Homoseksualiteit uit zich vaak in maskerade, aldus Sigmund Freud

Columns

Vorige week voer de traditionele botenparade van Gay Pride weer door de Amsterdamse grachten. Wie van plan is behalve feestelijk uitgedoste homo’s ook ministers te spotten, had ik willen aanraden na afloop een bioscoopje te pikken. Ga naar Behind the Candelabra, een klein meesterwerk, niet in de laatste plaats vanwege het spel van Michael Douglas en Matt Damon.

Door de film, die deze week in première ging, krijgt u meer inzicht in de extravanganza waarmee de homoscene zich altijd heeft omhuld. Freud heeft beweerd dat homoseksualiteit – mede door de taboesfeer waarin zij zich afspeelt – dikwijls een uitdrukkingsvorm krijgt van maskerade en verkleedpartijen. Behind the Candelabra, een film over het leven van de Amerikaanse showpianist Liberace (1919-1987) bevestigt die observatie.

Liberace

Als “de Amerikaanse Ludwig van Beieren” trad Liberace op in lange hermelijnen mantels. De piano’s waarop hij speelde, waren rijk gedecoreerd met  diamanten glitter. Het was verbazingwekkend dat hij met die enorme gouden ringen aan zijn vingers überhaupt nog kon spelen. Zijn witte Rolls Royces waren rijdende Schmuckdosen. Zijn zwembad had de vorm van een piano en de badkamer bezat gouden kranen. Zelf sprak hij van “luxueuze kitsch”, wat erop duidt dat enige zelfreflectie hem niet vreemd was. Al in de jaren vijftig verdiende hij 50.000 dollar per week door op te treden in de Riviera, een van de beroemdste casino’s in Vegas.

Zelf heeft Liberace tot aan zijn dood ontkend dat hij homoseksueel was. Hij beweerde dat hij een vrouw zocht zoals zijn moeder, maar dat hij die niet kon vinden. Ook daar zou Freud geen moeite mee hebben. Toen Liberace stierf, verklaarde zijn manager dat zulks was gekomen door een te strak dieet van watermeloenen – ook daar zou Freud geen moeite mee hebben – maar een autopsie leerde dat hij was overleden aan aids. Liberace lijkt, zij het minder dramatisch, op Wim Sonneveld die ook een dubbelleven leidde en zijn vriendjes zorgvuldig buiten beeld hield.

Dat uitgerekend Michael Douglas rol van Liberace speelt, is opmerkelijk. Nog onlangs kwam hij in het nieuws door een bericht waarin zijn ex-vrouw, keelkanker en orale seks aan elkaar werden gekoppeld. Ik las slordig. Eerst dacht ik dat hij bedoelde dat zijn ex keelkanker had gekregen door hem. Toen dacht ik dat hijzelf keelkanker had gekregen door buitenechtelijke homocontacten. En tenslotte begreep ik dat hij bedoelde dat hij keelkanker had gekregen, omdat hij zijn ex-vrouw oraal had bediend. Beffen heet dat in de volksmond. Virologen verklaarden onmiddellijk zoiets voor onwaarschijnlijk te houden en zijn ex zei dat medisch onderzoek had uitgewezen dat zij geen draagster is van het gewraakte papillomavirus.

Liberace Museum

Dertien jaar geleden heb ik in Vegas het tot museum omgetoverde huis van Liberace bezocht. Het grappigste was dat iedereen door al die edelkitsch liep met het stille ontzag dat men doorgaans alleen aantreft in een museum van oudheden.
Vorig jaar is het Liberace Museum gesloten wegens gebrek aan belangstelling. Op YouTube is te zien hoe het onkruid bezit neemt van het zwembad. De Rolls Royces staan er niet meer. De hemelbedden, bubbelbaden en engeltjes-schilderijen zijn weggedragen. Ik maak daaruit op dat homoseksualiteit, ondanks de commotie die het nog in veel kringen veroorzaakt, in rustiger vaarwater is gekomen. Benieuwd of die observatie in de Amsterdamse grachten wordt bevestigd.

de Volkskrant, 3 augustus 2013. Zie ook voor reacties.

Verschillende brieven kwamen binnen ter redactie, onder meer deze:

De film Behind the Candelabra, over het leven van Liberace, ‘laat zien dat homoseksualiteit dikwijls een uitdrukkingsvorm krijgt van maskerade en verkleedpartijen’. Schrijft Max Pam, Freud citerend.

Hoi.

Die uitdrukkingsvorm bestaat niet in het hetero-circuit? Travestie bij hetero’s en carnaval daargelaten, zie de videoclips van ‘hetero’ popsterren; één grote verkleedpartij. Zie de populaire talentjachten: één grote hunkering, één grote maskerade om jezelf te ontstijgen. Zie de recente overzichtstentoonstelling van David Bowie in Londen. Zie Elvis Presley: de extravagantie van zijn Las Vegas-shows en landgoed Graceland doet weinig onder voor die van Liberace ‘waarmee de homoscene zich altijd heeft omhuld’. Hoi. Nog zo’n dooddoener. Extravagantie als typisch homo: kijk naar het heteroseksuele bolwerk de katholieke kerk, kijk naar de koninklijke families. Die weten al heel lang dat je nog meer respect afdwingt, in ieder geval imponeert, als je je door God begeleide functie omringt met pracht en praal, toeters en bellen. Het is een ijzeren wet van de entertainmentindustrie.

Max Pam vergeet dat ware extravagantie – inclusief maskerades en verkleedpartijen zoals de legendarische Metamorfose-feesten van tsarina Elisabeth – eeuwenlang een voor het gewone volk merendeels onzichtbare hobby, ‘folie’ van de elite was waar ‘we’ ons nu aan vergapen in kastelen, musea, tentoonstellingen, films en boeken. Extravagantie – los van seksevoorkeur – anno nu is volgens mij niet meer dan het – commercieel – tarten en uitdagen van de bourgois-mentaliteit: “Let’s have fun, let’s choc!” Het slechtste, maar beste voorbeeld: Lady Gaga in een jurk van vlees.

En wat de Canalpride betreft: als homo ben ik ‘teleurgesteld’ in deze magneet van slechte smaak (dat is wat anders dan extravagantie). De veronderstelde gevoeliger, meer esthetische, meer artistieke ziel van de homo schittert op de Amsterdamse grachten door afwezigheid. Wat dat betreft bekijk ik liever de schilderijen en illustraties van de ontmoeting tussen Hendrik VIII en Frans I ‘At the Field of the Cloth of Gold’ in 1520. Volgens overlevering de meest indrukwekkende ‘extravaganza’ ooit in de moderne westerse geschiedenis tentoongesteld.

Freud?

Met vriendelijke groet,

Erik Zwaga