mr. Jérôme Louis Heldring stopt

Invallen

Dit weekend maakte mr. Jérôme Louis Heldring bekend dat hij stopt als columnist bij NRC/Handelsblad. Ongelooflijk, hoeveel fans hij ineens bleek te bezitten, terwijl men hem nog niet zo lang geleden oud en saai vond. Deze ode op Heldring schreef ik twee jaar geleden.

Heldring 1

Toch attent van NRC/Handelsblad om aan een heer van stand aandacht te besteden in een tijd dat de krant werd verkocht aan de koopjesjagers van C&A. Vorige week was het namelijk precies vijftig jaar geleden dat J.L. Heldring zijn eerste aflevering schreef van zijn rubriek Dezer dagen. Als je bedenkt dat Heldring al eerder – vanaf 1953 – werkzaam was als columnist en dat hij dus 57 jaar achtereen dit metier heeft uitgeoefend, dan kan niemand ontkennen dat mr.dr. Jérôme Louis Heldring de oergrootvader is van alle Nederlandse columnisten.

Niet Carmiggelt, niet Jan Blokker en niet H.J.A.Hofland mag aanspraak maken op die titel. Dat mag uitsluitend J.L. Heldring.

Mijn bewondering is groot. Heldring is nu 92 jaar en ook ik zou graag tot die leeftijd willen doorschrijven. Maar halen ga ik dat niet,  want zelfs als mijn gezondheid het zou toelaten, vrees ik dat de papieren krant tegen die tijd niet meer bestaat. Mocht Heldring aantonen dat de mens inderdaad sterfelijk is – als iemand het tegendeel kan bewijzen dan is hij het wel – dan zal zijn eeuwige pensionering ook in andere opzichten het einde van een tijdperk inluiden.

Heldring heb ik een paar keer ontmoet en ik heb hem ook een keer mogen interviewen. Een bijzonder aardige en hoffelijke man met een veel groter gevoel voor humor dan uit zijn stukjes vaak blijkt. Hij is wel eens “de enige echte Nederlandse conservatief”genoemd, maar neemt u maar van mij aan: Heldring is een ware liberaal.

Ooit heb ik eens een briefje van hem ontvangen, dat ik helaas ben kwijt geraakt. Ik had  een anekdote opgeschreven uit de tijd dat Heldring nog hoofdredacteur was. Heldring, die een beetje mensenschuw is, hield niet zo van die functie en daarom liet hij een klein luikje aanleggen tussen zijn kamer en de redactie. Dat ging goed tot een van de redacteuren van de redactiekant het luikje opendeed en naar binnenriep: “Twee croquetten, graag!”.

In zijn briefje schreef Heldring dat hij zich het voorval niet herinnerde, maar dat hij de anekdote zo sterk vond dat hij de waarheid ervan graag bevestigde.

Tijdens het interview dat ik hem afnam, heb ik uren aan zijn voeten gezeten, niet alleen luisterend naar zijn levensverhaal, maar vooral ook naar dat van zijn vader Ernst Heldring, die ook wel “de onderkoning van Amsterdam” werd genoemd. Zijn vader was een liberale zakenman uit de eerste helft van de twintigste eeuw, die na het vroegtijdig sterven van zijn vrouw ook nog vier kinderen op te voeden had.

De nauwgezette Bildung die zijn vader uitoefende om alles op de rails te houden, zal er ongetwijfeld aan hebben bijgedragen dat Jerôme later is uitgegroeid tot een columnist met een kalme, bedaagde slag. Harde polemische noten worden in de stukjes van Heldring zelden gekraakt, maar juist daarom ervaren de lezers van NRC/Handelsblad tot dezer dagen zijn afgewogen betogen als een verademing. Toch is Heldring ook wel eens bekritiseerd om zijn genuanceerdheid. “De man”, mopperde Jan Blokker, “heeft namelijk  in z’n hele leven nog nooit iets opgeschreven zonder een ontsnappingsmarge open te laten dat hij het eigenlijk niet heeft opgeschreven”. Heldring verweerde zich hiertegen met het argument dat zijn meninkje weinig bijdroeg aan verheldering en dat hij liever analyseerde dan opinieerde.

Vaak hamerde Heldring op goed taalgebruik en zijn lievelingsverhaal, dat regelmatig in zijn stukjes opduikt, gaat over de purist Karl Kraus (1874-1936). Die zat aan zijn bureau te werken toen een vriend de kamer kwam binnenrennen met de mededeling dat de Japanners zojuist Sjanghai hadden gebombardeerd. Maar Kraus keek niet op of om. Hij schreef rustig verder.

“Godverdomme!”, riep zijn vriend, “jij vindt een komma belangrijker dan de doden die bij het bombardement zijn gevallen”. Waarop Kraus antwoordde: “Als de komma goed was geplaatst dan zouden de Japanners nooit die bommen op Sjanghai hebben gegooid”.

Heldring vond dat een diepe wijsheid en zijn criticasters hebben hem daarom wel eens de grote kommaneuker genoemd.

Geachte heer Heldring, nog vele jaren!

Het Parool,  9 januari 2010