De val van Dominique Strauss-Kahn, die in New York is gearresteerd omdat hij het kamermeisje zou hebben aangerand, confronteert ons niet alleen met vragen over man/vrouw-verhoudingen, macht en seksualiteit, maar werpt ons ook terug op onszelf. De telelenzen, die als kanonnen gericht staan op het huis waar Strauss-Kahn met zijn enkelband rondstrompelt, weerspiegelen ook de gulzigheid van het Grote Publiek.
En het Grote Publiek, dat zijn wij.
Het is ongetwijfeld een menselijk trekje dat onze hersenen onmiddellijk partij kiezen en een oordeel te vellen. De regel mag zijn “onschuldig zo lang je niet bent veroordeeld”, maar ondertussen heeft een eindeloze stoet van psychiaters, psychologen en andere deskundologen ons uitgelegd dat machtige mannen een grote aantrekkingskracht hebben op hulpeloze vrouwen.
Maar wat weten wij echt?
Volgens de aanvankelijke verklaring van zijn advocaten zou Strauss-Kahn om twaalf uur hebben uitgecheckt, is hij daarna met zijn dochter gaan lunchen, nam hij vervolgens een taxi naar het vliegveld, waar hij het hotel heeft gebeld om te zeggen dat hij zijn mobieltje was vergeten en of ze dat even wilden opsturen. Toen er videobeelden bleken te zijn van DSK en het meisje, die kort na elkaar de kamer verlieten, werd dit alibi ingetrokken en gaven zijn advocaten toe dat er seks was geweest met het kamermeisje, zij het op vrijwillige basis.
Geen sterke verdediging van Strauss-Kahn, te meer daar er op zijn borst krassen werden aangetroffen.
De verklaringen van het kamermeisje bleken consistenter, al blijf ik het kras vinden dat een 62-jarige man, die zojuist in zijn nakie uit de badkamer is gestapt, erin slaagt een dertig jaar jongere vrouw te overmeesteren en ook anaal te verkrachten. En dan ben je ook nog eens baas van het IMF, dus als het inderdaad zo is gegaan, moet je niet goed snik zijn geweest.
Het ziet er somber uit voor DSK, maar zorgwekkender is het dat wij zowel van de Franse politiek als van het Amerikaanse rechtssysteem een bedroevende indruk hebben gekregen. Er is zelfs beweerd dat president Sarkozy achter de val van zijn socialistische rivaal Strauss-Kahn zou zitten. Het sperma kwam dus van rechts.
Serieuzer is een stuk van schrijver en Frankrijk-kenner Stephen Clark, die in The New York Times de Fransen de maat neemt. Hij zet de Franse elite neer als een arrogant troepje chaud lapins, geile konijnen, dat tot op het bot corrupt is. De huidige minister van Buitenlandse Zaken Juppé en de voormalige president Chirac worden afgeschilderd als oplichters, die in de Verenigde Staten achter tralies zouden zitten. En dan verwijst Clark ook naar de filmer Roman Polanski, een andere held van de Franse intellectuelen, die Amerika is ontvlucht na een aanklacht wegens verkrachting.
Harde woorden, maar is Frankrijk wel zo uniek?
Wie herinnert zich niet Bill Clinton, die zich in de Oval Office liet bevredigen door de mond van Monica Lewinski? Deze week publiceert het blad Time de top tien van machtsmisbruikers aller tijden.
En wie staan daar op nummer één? Juist. Een andere Amerikaanse president: Richard Nixon.
In deze clash der culturen zal Strauss-Kahn als een kruimelneuker worden vermalen. En wij, het Grote Publiek, smullen mee via telelenzen.
Wat is een open samenleving toch een groot goed!
Buitenhof, 22 mei 2011.