Dopingautoriteit is de Geheime Dienst van de sport

Columns

De uitspraak is van Abraham Lincoln en de precieze formulering luidt zo: “It is true that you may fool all of the people some of the time; you can even fool some of the people all of the time; but you can’t fool all of the people all of the time”.

Vrij naar het Citatenboek van Cees Buddingh zou je dat kunnen vertalen met: het is waar dat je sommige mensen aan één stuk kunt bedriegen, en alle mensen zelfs een tijdje, maar men kan niet alle mensen aan één stuk bedriegen”.

Lance Armstrong heeft het een heel eind geschopt. Hij heeft sommigen mensen – vooral journalisten – aan één stuk bedrogen, hij heeft alle mensen een hele tijd bedrogen, maar zelfs hem is het niet gelukt alle mensen aan één stuk door te bedriegen. In het tweedelige interview met Oprah Winfrey heeft hij na vele jaren van ontkenning tenslotte opgebiecht dat hij op grote schaal doping heeft gebruikt. Omdat televisie, zoals wij eindeloos hebben moeten horen, nu eenmaal emotie is, verdrong het interview met Oprah het werkelijke wereldnieuws dat zich deze week vooral afspeelde in Mali en Algerije.

Tegenover Amstronggate sta ik ambivalent. Al vele jaren heb ik mij, ook in deze krant, een voorstander betoond van dopinggebruik. Het ware veel verstandiger geweest om onder goede medische begeleiding doping toe te staan, dan om het te verbieden en het zo te verbannen naar de illegaliteit. Er is hier een duidelijke parallel met het gebruik van softdrugs. De hele affaire gaat gepaard met veel hypocrisie. Dat bijvoorbeeld het gebruik van epo slecht is voor de gezondheid, valt nog maar te bezien. Armstrong mag een rijdende dopingfabriek zijn geweest, voor iemand die ook nog eens kanker heeft overwonnen, ziet hij er behoorlijk vief uit.

Dat het gebruik van doping niet eerlijk is, slaat ook nergens op. Tim Krabbé heeft erop gewezen dat sport per definitie oneerlijk is. Nog nooit zijn deelnemers met gelijke kansen aan de start gekomen. De één heeft langere benen om mee hoog te springen en de ander heeft een borstkas die precies geschikt is voor het zwemmen. Sommige mensen worden gewoon geboren met meer talent dan anderen, wat ook erg onrechtvaardig is. Het gebruik van doping vergroot juist de eerlijkheid in het wielrennen. Als iedereen het onder medische begeleiding mag gebruiken, zijn wat dat betreft de kansen gelijk.

Daarom blijft Amstrong voor mij ook de grote renner die zeven keer de Tour de France heeft gewonnen. Hij won in een veld waar zijn concurrenten ook gebruikten, of er geen bezwaar tegen hadden te gebruiken als zij daar de kans
toe kregen. In plaats van het vingertje te heffen en nog draconischer opsporingsmethoden te bedenken, zou het veel verstandiger zijn een groot onderzoek op te zetten om uit te vinden wat dat jarenlange dopinggebruik
precies aan de nadelige effecten heeft opgeleverd voor de gezondheid.

Herman Ram 2

In dit licht bezien heb ik ook bijzonder weinig sympathie voor Herman Ram, directeur van de Dopingautoriteit Nederland, die met zichtbare arrogantie op alle televisiezenders zat te oreren dat hij niet verrast was door Armstrongs antwoorden. Als een van de radertjes in het pis- en bloedcircus dat tegenwoordig met elk sportevenement meereist, is hij in feite net zo’n grote proleet als Armstrong zelf. Wat Ram en de zijnen hebben bereikt, is dat sporters zijn gecriminaliseerd en geïnfantiliseerd. De dopingautoriteit, dat is de KGB van de sport.

Tenslotte nog dit: ik loof een exemplaar uit van Buddings Citaten & Aforismen voor degene die de beste vertaling levert van Abraham Lincolns boven genoemde uitspraak. Inzendingen via Twitter of via www.maxpam.nl.

Het Parool, 19 januari  2013