Verhoog de kiesdrempel tot tenminste vijf procent

Buitenhof

Zeven weken heeft het kabinet-Rutte vergaderd, zonder een begrotingsakkoord te bereiken. Daarna heeft een gelegenheidscombinatie van vijf partijen minister De Jager van Financiën uit de brand geholpen door in anderhalve dag een akkoord te bereiken over een bezuinigingspakket. Vooral de drie te hulp gesnelde partijen – D’66, GroenLinks en de ChristenUnie – waren blij en trots met het resultaat.

Kunduz-coalitie

Maar moeten wij kiezers ook blij zijn? Hoe groot is eigenlijk de duurzaamheid van het akkoord?

Zo op het oog niet erg groot. De gelegenheidscombinatie, ook wel de Kunduz-coalitie genoemd, kan rekenen op 77 zetels in de Tweede Kamer, een krappe meerderheid. Krijgen een paar betrokkenen gewetenswroeging of beginnen zij anderszins te twijfelen, dan staat alles weer op losse schroeven. Bovendien zijn in september verkiezingen en je kunt er gif op innemen dat de verhoudingen dan weer veranderd zijn.

Een dagje daadkracht uitstralen is zo moeilijk niet, maar dat vier jaar volhouden, dat is in Nederland andere koek. Van de 26 naoorlogse kabinetten hebben er slechts zes de eindstreep gehaald. Dat anderhalve jaar geploeter van Mark Rutte staat dan ook in een oude traditie.

Veel kabinetten zijn ten onder gegaan aan intern gekrakeel, waarbij het opmerkelijk is hoe vaak zij struikelden over relatief onbeduidende kwesties, zoals de omroepwet, een gat in de begroting dat eigenlijk geen gat was, of over het reiskostenforfait.

De Nederlandse politiek lijkt op die van Frankrijk in de jaren vijftig, waar ook het ene na het andere kabinet naar huis werd gestuurd. Het is generaal De Gaulle geweest, die daar met ingrijpende staatsrechterlijke maatregelen een einde aan heeft gemaakt. Zo’n generaal bestaat bij ons niet, dus moeten wij het anders doen.

Nederland heeft geen meer-partijen-stelsel, maar een eindeloos-meer partijen-stelsel. Wat erg zou helpen is de kiesdrempel verhogen tot tenminste vijf procent, zoals is voorgesteld door Bernhard Wientjes van de werkgevers. Zo’n drempel zou een einde maken aan allerlei folkloristische partijtjes. Het is natuurlijk oer-democratisch dat ook deze splinters hun stem kunnen laten horen, maar uiteindelijk dragen zij weinig bij aan de besluitvorming. Afgezien van dat ene keertje dat zij mogen mee gedogen, als kleuters op de achterbank. De Partij van de Dieren kan zich aansluiten bij Groen Links. En de SGP bij de Christen Unie, waardoor het protestants christelijke volksdeel slechts aan invloed zal winnen.

Maar daarmee zijn wij er nog niet.

Nederlandse politici moeten beseffen dat een verdere hergroepering noodzakelijk is. D’66 en GroenLinks dienen het als een verplichting te voelen het links-liberale gedachtegoed onder te brengen in één partij. En wat de PvdA en de SP betreft, is het beschamend dat zij met twee monden spreken, terwijl zij alleen gezamenlijk een vuist kunnen maken. De SPD in Duitsland en Labour in Engeland hebben een linker en een rechtervleugel, maar in Nederland kan dat weer niet. Wij hebben geen vleugels, maar halve partijen.

In wezen is de oplossing simpel: om de Nederlandse coalitiepolitiek werkbaar te maken, moeten wij terug naar vijf, hooguit zes partijen.

Alleen wie moeten de wetten veranderen om die hervorming in gang te zetten?

Precies.

Dat zijn diezelfde politici van die talloze partijen en partijtjes. En die gaan dat echt niet doen. Die sukkelen liever voort naar de val van het volgende kabinet.

Buitenhof, 30 april 2012