Politiek gaat over ingewikkelde kwesties, die ons eenvoudige kiezers vaak boven de pet gaan. Daarom geven wij in een democratie politici een mandaat, in de hoop dat zij die ingewikkelde kwesties voor ons oplossen.
De ware politicus, die weet hoe je het spel met de kiezer moet spelen, beschikt over het vermogen om ingewikkelde problemen met een voorbeeld of een vergelijking terug te brengen tot de kern, zodat iedereen denkt te begrijpen wat er aan de hand is.
Zo’n politicus was Margaret Thatcher. Je kunt van haar zeggen wat je wilt, je kunt het volledig oneens zijn met haar politieke denkbeelden, maar ontegenzeggelijk is zij één van de fascinerendste politici van na de Tweede Wereldoorlog.
Margaret Thatcher was de dochter van een eenvoudige kruidenier, die op de kleintjes moest passen. Zij deed iets ongelooflijks door in de gesloten mannenwereld van de Britse conservatieve partij de absolute top te bereiken. Zij realiseerde hervormingen door de macht van de vakbonden te breken en internationaal gaf zij de Britten weer aanzien.
Bij de vraag of en hoe er moet worden bezuinigd om de economische crisis te bestrijden, denk ik vaak aan een uitspraak van Margaret Thatcher.
Ze zei: “Iedere vrouw die de problemen begrijpt bij het runnen van een huishouding zal eerder de problemen begrijpen die te pas komen bij het runnen van een land”.
Het feit dat steeds meer vrouwen in de politiek gaan en steeds meer mannen in het huishouden, maakt deze uitspraak helemaal toepasselijk.
Wat doet iemand die een huishouden runt, als er schulden zijn? Die probeert die schulden weg te werken, het liefst zo snel mogelijk. Dat is common sense. Wanneer een housekeeper of keepster zou zeggen: “Wij gaan eerst investeren in groei en pas in 2017 gaan wij onze schulden aflossen”, dan neemt zo’n iemand risico’s.
Ten eerste weet je nooit zeker of de investeringen wel het gewenste effect zullen hebben en ten tweede kan er voor 2017 altijd iets gebeuren, waardoor de situatie toch niet overeen blijkt te komen met de veronderstellingen waarvan je bent uitgegaan.
Dat laatste is eerder regel dan uitzondering. Vijf jaar geleden voorspelde niemand een dubbele dip en kon niemand bevroeden dat er nog eens serieus zou worden gesproken over het einde van de euro.
Toch is “nu investeren, straks bezuinigen” het adagium van de linkse partijen. Kapot bezuinigen zijn daarbij de demagogische toverwoorden. In het licht van de verkiezingen zullen trouwens alle partijen de neiging hebben de bezuinigen te verzachten of over de datum heen te tillen.
Nu is het natuurlijk mogelijk dat de huishouding van een gezin geen goede metafoor voor is de huishouding van de staat. Misschien moet de staat op een geheel andere wijze worden gerund. Met skiën moet je ook juist naar de helling toebuigen, wat voor een beginner een tegennatuurlijke reactie is. Investeren, geld uitgeven terwijl je schulden hebt, kan ook zo’n tegennatuurlijke – maar juiste – reactie zijn.
Toch ben ik er niet gerust op.
Volgens president Van Rompuy staat Europa voor een financiële hartoperatie. Als die mis gaat, is er geen euro meer en geen verenigd Europa. Dan zijn er alleen nog huishoudens met heel weinig kleintjes om op te passen.
Buitenhof, 10 juni 2012