Begrafenisgezichten: Oprechtheid des Geloofs

Beweringen en bewijzen

Nu Kerstmis nadert, gemeente van Volkskrantlezers, wordt het weer tijd ons te verdiepen in de vraag naar de Oprechtheid des Geloofs. Wellicht denkt u dat de Oprechtheid des Geloofs iets is voor oude mannen in jurken met rode keppeltjes op.

Vaticaan 2

En inderdaad, wanneer u de kersttoespraak bestudeert die Paus Franciscus ten overstaan van zijn kardinalen heeft uitgesproken, dan kan men niet anders dan vast te stellen dat “de vijftien ziekten van het Vaticaan”, die door de pontifex zijn opgesomd, alles te maken hebben met de Oprechtheid des Geloofs.

Neem bijvoorbeeld ziekte nummer 3: “Mentale en spirituele verstening”.  Een steen is hard en gevoelloos, en kan daarom nooit oprecht zijn.

Of neem ziekte nummer 9: “Geklets, gemopper en geroddel”. Niets is zo onoprecht en huichelachtig als geklets en geroddel, zeker als dat ook nog eens op een mopperende manier gebeurt.

Of neem ziekte nummer 15: “Wereldse winst en exhibitionisme”. Ooit, toen hij nog premier was en nog geen profijtelijke commissariaten bezat, sprak de socialist Wim Kok van “exhibitionistische zelfverrijking”. Een soortgelijke onoprechtheid waart kennelijk ook in het Vaticaan rond.

Of neem de gevaarlijkste aller vijftien Vaticaanziekten, en dan heb ik het natuurlijk over nummer 12: “Begrafenisgezichten”.

In deze begrafenisgezichten wordt alle onoprechtheid samengebald. Terwijl het leven toch ook het feest is van gelukzaligheid – denk maar aan het kindeke Jezus – lopen de kardinalen erbij als verschrikkelijke zuurpruimen, die bij het uitdragen van de blijde boodschap voortdurend kijken alsof hun aambeien weer opspelen.

Toch is het probleem van de Oprechtheid des Geloofs van alle leeftijden en van alle tijden. Reeds in de Middeleeuwen zijn er mensen om verbrand, maar nog altijd is kwestie actueel. Zelfs in ons land werd onlangs over dit vraagstuk nog een proces gevoerd. Zoals u wellicht weet, gemeente, kampt Nederland met het probleem van de uitgeprocedeerde asielzoekers. Een groot aantal bekeert zich momenteel tot het christelijke geloof. Roomse, protestantse en evangelische kerken draaien overuren. In het Uddelermeer staan asielzoekers in de rij om gedoopt te worden. De ratio achter de bekering ligt voor de hand. In het land van herkomst worden christenen vervolgd, zodat de uitgeprocedeerde asielzoeker met de bekering een extra argument heeft verkregen om hier te mogen blijven.

Bekeren

Onlangs vertrouwde staatssecretaris Teeven het zaakje niet, toen hij te maken kreeg met een bekeerde Afghaan die niet terug wilde. De Afghaan had monseigneur De Jong, hulpbisschop van Roermond, als een soort getuige-deskundige te hulp geroepen. De Jong moest uit te zoeken hoe oprecht de Afghaan gelooft in de God van zijn nieuwe geloof. Een bijzonder zware taak voor de hulpbisschop, maar hoe meet je de Oprechtheid des Geloofs? In de Middeleeuwen had men het maar gemakkelijk met deze vraag. Een ketter die op de brandstapel verbrandde, bewees daarmee automatisch dat hij (of zij) een ketter was. Anders was je niet verbrand. Zo zaten de verbranders altijd goed, maar deze lakmoesproef wordt tegenwoordig niet meer gebruikt.

Hoe de monseigneur zijn onderzoek heeft verricht, werd niet vermeldt, maar volgens De Jong “gelooft de man nu oprecht in God, Jezus Christus en Maria”. Helaas geloofde Fred Teeven daar weer niets van. Die Afghaan was gewoon een linkmichel, die voor een koninkrijk maar al te graag van geloof veranderde. Daarbij twijfelde Teeven niet alleen aan de deskundigheid van de hulpbisschop, maar ook aan de oprechtheid van de hulpbisschop zelf, die niets anders gewild zou hebben dan het winnen van een zieltje.

Vorige week werd staatssecretaris Teeven in het ongelijk gesteld. De rechtbank oordeelde dat “de hulpbisschop is opgeleid en benoemd door het Vaticaan en dus als een deskundige moet worden beschouwd”. In het licht van de vijftien Vaticaanziekten zou je die rechterlijke uitspraak enigszins voorbarig kunnen noemen, maar afgezien daarvan kun je je ook afvragen of in geloofszaken nu is gelegitimeerd dat een slager zijn eigen vlees mag keuren. De kerk is doorgaans geen universiteit met een selectie aan de poort, waar men te horen krijgt: uw geloof is niet oprecht, u mag er van ons niet in. Die Afghaan mag dus de rechtbank wel op zijn blote knieën danken, want zelden heeft een rechter zo op de zetel van God gezeten.

Gemeente van Volkskrantlezers, theologisch wordt de Oprechtheid des Geloof gedefinieerd door kennis en vertrouwen. Je moet weten wat je gelooft en je moet op God blindelings willen vertrouwen. Een tip voor de paus: laat al die kardinalen en hulpbisschoppen over water lopen, dan ziet u vanzelf wie erover blijft.

de Volkskrant, 24 december 2014