met elkaar in dezelfde ruimte verkeert, ook al wordt in die ruimte een oorlogsmisdadiger verdedigd.
“Het gaat niet zo goed met u”, zei ik obligaat.
Dat beaamde hij. Hij zat in zijn rug, hij zou eigenlijk zo snel mogelijk moeten worden geopereerd. Het leek wel het noodlot van alle advocaten, die Demjanjuk in de loop der jaren hadden verdedigd. De eerste, zei Busch, was gestorven. De tweede was van negen hoog uit het raam gesprongen en derde was door een kwaaie voorbijganger zoutzuur in het gezicht gegooid. Die advocaat had verschillende operaties moeten ondergaan, hij had een half jaar in het ziekenhuis gelegen om het gezicht in de ogen terug te krijgen.
Ik wist dat Busch het over Yoram Sheftel had, de Israëlische advocaat die altijd heeft geloofd in Demjanjuks onschuld en die de vermeende kampbeul tegen alle odds in ook had vrij gekregen.
“En nu ben ik aan de beurt”, zei Busch.
Ik zweeg.
Zo zaten wij een tijdje. Langzaam begon het binnendruppelen van rechters, advocaten, griffiers, journalisten en van andere belangstellenden. In de verte was ook mevrouw Busch in aantocht. In haar fysieke verschijning is zij het tegendeel van haar man. Zij is een klein en mollig vrouwtje, geblondeerd, en met beentjes waarin het begin van elefantiasis zichtbaar is. Ook zij strompelde. Stapje voor stapje ging het.
Het zijn zware tijden voor het echtpaar Busch. De morele druk is groot. Bergen van lijken zijn langs getrokken in dit proces. Deuren van gaskamers hebben wijd opengestaan. Vernedering, vernietiging en volkerenmoord zijn de terugkerende begrippen geweest. En in deze orgie van perversiteiten moet Busch een 91-jarige bedlegerige bejaarde verdedigen, die symbool staat voor alle terreur en wreedheden.
Wat is de eer die hij hier kan behalen?
Hitler staat niet terecht, noch Reinhard Heydrich, noch Odilo Globocnik, of al die andere Duitsers die de bevelen hebben gegeven om de Joden uit te roeien. Terecht staat “de kleinste aller vissen”, om de terminologie van de verdediging te blijven.
Dan zwaaien de deuren open en beiden, man en vrouw Busch, manken naar binnen. Hij gaat op eigen stoel zitten en zij op de publieke tribune. Direct wordt mevrouw Busch omringd door een aantal manspersonen in klederdracht. Zij hebben hangsnorren en dragen gebreide truien. Sommige van hen lijken zo te zijn weggelopen uit Kuifje en de scepter van Ottokar. Daarin wordt van een land gesproken dat Syldavië heet.
De Oekraïne dus.
Net als de verdachte Iwan Demjanjuk is mevrouw Busch van Oekraïense afkomst. De mannen op de publieke komen haar steunen. Zij komen Demjanjuk steunen. Zij komen de Oekraïense zaak steunen. Wat konden immers al die Oekraïense krijgsgevangenen eraan doen dat zij destijds door de nazi’s werden gedwongen het vuile werk op te knappen? Voor de Oekraïners staat vast dat Demjanjuk onschuldig is.
“Zelfs de Joden hebben vrijgesproken”, zegt één van hen, “wat halen die Duitsers toch in hun hoofd?”.
Doctor Ulrich Busch begint aan zijn betoog. Hij spreekt over de Oekraïense krijgsgevangenen die in het Poolse Trawniki hun opleiding tot concentratiekampbewaker kregen. Hij bagatelliseert hun rol en zegt dat de Trawniki’s vaak niet meer nodig waren. Hun werk werd overgenomen door de Joodse Sonderkommando’s, die zo meehielpen aan de vernietiging van hun eigen volk.
Een advocaat van de medeaanklagers, die dit niet meer kan aanhoren, verlaat de rechtszaal. Vanaf de publieke tribune kijken de Oekraïners hem vol onbegrip na. Eentje draait aan zijn snor. Verschillende werelden.
