Joop en Koos Zwart: de geheimzinnigste vader en zoon van Nederland

Beweringen en bewijzen

Er zijn weinig mensen in Nederland, die zo hebben bijgedragen aan het gedogen van drugsgebruik als de vorige week overleden Koos Zwart (1947-2014).

Koos Zwart

In de jaren zeven en tachtig las hij in het radioprogramma De Rode Haan  “de beursberichten” voor, hetgeen betekende dat de gebruiker wist wat de prijzen waren van wiet en hasj. Dankzij Koos Zwart is rode Libanon in onze taal net zo ingeburgerd als bruine suiker. In verschillende overlijdensberichten werd vermeld dat Koos Zwart de zoon was Irene Vorrink (1918-1996), die op haar beurt weer de dochter was van Koos Vorrink, ooit voorzitter van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC).

Als minister onder Den Uyl zette Irene Vorrink het gedoogbeleid in gang door een onderscheid te maken tussen soft- en hard drugs. Moeder legaliseerde dus wat haar zoon uitdroeg, wat niet altijd vanzelf ging.

In Frankrijk schijnt mevrouw Vorrink zich eens te hebben voorgesteld met “je suis le ministre du milieu”, wat tot enige consternatie leidde, want “milieu” betekent in het Frans “onderwereld”. Later heeft ze ontkend ooit zoiets te hebben gezegd.

Koos Zwart heb ik een keer opgezocht. Hij woonde in een keurige bovenwoning in Amsterdam-Zuid, die nogal contrasteerde met zijn hippie-achtige outfit. Maar ik kwam niet voor hem, noch voor zijn moeder, ik kwam voor zijn vader. Kende Koos zijn vader Joop Zwart? Nee, die kende hij niet. Vader Zwart was indertijd snel bij Irene vertrokken en had nooit de behoefte gevoeld zijn zoon te leren kennen. Omgekeerd had de zoon zich evenmin tot zijn vader gewend.

Joop Zwart

Ik had een speciale reden om Joop Zwart (1912-1991) op te sporen, want hij is  een van de merkwaardigste figuren geweest uit de geschiedenis van het socialisme. Als zoon van een revolutionaire sigarenmaker kwam Zwart op de redactie terecht van het communistische partijblad De Tribune. In 1929 werd hij naar Moskou gestuurd voor een opleiding tot Kremlin-communist. Hij leerde niet alleen allerlei sabotagetechnieken, maar ook hoe je met vuurwapens moest omgaan. Bij verschillende gelegenheden gaf hij Stalin een hand en later zou hij met trots verklaren dat hij al die ontmoetingen had overleefd.

In de Sovjet-Unie raakte hij gedesillusioneerd en bij zijn terugkeer bekeerde hij zich tot de OSP, de partij van Jacques de Kadt en Sal Tas. Met zijn karakter was het logisch dat hij tijdens de oorlog in het verzet terechtkwam. Maar hij werd gearresteerd en via Amersfoort naar concentratiekamp Sachsenhausen gestuurd, waar hij als Vorabeiter een heldenrol speelde bij het redden van Joden, communisten en verzetsmensen.

Na de bevrijding nam hij verder afstand van het communisme. Hij werd steeds rechtser en ging werken voor de BVD, de CIA en andere geheime diensten. Hij schreef in allerlei duistere blaadjes en was betrokken bij de oprichting van het blad Accent en de politieke partij DS’70. Bij Accent werd hij er uitgegooid en bij DS’70 was het de jonge Drees die hem royeerde. Aan het eind van zijn leven zocht Zwart zelfs toenadering te zwarte weduwe Florrie Rost van Tonningen.
Met journalisten sprak hij zelden, maar in 1977 wist ik hem op te sporen in een boerderij bij Zutphen. Daar ben ik een paar dagen gebleven bij “de geheimzinnigste man van Nederland”, terwijl hij koortsachtig bleef praten om mij deelgenoot te maken van zijn levensverhaal.

Van zijn verhalen zijn mij verschillende tot op de dag van vandaag bijgebleven. Hoe hij op de kaderschool in Moskou van zijn communistisch geloof viel toen hij bemerkte dat de leidinggevenden, die gelijkheid predikten, boter aten op hun brood, terwijl het lagere personeel genoegen moest nemen met margarine die niet te vreten was. Hoe Stalin zijn officieren de opdracht gaf in de aanwezigheid van Trotski vieze moppen te vertellen, omdat hij wist dat Trotski zich daar groen en geel aan ergerde, wat ertoe leidde dat Trotski door zijn eigen manschappen voortaan werd beschouwd als een mietje en niet als een echte vent. Hoe de communist Daan Goulooze, door Zwart gered in Sachsenhausen, na de oorlog uiteenzet dat Zwart ooit als renegaat zal worden geëxecuteerd en dat hij, Daan Goulooze, hem dan als tegenprestatie zijn laatste sigaret zal serveren.

Joop Zwart sprak ook over zijn zoon. Hij zei: “Ik vind het waanzin dat die jongen voor de Vara-microfoon het gebruik van drugs mag vergoelijken. Nu zal ik niet in mijn krantje schrijven dat hij moet worden opgepakt, maar in mijn hart denk ik er wel zo over”.

de Volkskrant, 14 mei 2014