Als jong verslaggever heb ik in de jaren zeventig Cuba bezocht. Omdat het toen, voor de kapitalistische pers niet eenvoudig was een visum te krijgen, had Harry Mulisch een briefje voor me geschreven met de tekst: “Deze man is mijn vriend. Behandelt u hem zoals u mij heeft behandeld”.
Of ze op de Cubaanse ambassade Nederlands lazen weet ik niet, maar in elk geval betrok ik een paar maanden later een kamer in Hotel Nacional, een Caraïbische een suikertaart waar alle buitenlanders werden ondergebracht. Al vanaf mijn aankomst op het vliegveld van Havanna werd ik vergezeld door een van overheidswege aangestelde gids, die vooral tot taak had niet van mijn zijde te wijken.
Nog met onuitgepakte koffers kreeg ik van de gids een klein college over de zegeningen van het Cubaanse regiem, zoals dat door Fidel Castro werd gevoerd. Er waren records in de suikerproductie, behaald ondanks de boycot van de Verenigde Staten, een ongemak dat overigens met trots door de Cubanen werd weerstaan, dankzij de vele buurtcomités die de democratie een nieuwe inhoud gaven.
Op een gegeven moment kwam mijn gids te spreken over Batista’s marionettenregering van voor de Revolutie, die van Havanna een groot bordeel had gemaakt. Ook deze misstand had Fidel resoluut beëindigd. Prostitutie was verboden, wat overigens niet echt nodig was, aangezien de Cubaanse vrouw liet zich niet langer onderdrukken.
Toen de gids eindelijk was vertrokken was, nam ik een bad, deed een tukje en besloot daarna een wandeling te maken. Nauwelijks was ik mijn eerste hoek om of ik werd aangesproken door een vrouw. Eerst begreep ik niet wat zij mij vroeg, maar toen drong het ineens door dat ze mij een voorstel deed. De eerste Cubaanse mens, die ik na mijn gids had gesproken, was een hoer.
Die gebeurtenis is mij de rest van mijn leven bijgebleven. Tijdens mijn rondreis op Cuba – onder invloed van alle indrukken – nog tamelijk onbewust, maar later steeds bewuster van het feit dat die ontmoeting geen toeval was. Je kunt wel een nieuwe mens willen, maar meestal is de oude mens sterker.
Joseph Kipling heeft prostitutie omschreven als “het oudste beroep van de wereld” en vermoedelijk is er geen handeling zo vaak verboden als prostitutie. Zonder succes, zodat men haar tenslotte maar is gaan gedogen in aparte steegjes of verborgen in vaak weelderige gebouwen De schrijver Bordewijk noemde zijn roman Rood Paleis, wat duidelijk maakt dat een bordeel ook een onderkomen kon zijn van enige koninklijke waardigheid.
De hoer van Babylon, die in de Bijbel wordt genoemd als de vrouw die ontucht pleegde met alle machtigen der aarde, heeft het christendom op het spoor gezet van de afkeer voor seks en voor alles wat daarmee te maken heeft. Maar er bestaat op dit punt een groot verschil tussen het protestantisme en katholicisme. Het is geen toeval dat de Myrthe Hilkens van de PvdA, samen met haar collega Jan Segers van de Christen Unie, naar Zweden gaat om met eigen ogen waar te nemen of het werkt de hoerenloper, en niet de hoer, strafbaar te stellen. In Amerika, een ander protestants bolwerk, bestaat deze praktijk in verschillende staten. De man, die er inloopt bij de lokhoer, is een gewild thema in politieseries.
Het protestantisme is in het dagelijks gebruik veel puriteinser dan het katholicisme. Hilkens en Segers hadden natuurlijk ook naar het katholieke Brazilië kunnen gaan. Daar heb je overal langs de weg, huizen waar je met je auto inrijdt. Een discrete drive-in. Je betaalt er door een luikje en je krijgt condooms en handdoeken mee. De kamer is schoon en er staat een opgemaakt bed. Je kunt er heen met je vriendin, maar ook met een hoer. Dat is heel wat menselijker dan de omstandigheden waarin Zweedse hoeren en hoerenlopers moeten werken. Heeft u gisteren in deze krant ook de foto van die Zweedse prostitué gezien, die haar klanten moet werven op een besneeuwde straat in een zo’n karakterloze buurt? Wist u trouwens dat, als je in Zweden voor de tweede keer in korte tijd een fles whisky koopt, je een sociaal werker aan de deur krijgt?
Dit stukje is geen pleidooi voor of tegen prostitutie, want verbieden ervan is even zinloos als het verbieden van het weer. Ik wens Myrthe Hilkens veel succes toe met haar missie en denk aan de uitspraak: “Politiek en prostitutie zijn de enige banen, waarin onervarenheid wordt beschouwd als een deugd”.
de Volkskrant, 20 februari 2013