MÜNCHEN, 10 mei 2011 – Het eindspel nadert, de rechtszaal zit stampvol en verdediger Ulrich Busch heeft een slotpleidooi voor zich ter dikte van een boekwerk. Op schrille toon leest hij voor, slaat hij pagina na pagina om, terwijl hij zijn gehoor geselt met juridische uitweidingen die onafwendbaar tot één conclusie leiden: vrijspraak. Intussen ligt de verdachte John/Iwan Demjanjuk bewegingloos in bed en slaapt ogenschijnlijk de slaap der onschuldigen.
Dit is de vierde dag dat Busch zijn pleidooi probeert af te ronden, maar erg soepel gaat het niet. Gisteren behandelde hij het legaliteitsbeginsel, dat wil zeggen dat een verdachte alleen vervolgd kan worden voor feiten die ook destijds strafbaar waren. Of Busch daarmee wilde betogen dat de vernietiging van Joden een Führerbefehl was, en dat de doodsfabriek van Sobibor dus legaal was, werd helemaal duidelijk. Het betoog van de verdediger was door de hele en halve herhalingen nogal warrig.
Efficiënter leek zijn poging om verwarring te zaaien over Demjanjuks identiteit. Volgens Busch blijkt uit de stukken dat er zes, eigenlijk zeven, verschillende Demjanjuks zijn geweest. Getuigen die in de loop der jaren over kampbewaker Iwan Demjanjuk zijn ondervraagd, hebben dat steeds in andere bewoordingen gedaan en hebben daarbij ook steeds andere feiten genoemd. Al deze getuigen hebben, aldus Busch, hun eigen Demjanjuk gemaakt. Onderling verschillen zij nogal van elkaar.
Daarbij is de lengte van Demjanjuk een heikel punt. Zo staat op het befaamde Dienstausweis dat Demjanjuk 1 meter 75 is. Dat is echter niet in overeenstemming met de verklaring van een andere Oekraïense kampbewaker dat de Duitsers voor dit soort klusjes alleen maar sterke mannen uitzochten van boven de 1 meter 80. Wie zeventig jaar later de verdachte in zijn bed ziet liggen, ziet nog altijd de contouren van een boom van een vent. Heeft de Duitser, die destijds het Dienstausweis invulde zich misschien vergist?
Busch denkt van niet. Hij denkt dat de het persoonsbewijs van Demjanjuk een vervalsing is, in elkaar geknutseld door de Sovjets. Die vervalsing is de crux van de verdediging. Volgens Busch heeft de Russische Geheime Dienst door middel van folteringen de toenmalige Oekraïense kampbewakers – de zogenaamde Trawniki-Männer – bekentenissen en valse verklaringen afgedwongen.
Ook Demjanjuk, hoewel zelf in Amerika woonachtig, zou daar de dupe van zijn geworden. Het geheimzinnige dossier 1627, dat zich volgens Busch nog altijd in de KGB-archieven bevindt, zou daar klaarheid in kunnen brengen. Busch hekelde de onwil van de rechtbank om nader onderzoek toe te laten.
Zo werd het einde van de middagzitting bereikt. Busch zei nog twee uur van voorlezen nodig te hebben, waarop een van de Nebenkläger riep: “Oh, nee…!”. Daarna stroomde zaal leeg. Naast journalisten bestaat die voornamelijk ook twee groepen. Je hebt de Nebenkläger en hun aanhang. Zij zijn vóór een veroordeling. En je hebt de Oekraïners, die hun 91-jarige landgenoot steunen. Zij zijn tegen een veroordeling. In het voetbaltermen is dus het een wedstrijd van de Joden tegen de Oekraïners.
Morgen de laatste loodjes van Busch en donderdag het vonnis.
MÜNCHEN, 11 mei 2011 – Meer dan 35 jaar heeft hij terecht gestaan in verschillende rechtszalen en in verschillen landen, maar ook gisteren in München op voorlaatste dag van zijn proces heeft de 91-jarige John/Iwan Demjanjuk volgehouden dat hij onschuldig is. In de Verenigde Staten en in Israel zei Demjanjuk zelf dat hij niets te maken had met de Jodenmoord in het vernietigingskamp Sobibor, maar in München zweeg hij, zoals altijd, en liet hij het slotwoord over aan zijn verdediger Ulrich Busch.
Die trok nog één keer alle registers open om zijn cliënt af te schilderen als het grootste “Justizopfer” van het naoorlogse Duitsland. Het proces beschouwt hij als een “Justizskandal” zonder weerga. Op dramatische toon zei de verdediger dat Demjanjuk inmiddels aan “een gevangenispsychose” lijdt en dat zijn leven voorgoed is vernietigend, zelfs als hij wordt vrijgesproken.
