Perspolitie, mitkommen!

Columns

Het was nog vroeg in de ochtend en de trams reden nog niet, toen er luid op de deur werd gebonkt. Ik schrok wakker, strompelde uit bed, maar voor ik open kon doen, werd de deur ingetrapt. Twee mannen in lange leren jassen stonden in de gang.

“Politie, meekomen!”.

“Politie?”, haspelde ik, “wat heb ik misdaan?”. En in een vlaag van helderheid voegde ik eraan toe: “Kunt u zich legitimeren?”.

“Legitimeren? Mijn naam is Henneicke, hoofd van de perspolitie. Laat dat genoeg zijn. Wij komen jou arresteren wegens belediging van het PVV- parlementslid Dion Graus”.

“Maar de perspolitie bestaat toch niet.  Dat voorstel van Graus was volgens Hero Brinkman een grapje”.

“Een grapje, hahaha! Zij, die nu nog lachen, lachen straks niet meer!”.

Daarop werd ik ruw beetgepakt, naar buiten gesleurd en in een auto gegooid. Ik weet nog dat ik op het hoofd ben geslagen, maar hoe lang het heeft geduurd voordat ik wakker werd, weet ik niet. Toen ik mijn ogen opende, zat ik in een verhoorkamer van grijs beton. Aan de muur hing slechts een portret van Geert Wilders, met blond haar en blauwe ogen. Op mij was een bureaulamp gericht. Tegenover me zat Heinnecke. Afwezig bladerde hij door een dossier. Tenslotte keek hij op van zijn papieren en richtte het woord tot mij.

“Klopt het dat je Dion Graus in het televisieprogramma Buitenhof ‘een halve gare’ hebt genoemd?”.

“Dat weet ik niet meer”.

“Dat weet jij niet meer?!”.

Heinnecke stond op, liep naar mij toe en gaf mij met de blote vuist een stomp in het gezicht. Het bloed stroomde uit mijn linker oogkas.

“Zo, dat weet jij niet meer?!”, zei Henneicke, “denk dan nog maar even goed  na, rioolrat. Weet je wat ik vermoed? Dat je ook je andere oog kwijt raakt, als zo meteen nog niet weet wat je in Buitenhof hebt gezegd. Dus nog één keer: hoe heb jij Dion Graus genoemd?”.

“Eeh…””.

“Jaja…”.

Heinnecke hief zijn vuist om mij weer te slaan.

“Was het…eh…Malle Eppie?”.

De vuist daalde meedogenloos neer op mijn hoofd. Heinnecke pakte een pistool en zette het op mijn slaap. En nu vraag ik het je voor de allerallerlaatste keer: hoe heb je Dion Graus genoemd in Buitenhof?”.

“Een halve gare, mijnheer”, antwoordde ik toonloos.

“Heel goed, zie je wel dat je het kunt. En weet je ook wat een halve gare betekent?”.

“Een zwakzinnige, mijnheer”.

verhoorkamer

Heinnecke haalde zijn pistool weg en liet mij los. Ik zakte terug in mijn stoel en herademde. “Ik beschouw dit als een bekentenis”, zei Heinnecke, “ik zal dit aan mijn superieuren rapporteren. Ongetwijfeld hebben ze een passende straf voor je in gedachte. Daarna werd ik opgehaald door twee geüniformeerde leden van de perspolitie. In hun petten was de letter P van Pers verwerkt in een swastika. Daarna werd ik in een donkere cel gegooid.

Liggend op het stro dacht ik aan Dion Graus. Hoe hij ooit zijn vrouw het ziekenhuis had ingeslagen. Dat hij bij omroep Limburg eruit werd gegooid, nadat hij een declaratie van 90.000 euro had ingediend. Dat hij tweedehandsauto’s heeft verkocht. Dat hij heeft gepleit voor een lagere bierprijs en dat hij niet eens wist dat ABN/AMRO al lang genationaliseerd was. Dat hij – last but not least – naast de perspolitie ook een caviapolitie heeft ingesteld. Ik was blij dat gedachten vrij zijn en dat niemand mij kon horen in deze cel.

Gisteren ben ik opgehaald en naar de trein gebracht. Wij rijden nu naar het Oosten. Straks gooi ik dit stukje uit raam. Misschien dat iemand het vindt.

Het Parool, 19 november 2011