Eli, Eli, lama, sabachtani?

Beweringen en bewijzen

Het woord passie staat voor een hartstocht, die in deze moderne tijd op zo’n beetje op alles kan slaan. Van volleyballen tot paddenstoelen zoeken en van  anale seks tot postzegels verzamelen, zo’n beetje alles kan met passie worden bedreven. Maar passie staat natuurlijk ook voor de lijdensgeschiedenis van Christus. Die begint al voor Pasen, maar tijdens de paasdagen zelf word je ermee doodgegooid.

Passion

Op de Paasochtenden staat bij ons altijd de Mattheus Passion aan. Dan klinkt Bachs muziek zachtjes maar indringend door het huis, dit niet altijd tot genoegen van onze kinderen, die zich vaak blasfemisch gedragen zonder dat zij het weten.

Bij het klimmen der jaren heb ik de populariteit van de Mattheus alleen maar zien stijgen.

Mijn vrouw gaat elk jaar wel naar een opvoering. Ook ik kan diep ontroerd raken door de smartelijk woorden “Eli, Eli, lama, sabachtani?” – mijn God, mijn God waarom heeft u mij verlaten?  – maar ik blijf toch liever thuis. Dus zwaai ik mijn eega uit en wens haar “een fijne kruisgang”. Als de kinderen er niet bij zijn, steekt zij haar wijsvinger op, terwijl zij wegfietst.

De laatste tijd wint ook de kortere Johannes Passion van Bach aan populariteit. Het is natuurlijk mooi dat klassieke muziek zo in de belangstelling komt te staan, maar ik bezie de wassende aandacht voor de Johannes Passion met gemengde gevoelens. Moeilijk te ontkennen valt dat er een onversneden antisemitisme spreekt uit de Johannes Passion. Logisch, want het evangelie van Johannes, zoals in het Nieuwe Testament is vastgelegd, wordt niet zonder reden gezien als de wortel van het Europees antisemitisme. Daar komt het allemaal vandaan. Dat de heiland door de Joden is vermoord, is een opvatting die niet alleen door menig paus, maar ook door Luther en Calvijn en door nog een paar  andere geestelijke leiders, alom als een waarheid is verkondigd. Een waarheid die gewroken moest worden. Mijn vader, die er wel eens mee is lastig gevallen, had er een standaardantwoord op. “Natuurlijk”, zei hij, “hebben de Joden Christus vermoord, en daar kunnen zij best een beetje trots op zijn”.

Vergeleken bij Geerts woord “minder, minder Marokkanen” is het Johannes Evangelie maar een kleintje bier. Als je het Johannes Evangelie als een musical zou opvoeren en je zou die Joden vervangen door moslims zou het stuk, zo vermoed ik, onmiddellijk als racistisch worden gebrandmerkt en spoedig zijn verboden.

Enfin, om met Martin Bril te spreken, die dezer dagen ook opnieuw is opgestaan.

Het afgelopen weekend ben ik in de media nogal wat vreemde paasuitingen tegengekomen. Deze geschiedenis van trouw en verraad, van liefde en dood, leent zich uitstekend voor allerlei opvoeringen. Maar de vreemdste was toch wel The Passion van de EO. Uit de titel maak ik op dat ze bij de EO denken dat Jezus destijds Engels heeft gesproken, anders heb ik er geen verklaring voor dat het spektakel in Groningen niet gewoon De Passie mocht heten.

Bij de EO zijn ze trots op hun kijkcijfers. Niemand gelooft meer – zelfs de verteller van The Passion verklaarde zich een openlijke atheïst – maar toch hebben 3,2 miljoen mensen gekeken. Of de kijkers, na anderhalf uur rondzeulen met dat kruis, dichterbij God zijn gekomen waag ik te betwijfelen. Ik denk dat ze eerder dichterbij voetbal zijn gekomen, want sportjournalist Jack van Gelder vertolkte als Pontius Pilatus werkelijk een glansrol.

Jack van Gelder 3

Het was van de EO toch al een vondst om Pontius Pilatus door een Jood te laten vertolken. Zelf heb ik eens in een film als edelfigurant een NSB’er gespeeld en dat was erg leuk. Van Gelder had er duidelijk zin in. Hij had zich helemaal ingeleefd. Het hoogtepunt van de voorstelling komt als Pontius Pilatus “het volk” – de Joden dus – een keus laat maken tussen Jezus en de moordenaar Barabbas. Wie door het volk gekozen komt vrij, de ander wordt gekruisigd.

Dat was een werkelijk spannend moment. Zou Jezus het redden? Of zou de geschiedenis zich herhalen? Gelukkig kenden die luitjes op de Vismarkt van Groningen hun klassieken en riepen zij in koor: “Barabbas!”. Of zouden ze van tevoren geïnstrueerd zijn? Stel je voor dat ze per ongeluk “Jezus!” hadden geroepen, dan hadden ze bij de EO toch lelijk met de handen in het haar gezeten.

Binnenkort gaat Anne Frank, de musical in première. Laten wij hopen dat het publiek ook daar het onderscheid tussen de goeden en de kwaden weet te maken.

de Volkskrant, 23 april 2014