In vele talen – ook in het Nederlands – gebruikte Busch het woord “zondebok”. Busch vertelde dat Demjanjuk bij de Duitse inval in de Oekraïne gewond was geraakt door een Duitse granaat , maar dat hij de verwondingen had overleefd. “Zeventig jaar later”, aldus de verdediger, “zal een granaat weer ontoereikend zijn om Demjanjuk te doden. Nee, de Duitse Justitie is er voor nodig om dat te bereiken”.
De rechters keken strak voor zich uit, toen Busch deze aanklacht naar voren bracht. De Amerikaans advocaat Mendelsohn, die enkele Nebenkläger vertegenwoordigt, zou tijdens de schorsing opmerken dat een Amerikaanse rechter dit nooit had geaccepteerd.
Tenslotte ging Busch in op het verwijt dat Demjanjuk had moeten deserteren om zo zijn kampbewakersrol in het vernietigingsproces te ontlopen. De stem van de verdediger werd honend, toen hij uitlegde wat de Oekraïners te wachten stond als zij probeerde te vluchten. Hij citeerde een lange rij getuigenissen, waaruit blijkt dat vluchtende Trawniki-Männer op weinig consideratie kon rekenen bij de Duitsers. De doodstraf was in dat geval normaal en als je geluk had, kwam je er vanaf met stok- of zweepslagen. Tenslotte eiste Busch naast vrijspraak en onmiddellijke invrijheidstelling ook smartengeld, waaraan hij met nadruk toevoegde dat Demjanjuks zwijgen in het geheel niet betekent dat de verdachte ook schuld bekent, zoals door enkele Nebenkläger is gesuggereerd.
Op de valreep diende Busch nog 36 stukken in, die volgens hem aan het bewijs moeten worden toegevoegd . De rechtbank zal die hedenmorgen behandelen en vermoedelijk worden ze alle zestien afgewezen. Daarna zal de rechtbank bekend maken hoe laat het vonnis zal worden uitgesproken.
Het blijft dus spannend tot het einde. Niemand in München durft een voorspelling te doen. Er zitten nog altijd gaten in het bewijs, maar de vraag is of men vrijspraak aandurft. Anderzijds is de verdediging weinig verheffend gevoerd en moest Busch zich laten welgevallen dat hij in de rechtszaal “een kapotte grammofoonplaat” is genoemd.
De eis van het Openbaar Ministerie is zes jaar. De straf zou wel eens hoger kunnen uitvallen, als de rechtbank de vertragingstactiek van de verdediging wil afstraffen. Ik houd het op twee à drie jaar, wat betekent dat Demjanjuk snel vrijkomt. Maar hang mij daar niet aan op.
MÜNCHEN, 12 mei 2011
Het Vonnis
John Demjanjuk, 91 jaar oud en vroeger Iwan Demjanjuk geheten, wordt in zijn roelstoel voor zijn rechters gereden. Zijn pet heeft hij afgedaan en ook het regenjack dat hij zelfs in bed heeft gedragen, is achterwege gebleven. Hij zit daar in een blauw T-shirt, recht tegenover rechter Ralph Alt, die het vonnis gaat voorlezen. Het is warm in deze zwaar beveiligde rechtszaal, waar ooit leden van de RAF zijn veroordeeld. Het materiaal is beton en dat enkele raam – meer een spleet – kan niet open.
Dan begint rechter Alt te spreken. Alle goeie dingen gaan in drieën, ook het vonnis van rechter Alt.
Punt één: de aangeklaagde John Demjanjuk is schuldig.
Punt twee: de aangeklaagde wordt veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf.
Punt drie: de aangeklaagde wordt veroordeeld in de kosten die door Nebenkläger zijn gemaakt, met uitzondering van het vakantiereisje naar Florida dat hun advokaat prof. Nestler tijdens het proces heeft ondernomen.
Er gaat een lichte huivering door de zaal. De straf komt bijna overeen met de eis van de openbaar aanklager, die om zes jaar had gevraagd. Onder de Nebenkläger heerst ook een gevoel van bevrijding. Op dit moment hebben zij lang gewacht. Er is eindelijk een straf voor de man die medeplichtig is geweest aan de moord op hun ouders, broers, zusters en op andere familieleden. Maar er is geen triomf en aan het eind van de middag zal toch nog de domper komen.
