Niet de Volkswagen maar de rollator is het nazivoertuig

Beweringen en bewijzen

Vorige week was ik – met dank aan Brandpunt – in het Duitse Hagen, om de uitspraak bij te wonen van het proces tegen de Nederlandse oorlogsmisdadiger Siert Bruins. “Het beest van Appingedam”, zoals hij werd genoemd, kwam schuifelend achter een rollator de rechtszaal binnen. Hij is inmiddels 92 jaar.

Bruins 2

Het vonnis werd voorgelezen door een vrouwelijke rechter. De rechtbank achtte Bruins schuldig aan doodslag, maar dat delict was verjaard. Of Bruins in 1944 de verzetsman Aldert Klaas Dijkema ook met voorbedachten rade ter dood had gebracht, achtte de rechtbank na bijna zeventig jaar niet meer te bewijzen.

Dat was belangrijk, want in tegenstelling tot doodslag verjaart moord niet in Duitsland.

Bruins kon meteen gaan. De uitspraak was onbevredigend, maar wel te verwachten.

Je zou hopen dat er een hiërarchie bestaat in misdaad en straf. Hij zwaarder de misdaad, hoe zwaarder de straf. Daar hoort bij: hoe zwaarder de misdaad hoe groter de inspanning van het rechtsapparaat om de dader te pakken. Daar is in Duitsland na 1945 weinig van terecht gekomen. Alleen aan vernietiging van Joden hebben al honderdduizenden deelgenomen, wat in schril contrast staat met de nog geen vijfduizend processen die zijn gevoerd. Veel daarvan hebben niet eens tot een veroordeling geleid. Om de hiërarchie van misdaad en straf in stand te houden, had je zo’n beetje een heel volk moeten berechten.

Miljoenen misdadige handelingen uit de nazitijd zijn zonder consequenties gebleven. Dat drong nog eens tot mij door bij het lezen van Hitlers furiën van Wendy Lower, een boek over “de vrouwelijke beulen in de killing fields van de Holocaust”. Als mannelijk kampbeul of Jodenjager liep je na de oorlog nog de kans om op straat herkend te worden. Er was steeds de vrees voor Justitie. Maar de vrouwen, die aan de Holocaust hebben meegedaan, konden zich tamelijk veilig wanen. Weinigen zijn vervolgd, slechts een enkeling is veroordeeld. Met dank aan het feminisme hebben de nazivrouwen zich na de oorlog weten te manoeuvreren in de slachtofferrol, schrijf Lower. Sommige vrouwen hebben in de Wederopbouw zelfs een heldenstatus weten te bereiken.

Hitlers furien

Het is volgens Lower een grote mythe dat de Duitse vrouw ten tijde van Hitler een apolitiek wezen is geweest. In werkelijkheid hebben Duitse vrouwen actief meegedaan aan de naar het oosten gerichte Lebensraum-ideologie, die tot doel had alles uit te roeien dat niet behoorde tot het Germaanse ras.

In het totaal hebben een half miljoen Duitse vrouwen vrijwillig assistentie verricht in gebieden waar de grootste misdaden zijn begaan. Ze gingen als verpleegster, secretaresse, onderwijzeres, of gewoon omdat zij bij hun man wilde zijn, wanneer die thuis kwam met bloed besmeurde manchetten omdat hij zojuist had deelgenomen aan een vrolijke jachtpartij op Joden. Ze selecteerden, gaven spuitjes als het nodig – en dat was niet zelden het geval – of hielden precies bij waar de moordpartijen hadden plaatsgevonden en in welke getalen. Hitlers euthanasieprogramma leunde voor een belangrijk deel op de inzet van vrouwen.

Onder vrouwen kwam misdadigheid in al haar scharkeringen voor. Er waren vrouwen die inderdaad geschokt reageerden, maar er waren ook vrouwen die in wreedheid hun mannelijke collega’s probeerden te overtreffen. Lower beschrijft het geval van een zwangere nazivrouw die met een vuurwapen in de hand de boer op ging om lukraak wat Joden neer te knallen. Gezellig vanaf je balkon of Joden schieten, die voor je in je tuin werkten, ook dat kwam ook voor. Er was zelfs een vrouw die een kinderwagen als moordtuig gebruikte door Joodse baby’s ermee dood te drukken. Er is geen misdaad, of die is aan het oostfront wel door een vrouw tot uitvoering gebracht. Dat de zachte krachten aan het eind zullen overwinnen, zoals Henriette Roland Holst ooit veronderstelde, daarover heb ik na dit boek zo mijn twijfels.

Van de veertig miljoen vrouwen die Duitsland in 1939 telde, waren er dertien miljoen op de een of andere manier bij een nazistische organisatie betrokken. Dat betekent dat de Duitse bejaardentehuizen niet alleen vol zitten met negentigjarige SS’ers, maar ook met naziverpleegsters, secretaressen en onderwijzeressen. Niet de Volkswagen, maar de rollator is het geëigende nazivoertuig geworden.

Persoonlijk zie ik er geen heil meer in wanneer een rijdende rechter die bejaardentehuizen eens gaat bezoeken, hoe verdiend dat ook zou zijn. Veel belangrijker dan het berechten is intussen het boekstaven van al die misdaden.

Misschien steekt de mensheid daar nog eens wat van op.

de Volkskrant, 15 januari 2014