Op 58-jarige leeftijd is onlangs de Amsterdamse meester Leon Pliester overleden. Hij stierf aan een leverkwaal, hoewel hij juist een schaker was die nauwelijks dronk. Wat dat betreft is Pliester niet het meest gelukkige gesternte geboren en gestorven.
In mijn jongere jaren heb ik talloze vluggertjes met hem uitgevochten op de huistoernooien, die toen bijna wekelijks werden gehouden. Zo heb ik Pliester leren kennen als een aardige, wat stille vent, die nooit zijn stem verhief.
Zoekend in mijn database zag ik dat Pliester veel partijen tegen het Frans heeft gewonnen, want hij koos meestal voor 1. e2-e4.
Toch gaat zijn belangrijkste publicatie niet over deze opening, maar over de Rubinstein-variant van het Nimzo-Indisch, een opening die maar zelden speelde. Waarom dan toch een boek van 376 pagina’s schrijven over zo’n opening? Volgens Ree, die zich dit afvroeg in NRC Handelsblad, was Pliester uiteindelijk meer geïnteresseerd in de algemene ideeën achter de openingen dan in de openingen zelf. Je zou hem een generalist kunnen noemen. Dat Pliester een brede belangstelling had, wist ik, maar dat hij een afgestudeerd psychofysioloog was, wist ik niet. “Hij ontdekte”, schreef De Waard in zijn necrologie in de Volkskrant, “dat na het winnen van een titel de denkcapaciteit van schakers vermindert. Reden is dat de kampioen zo bezig geweest is met het in de wacht slepen van de titel, dat daarna een zwart gat volgt en faalangst dreigt”.
Een mooie vondst, die ook wel eens voor andere sporten zou kunnen gelden.
Onder insiders had Pliester een speciale bijnaam. Hoe dat kwam vertelde hij eens aan zijn collega-schaker Herman Grooten. Het gebeurde tijdens het Amsterdams Schaakfestival, dat in 1982 in de RAI werd gehouden. Pliester speelde toen een krankzinnige partij tegen de veertienjarige Saeed Ahmed Saeed, een opvallende verschijning uit de Verenigde Arabische Emeritaten. Ik was erbij in 1982, en ik herinner mij dat ook Donner aan het bord stond. Toen Saeed opgaf, zei Donner met een basstem: “Kindermoordenaar!”. Eerder had Pliester in het toernooi al de jonkies Zsuzsa Polgar en Jeroen Piket verslagen. Het is al weer een tijd geleden, maar als ik het mij goed herinner heeft Jan Joost Lindner van de Volkskrant – parlementair redacteur en schaker – er toen over geschreven. Sindsdien heette Pliester de kindermoordenaar te zijn, die jonge schakers een illusie armer maakt. Overigens kan ik op dit punt niet helemaal instaan voor mijn geheugen.
Op schaaksite.nl haalt Jan Hut nog Pliester aan over die partij tegen Saaed. Zo vertelde Pliester: “Er viel na het binnenhalen van het punt zoveel spanning van mij af dat ik de mensen om mij heen begon te feliciteren. Ik wist dat er bij dit soort gelegenheden gefeliciteerd moest worden, maar het hoe, waarom en wie was ik in alle consternatie even kwijt”. Hier spreekt helemaal de schaker én de psycholoog.
Het Schaakfestival in Amsterdam werd hij ook een van Pliesters beste toernooien. Hij behaalde er zijn derde meestertitel eindigde op gelijke hoogte met kanonnen als Joesopov en Miles. Dat hij het nooit tot grootmeester heeft gebracht, moet aan zijn bescheidenheid hebben gelegen. Hij was nu eenmaal niet iemand die zich naar de voorgrond drong. Hieronder vindt u een aantal van Pliesters beste partijen, waarbij ook die tegen Saeed.
Pliester-Zsuzsa Polgar (1982)
1. e2-e4 e7-e6 2. d2-d4 d7-d5 3. Pb1-c3 Lf8-b4 4. e4-e5 c7-c5 5. a2-a3 Lb4xc3+ 6. b2xc3 Pg8-e7 7. Pg1-f3 Dd8-a5 8. Dd1-d2 Pb8-c6 9. a3-a4 b7-b6 10. Lf1-b5 Lc8-d7 11. Lc1-a3 a7-a6 12. Lb5-d3 c5xd4 13. c3xd4 Da5xd2+ 14. Ke1xd2 f7-f6 15. Ta1-b1 Pe7-c8 16. e5xf6 g7xf6 17. Th1-e1 Pc6-a5 18. g2-g4 h7-h6 19. h2-h4 Pa5-c4+ 20. Ld3xc4 d5xc4 21. g4-g5 h6xg5 22. h4xg5 Th8-h3 23. Te1-h1!
