ANIL RAMDAS
Vorige week heeft Anil Ramdas precies op zijn 54ste verjaardag zelfmoord gepleegd, een theatrale daad van een getormenteerd mens. In 1992 leerde ik hem kennen als redacteur van Zomergasten. Samen met de andere redacteur Stan van Houcke bereidde ik de avond voor.
Zomergasten had toen nog de gewoonte om onbekende, maar interessante gasten voor het voetlicht te brengen. Het ging nog om de ideale televisieavond van de gast, niet zo zeer om: Dit is uw leven.
Ramdas deed het die avond heel goed, hij introduceerde min of meer het begrip multiculturele samenleving. De uitzending maakte hem in één klap bekend en gaf zijn carrière een enorme boost. Hij ging voor NRC Handelsblad schrijven, maakte (met Stephan Sanders), programma’s voor de VPRO, en bleef ondertussen verbonden aan De Groene Amsterdammer. Later zou hij directeur worden van De Balie, een baan die uitliep op een grote mislukking.
Zijn proefschrift was al eerder mislukt, gedeeltelijk om redenen waar hij zelf niets aan kon doen. Die mislukkingen grepen hem aan en gingen over in een gevoel van miskenning. Hij raakte aan de drank, hetgeen in je zijn schrijven begon te merken. De eerste keer dat mij dat opviel, was bij een stuk in NRC/Handelsblad, toen hij schreef dat Nederlanders op straat expres tegen hem aanliepen omdat hij een donkere huidskleur had. Ik geloofde dat niet zo, en maakte daar in een column een opmerking over. Sindsdien was hij met mij gebrouilleerd, wat ik eigenlijk jammer vond.
De tegenstelling werd erger toen hij schreef dat Ayaan Hirsi Ali ervan genoot om beveiligd te worden. Dat was een soort statussymbool voor haar. Ik vond dat een smakeloze opmerking. Na de moord op Theo van Gogh schreef hij dat hij op die avond zelf ook van iemand een klap had gekregen. Zoiets kan natuurlijk altijd, maar ik geloofde hem weer niet. In elk geval heeft de politie op die avond in Amsterdam geen geweld genoteerd en Ramdas heeft ook geen aangifte gedaan.
De neiging tot martelaarschap zat er diep bij hem in, hij voelde zich steeds meer miskend. Op papier heeft hij mij een paar maal uitgescholden in de krant die vond dat je je toon moest matigen, maar als wij elkaar tegenkwamen ging dat altijd vriendelijk en zachtaardig.
Toen ik zijn autobiografische roman Badal las, begreep ik hoe slecht hij eraan toe was. Je zou het een meedogenloos zelfportret van een alcoholicus kunnen noemen. Ik vond het een goed boek, maar heb het niet besproken, omdat ik dacht dat de auteur daar nog dieper van in de put zou raken. Als er een hiernamaals bestaat, is het multicultureel en zal Anil Ramdas daar vrede vinden.
Human, 18 februari 2012