Dan zal Alt voorlezen welke verzachtende omstandigheden de rechtbank heeft meegerekend. De misdrijven zijn weliswaar niet verjaard, maar zeer lang geleden gepleegd. De aangeklaagde, die sinds een paar minuten een veroordeelde is, leeft in zijn 91ste levensjaar. Volgens het Duitse recht moet iedere veroordeelde het uitzicht hebben om toch enige tijd in vrijheid te kunnen leven. Een beetje problematisch voor iemand van die leeftijd, en daarom is enige aftrek op zijn plaats. Ook is er altijd aftrek voor mensen, die nooit eerder zijn veroordeeld, wat bij Demjanjuk – ondanks zijn ongelooflijke geschiedenis – toch het geval is. En dan heeft de voormalige kampbewaker met een aantekening van goed gedrag ook nog eens anderhalf jaar in voorarrest gezeten. Kortom, een ingewikkelde rekensom leert ons dat Demjanjuk, die tot vijf jaar is veroordeeld, precies vijf jaar aan aftrek heeft opgebouwd. John Demjanjuk, ooit Iwan Demjanjuk geheten, komt dus met onmiddellijk ingang vrij.
De veroordeelde kan gaan. Hij gaat ook, hij toont geen emoties en wordt in zijn rolstoel weggereden. Eén ding is zeker: hij zal in deze rechtszaal nooit meer terugkomen. De Nebenkläger blijven enigszins beduusd achter. Zij weten eigenlijk niet of ze blij moeten zijn of bedroefd. Vijf jaar en toch naar huis, dat willen wij allemaal wel. De Amerikaanse advocaat Mendelsohn, die enkele Nebenkläger vertegenwoordigt, is ontevreden. De straf was veel te laag. Wat hem betreft was het vijftien jaar geworden.
Formeel mag Demjanjuk een vrij man zijn, maar praktisch bezien wacht hem een zware toekomst. Waar moet hij heen? De Verenigde Staten, waar zijn vrouw en kinderen wonen, komt hij na de veroordeling niet meer in. Hij heeft zijn Amerikaans staatsburgerschap verloren en zal dat zeker niet meer terugkrijgen. Geen land wil hem opvangen, vermoedelijk zelfs de Oekraïne niet. Spanje heeft zelfs om zijn uitlevering gevraagd. En in Duitsland heeft Demjanjuk nog een forse rekening te betalen, nu hij is veroordeeld in de kosten van de Nebenkläger.
“Wij reizen in elk geval eersteklas terug”, zal een van Nebenkläger zeggen.
Bovendien is het proces tegen de laatste nazimisdadiger nog niet helemaal afgelopen. Demjanjuks advocaat Ulrich Busch heeft al aangekondigd “ein Revision” aan te zullen vragen, en ook het Openbaar Ministerie kan nog in cassatie.
Anderhalf jaar heeft het proces geduurd. In al die zittingen, bijna honderd in getal, heeft Demjanjuk één woord gezegd: “Hoiberg”. Dat was het plaatsje in Zuid-Duitsland, waar aan het eind van de oorlog zou hebben gezeten – niet in de kampen Sobibor of in Flossenburg. Gisteren, aan het begin van de zitting, heeft rechter Alt nog geprobeerd hem te verleiden tot een slotwoord, maar ook nu bleef Demjanjuk zwijgen. De vertaalster boog zich toen naar hem over en zei wat hij zelf niet kon zeggen: “Nein”.
In een lang betoog motiveerde Alt de beslissing van de rechtbank. Dat Demjanjuk in Sobibor is geweest, daarvoor achtte hij meer dan voldoende bewijs aanwezig. En wat dat befaamde Dienstausweis betreft, wees de rechtbank erop dat het met de meest moderne technieken op echtheid is onderzocht. Tevens zijn er verschillende persoonsbewijzen, die het – allemaal naast elkaar gelegd – onwaarschijnlijk maken dat er een vervalsing in het spel is. Dat het proces een politiek proces geweest zou zijn, wees de rechtbank met kracht af. “Er heeft geen volk op de beklaagdenbank gezeten, maar een man”, zei Alt.
Toen ik de rechtsgebouw verliet, hield een Duitse veiligheidsman keurig de deur voor mij open.
De Volkskrant, 6, 10, 11 en 12 mei 2011