Gevallen helden

Columns

Onlangs maakte Willem Otterspeer bekend dat Willem Frederik Hermans zich destijds heeft aangemeld bij de Kultuurkamer. Of Hermans ook daadwerkelijk lid is geweest van dit, door de Duitse bezetters ingestelde orgaan, kon Otterspeer niet bewijzen. Met zijn onthulling liep Otterspeer vooruit op de publicatie van zijn Hermans- biografie, die hij momenteel aan het schrijven is.

Door anderen voor te zijn, wilde Otterspeer kennelijk een veenbrandje te smoren. Dat is tot dusver aardig gelukt, want verder hielden alle betrokkenen op het Willem Frederik Hermans Instituut stijf de kaken op elkaar.

Wanneer de pers belde, waren ze niet aanwezig en ook niet in staat om terug te bellen.

Dat helden gewone mensen zijn met tekortkomingen, wisten wij al. Je zou dat zelfs het grote thema’s uit het werk van Hermans kunnen noemen. Dat helden diep kunnen vallen, weten wij ook. De omgeving van de held probeert de afbrokkeling nog zo lang mogelijk tegen te houden, maar is de erosie eenmaal aan de gang dan is het onmogelijk het proces nog te stoppen.

In mijn jeugd was Salvador Allende een grote held. De man die Chili er bovenop zou helpen, maar die door de fascisten van Pinochet op het leven was gebracht. Inmiddels weten wij dat Allende  “een vurig antisemiet” is geweest en dat hij in de jaren veertig, toen hij al minister was, een wet wilde indienen die de sterilisatie beoogde van alcoholverslaafden en andere psychiatrische patiënten. Een oprecht democraat heeft hij zich nooit betoond en zijn sociaaleconomische denkbeelden waren volkomen wereldvreemd.

Archibald Carey

Een andere held uit mijn jeugd was Martin Luther King. Inmiddels weten wij dat zijn beroemde toespraak I have a Dream niet door hem zelf is geschreven, maar dat hij die heeft geplagieerd – zeg maar gestolen – van Archibald Carey (zie foto), een zwarte evangelist uit de jaren vijftig. Daarnaast had King een buitensporige belangstelling voor hoeren, tegen wie hij ook verschillende malen fysiek geweld heeft gebruikt. Volgens een rapport van de FBI wendde hij kerkdonaties aan om zijn seksorgies te financieren. Ik ben benieuwd of de schapen op de Martin Luther King Scholen in Amstelveen en Rotterdam daarover zijn ingelicht. In elk geval wijkt het werkelijke beeld van King zo ver af van zijn heiligenbeeld dat verschillende biografen zijn afgehaakt. Zij vreesden bedreigingen als zij met de waarheid naar voren kwamen.

En dan nu Steve Jobs, de onlangs overleden baas van Apple.

Met Steve Jobs is een nieuwe held geboren. Hij is de geniale innovator, deze succesvolle computerverkoper, die op een lijn wordt gesteld met Leonardo da Vinci, Albert Einstein en John F. Kennedy. Dat is natuurlijk prachtig, want vooral over verse doden niets dan goeds, maar het is de vraag hoe lang het duurt voordat dit beeld gaat afbrokkelen.

De eerste scheurtjes heb ik al gezien. Zo staat er op internet een uitstekend gedocumenteerd artikel van Maarten Koller met de titel: “Had Steve Jobs nog geleefd als hij geen alternatieve therapieën had gebruikt?”.

Steve Jobs

Inmiddels is nu ook officieel bevestigd dat Steve Jobs gestorven aan alvleesklierkanker. Naar nu ook blijkt heeft de visionair Jobs geweigerd zich te laten behandelen door de reguliere medische wetenschap, die hem bestraling,  chemotherapie en eventueel een operatie had voorgeschreven. Zijn vorm van kanker was zonder meer behandelbaar geweest en hoewel er nooit garanties zijn te geven, had hij volgens de huidige statistieken een redelijke kans gehad om te overleven. Maar Jobs wilde die gang niet. Als vegetariër en boeddhist wendde hij zich liever tot het alternatieve circuit en probeerde hij zijn ziekte te overwinnen met allerlei soorten diëten. Met het onafwendbare gevolg: op 5 oktober 2011 legde Steve Jobs het loodje. Zoiets maakt Jobs tot een ongelooflijke sukkel. Qua doodsoorzaak valt Jobs niet in de categorie van Einstein en Michelangelo, maar in die van Sylvia Millecam, de actrice die voor haar borstkanker de hulp inriep van Jomanda.

Dat heb je met al die visionairs, die hun eigen dood niet eens kunnen voorspellen.

Het Parool, 15 oktober 2011