Euthanasie: reisje langs de Maas

Verhalen

Twintig jaar had ik niets van haar gehoord, tot zij ineens belde: mijn oudere zuster. Zij kwam uit een eerder huwelijk van mijn moeder, was gek op mijn vader die haar vader niet was, en verliet ons huis toen ik nog rondliep in korte broek.

Pam vdM3

Zij had een grote fantasie en een niet te stuiten vrijheidsdrang. Eens in de zoveel jaar zag ik haar op een schaarse familiereünie, tot ik haar geheel uit het oog verloor.

Maar nu had ik haar aan de lijn. Ze sprak zacht. Ze zat in een verzorgingstehuis en was ziek. Parkinson. Ze wilde me weer eens zien. En zo reed ik naar een stadje in het zuiden des lands, waar zij een kamertje bleek te bewonen in een instelling die om de een of andere duistere reden naar Vincent van Gogh is genoemd.

Ze droeg een pruikje, maar ik herkende haar nog. Even later duwde ik haar rolstoel langs de gemeenschapsruimte, waar een man zichzelf begeleidde op een elektrisch orgeltje, terwijl hij voor een klein gehoor van bejaarden een lied van André Hazes zong.

Buiten liepen wij door het park. Op een gegeven moment passeerden wij een voormalig koetshuis, inmiddels omgebouwd tot kunstgalerie. Ze wilde beslist naar binnen. Een herinnering kwam op. Ik vroeg haar of ze nog wist dat ze zo verliefd was geweest op Sam Middleton, beeldend kunstenaar, en tevens de eerste zwarte Amerikaan die vrolijk door Amsterdam banjerde – nog voor Donald Jones! De Lucky Star op het Leidseplein. Ze moest lachen, jaja, zoiets vergeet je niet. Buiten gingen wij op een bankje zitten. Wij spraken over onze ouders en over onze kinderen, en zochten een verklaring voor het feit dat wij het onderlinge contact verloren hadden. Daarna bracht ik haar terug naar Vincent van Gogh.

In de maanden erna zocht ik haar regelmatig op. Voor iemand als zij, die haar hele leven reislustig was geweest, bleek het leven in een verzorgingstehuis onverdraaglijk. Op een keer zei ze dat ze dood wilde. Euthanasie. Ik gaf het antwoord dat Woody Allen (78) had gegeven toen hem werd gevraagd hoe hij tegenover de dood staat. Hij zei: “Ik ben er tegen”.

Maar al snel bleek dat zij het proces in werking had gezet. Nu is euthanasie plegen in het katholieke zuiden niet zo gemakkelijk. Ze kwam terecht in een draaimolen van artsen, psychiaters en rechters. Korte tijd werd ze zelfs opgesloten in een gesticht, nadat zij handelingsonbekwaam was verklaard. Maar telkens vocht ze terug met haar zieke lijf en de laatste rechter wist zij ervan te overtuigen dat zij niet gek was en dat zij degene was die uiteindelijk mocht beslissen over haar eigen leven en haar eigen dood. Er zat iets onbegrijpelijk heldhaftigs in haar verlangen om tot de laatste seconde haar lot in eigen hand te willen hebben.

Drie weken geleden was het zover. In alle vroegte reed ik naar het zuiden en trof haar in het hospice waar het zou gebeuren. Ze maakte een opgeruimde indruk. “Ik wil eerst nog een stukje rijden”, zei ze. Ik reed haar rolstoel naar de auto en hees haar op de passagiersstoel. Daarna maakten wij een tochtje langs de Maas. Ze leek te genieten, maar na een tijdje zei ze benauwd: “Ik moet plassen”.  De cafés waren nog gesloten en de paniek sloeg toe. “Wacht”, zei ze, “ik weet hier vlakbij vrienden te wonen”.

Toen stonden wij voor de deur van een mij wildvreemd huis. Of wij even binnen mochten komen om te plassen? Dat mocht. De vrouw des huizes stond net een citroencake te bakken en de man des huizes stond de vaat te doen. “Hoe gaat het met uw zuster?”, vroeg de vrouw, terwijl mijn zuster zich aan het vertreden was. “Ik denk dat ze erover een paar uur niet meer is”, antwoordde ik. Weer even later werden wij uitgezwaaid door man en de vrouw. Ze slikten de tranen weg.

’s Middags begon in het hospice de procedure. Ze brengen je eerst in slaap en daar krijg je een spierverslapper die het hart doet stoppen. De eerste broeder kon de ader niet vinden. Toen werd de ambulance gebeld, wat die gasten staan hun mannetje. “Wij komen eraan”, zeiden ze, “behalve als er onderweg iets urgents gebeurt”. En half uur van te voren heb ik afscheid genomen. Haar twee zonen zijn tot het laatst bij haar gebleven.

de Volkskrant, 10 september 2014