Een geweldige zet. Zwart krijgt een stuk, maar de h-lijn in combinatie met een vrije g-pion vormt een geweldige troef.
23. … Th3xf3 24. g5-g6! Ld7-c6 25. Th1-h8+ Ke8-d7 26. g6-g7 Tf3xf2+ 27. Kd2-e3 Tf2-g2 28. g7-g8D Pc8-e7
Zo heeft zwart nog wat tegenspel, maar het is niet genoeg.
29. Dg8-f7 Ta8xh8 30. Df7xe7+ Kd7-c8 31. De7xe6+ Lc6-d7 32. De6xb6 Th8-h3+ 33. Ke3-e4 Tg2-e2+ 34. Ke4-d5 Th3-h5+ 35. Kd5xc4 Te2xc2+ 36. Kc4-b3+ Tc2-c6 37. Tb1-c1 Th5-h3+ 38. Kb3-b4 a6-a5+ 39. Kb4xa5 Tc6xc1 40. La3xc1 Th3-h5+ 41. Ka5-b4 en zwart gaf op.
Pliester-De Boer (1987)
1. e2-e4 e7-e6 2. d2-d4 d7-d5 3. Pb1-c3 Pg8-f6 4. Lc1-g5 Lf8-e7 5. e4-e5 Pf6-d7 6. h2-h4 a7-a6 7. Dd1-g4 Le7xg5 8. h4xg5 c7-c5 9. d4xc5 Pd7xe5 10. Dg4-g3 Pb8-c6 11. O-O-O f7-f5 12. Pg1-f3 Pe5xf3 13. g2xf3 Dd8-e7 14. Lf1-d3 g7-g6 15. Th1-e1 De7xc5?
Wint een pion, maar tegen welke prijs. De volgende zet is dodelijk.
16. Ld3xf5! g6xf5 17. Pc3xd5 Ke8-f7 18. Dg3-c7+ Kf7-f8 19. g5-g6!
Nog een krachtzet. Er dreigt 20. Df7 mat.
19. … h7xg6 20. Te1-h1 Th8-h5 21. Pd5-f4
en zwart gaf op. Tegen de dreiging 22. Pg6x+ is geen kruid meer gewassen.
Saeed-Pliester (1982)
1. d2-d4 d7-d5 2. c2-c4 e7-e6 3. Pb1-c3 c7-c6 4. Pg1-f3 d5xc4 5. a2-a4 Lf8-b4 6. e2-e3 b7-b5 7. Lc1-d2 a7-a5 8. a4xb5 Lb4xc3 9. Ld2xc3 c6xb5 10. b2-b3 Lc8-b7 11. b3xc4 b5-b4 12. Lc3-b2 Pg8-f6 13. Lf1-d3 Pb8-d7 14. O-O O-O 15. Dd1-c2 Dd8-c7 16. Pf3-e5 Pd7xe5 17. d4xe5 Pf6-d7 18. Ld3xh7+ Kg8-h8 19. Tf1-d1 g7-g6 20. Lh7xg6 f7xg6 21. Dc2xg6 Pd7-c5 22. Lb2-d4 Pc5-b3 23. Dg6xe6 Tf8-g8 24. f2-f3 a5-a4
Heel gevaarlijk. Waarschijnlijk was 24. … Dg7 sterker.
25. Ld4-b2 a4-a3 26. Td1-d7 Dc7xd7 27. Dc7xd7 a3xb2 28. Ta1-b1 Ta8-a1
Een krankzinnige stelling.
29. Dd7-h3+ Kh8-g7 30. Dh3-g4+ Kg7-f8 31. Dg4-f5+ Kf8-e8 32. Kg1-f2
Gaat remise uit de weg met 32. De6+, maar dat zal hem bezuren.
32. … Ta1xb1 33. Df5xb1 Pb3-c5! 34. Kf2-f1 Pc5-a4 35. e5-e6 Lb7-a6 36. Kf1-g1
Volgens Herman Grooten was 36. De4! nodig.
36 … La6xc4 37. Db1-d1? Pa4-c5!
Hij moest even tegen 38. Dd7+ optreden. Nu staat zwart gewonnen.
38. Dd1-c2 Pc5-d3 39. Dc2-a4+ Ke8-f8 40. e6-e7+ Kf8-g7 41. e7-e8P+ Kg7-h8 42. Da4-d1 Lc4-a2
en wit gaf op.
Het Parool, 17 november 2012