De geschiedenis en Ceaucescu

Beweringen en bewijzen

Soms heb ik de indruk dat de geschiedenis een organisatie is, die zetelt in een kolossale gebouw dat reikt tot aan de hemel.

Ceaucescu

Weliswaar heb ik nooit iemand ontmoet die kon vertellen waar het ligt en die uit eigen ervaring wist te vertellen hoe het daar toegaat, maar het staat vast dat de geschiedenis een instantie is die met grote vanzelfsprekendheid oordelen uitspreekt over de machtigen der aarde.

Het is een even wonderlijke als geheimzinnige instantie, met verschillende afdelingen voor politiek en kunsten. Om tot een afgerond oordeel te komen, neemt de geschiedenis alle tijd.

Bronnenonderzoek wordt vaak belemmerd door geheimhouding, maar de geschiedenis beschikt over een eindeloos geduld en zal wachten tot het laatste documenten worden vrijgegeven. Dat de hoofdrolspelers uit al die rapporten en getuigenverklaringen dan allang zijn overleden, laat de geschiedenis koud.

Daar staat tegenover dat de geschiedenis niet koppig aan eerdere oordelen blijft vasthouden. Er wordt soms zelfs gerehabiliteerd, wat laatstelijk nog is gebeurd met Richard Nixon. Deze Amerikaanse president, ooit de boef uit de Watergate-affaire, wordt tegenwoordig vooral gezien als de staatsman die de Vietnamoorlog heeft beëindigd en die met zijn toenadering tot Rusland en China voor vreedzame co-existentie heeft gezorgd. Daarentegen lijkt Tony Blair, begonnen als een politieke wonderboy, te eindigen als een loser.

De geschiedenis heeft het erg druk, want simultaan zijn er miljoenen onderzoeken gaande. “De geschiedenis zal oordelen over George Bush en de inval in Irak”, zei president Obama nog onlangs. Van Bush tot de Joodsche Raad en van Khadaffi tot Karremans, de geschiedenis zal een oordeel geven. Google en je ziet dat de geschiedenis over alles oordeelt wat los en vast zit. Dat geeft de geschiedenis een welhaast goddelijk karakter.

Uit het stuk van Olaf Tempelman, gisteren in deze krant, maak ik op dat de geschiedenis zijn tanden heeft gezet in Nicolae Ceaucescu, de Roemeense leider die in 1989 werd geëxecuteerd na geïmproviseerd procesje in een klaslokaal. Tot dusver oordeelde de geschiedenis niet gunstig over de communistische dictator, maar nu blijkt dat hij ook een paar goeie dingen voor zijn land heeft gedaan.

Zo heeft Ceaucescu door draconische bezuinigingen de staatsschuld weten terug te brengen tot 0,0%, een feit waarvan de Roemenen tot vandaag plezier hebben. Om die 0,0% te bereiken moesten zij wel in lange rijen staan, aangezien er nauwelijks consumptiegoederen waren, maar wat zij daarmee wel kochten was hun onafhankelijkheid jegens de Russen.

De Werdegang van de Ceaucescu’s heb ik altijd gevolgd, omdat ik in mijn studententijd Roemenië verschillende malen heb bezocht. Ik ging erheen uit anti-politieke motieven. Roemenië was spotgoedkoop. Voor 300 dollar leefde je daar zo een hele maand. Het was een van die plekken op aarde waar je als arme Nederlandse student toch het leven van een kapitalist kon leiden. Een tijdje had ik daar een vriendin, die lid was van de Roemeense olympische roeiploeg en die bij een trip naar het buitenland heeft geprobeerd te vluchten. Zij werd gesnapt en nadien heb ik nooit meer iets van haar vernomen. Mijn ansichtkaarten werden niet meer beantwoord en ik heb haar ook nooit meer opgezocht, iets waarvan ik tot op de dag vandaag spijt heb.

Mamaia

Toch was Roemenië een oase van vergeleken bij de omringende landen Bulgarije, Hongarije en Joegoslavië. In de badplaats Mamaia was het aangenaam toeven aan het strand. Het trammetje erheen kostte een cent en je kon er zelfs ijs eten.

Met die 0,0% staatsschuld moeten de wanen van Ceaucescu zijn begonnen. De communistische staatsstructuur deed de rest. Ik herinner mij dat ik samen met mijn Roemeense vriendin in een stadsbus zat. Wij reden naar het meer waar zij zou gaan roeien, toen wij plotseling werden aangehouden. Een man met een groot pakket in zijn hand stapte in en begon op bevelende  toon tegen de chauffeur te praten. Daarop maakte de bus rechtsomkeert en stopte pas een half uur later bij een huis, dat het buitenhuis van Ceaucescu bleek te zijn. De man bracht zijn pakket weg, kwam terug en stapte pas weer uit toen wij de plek bereikten waar hij ook was ingestapt. Pas bij het eindpunt kwam de ontlading en het had weinig gescheeld of de passagiers, die tot dusver muisstil waren gebleven, hadden de chauffeur gelyncht.

Zo zijn wij allemaal ook slachtoffers van de geschiedenis, maar ga ze dat maar eens vertellen in dat kolossale gebouw dat tot aan de hemel reikt.

de Volkskrant,  22 juni 2012