Archief

November, 2010

Niet 100 dagen het land in, maar 100 dagen de bak in

Beweringen en bewijzen

Sunday, November 28th, 2010

Geen kabinet blijft onbezoedeld. Het zijn de vlekjes waar de Haagse journalistiek het van moet hebben – geef mijn collega’s eens ongelijk. Bovendien staat een vlekje voor een groter geheel, zoals je uit één cel een heel mens kunt identificeren.

De bak

Van de kabinetten Balkenende zal mij vooral Jan-Peter bijblijven: zijn lusteloos taalgebruik, zijn oproep tot een VOC-mentaliteit, zijn uitglijder op een skateboard. Bij het vorige kabinet denk ik aan Ella Vogelaar, geïnterviewd door Rutger Castricum.

Bij de vorige Kamer denk ik aan Mariëtte Hamer, die door Martin Bril tot lampenkap is uitgeroepen. Ik denk aan Lilliane Ploumen en haar volkomen warrige verdediging van het besluit om de aanschaf van de JSF uit te stellen. Of was het juist andersom? lees verder

Het internet als volksmedium

Columns

Sunday, November 28th, 2010

Deze week ondervond ik de onstuitbare kracht van het internet. Op zoek naar een nieuwe tweedehands auto raadpleegde ik autotrack.nl. Dat is een site waar meer dan 200.000 occasions worden aangeboden. Er staan nog veel meer gebruikte auto’s op gaspedaal.nl, maar om de een of andere reden ik meer vertrouwen in autotrack. Bij gaspedaal denk ik aan  piepende banden. lees verder

Larry Evans (1932-2010)

Schaken

Tuesday, November 23rd, 2010

In een ziekenhuis in Reno is de Amerikaanse grootmeester Larry Evans afgelopen maandag op 78-jarige leeftijd overleden. Bij een operatie aan zijn galblaas ging het mis. Dat Evans in de gokstad Reno is overleden, is bepaald niet toevallig.

Larry Evans+Fischer 2

Behalve dat hij het een paar keer tot schaakkampioen van de Verenigde Staten heeft gebracht, stond hij lange tijd ook bekend als de beste blackjack-speler van Amerika. Vooral in zijn jeugd woonde Evans zo’n beetje in casino’s. Daar heeft Evans – zelf van Indiaanse bloed – ook zijn vrouw Ingrid ontmoet, een adembenemende Duitse blondine die nog het meeste leek op Nina – van het zangduo Nina & Frederik. Ingrid was dealster aan blackjacktafels. lees verder

Tussen fascinaties en vaccinaties

Boeken / Cd's / Video's / Media activiteiten

Monday, November 22nd, 2010

Onlangs werd op de Anatomische Les, een door het AMC georganiseerde middag in het Concertgebouw, het nieuwe boek van Jaap van Heerden gepresenteerd. Het ging over vaccineren, maar de titel van Van Heerdens boek luidt: Fascinaties.

Jaap van Heerden (fascinaties) 2

Speciaal voor de gelegenheid maakte ik een korte film met de auteur. lees verder

Tolstoj, Hawking en de duivel

HUMAN

Monday, November 22nd, 2010

KETTER & GEEST

Deze maand wordt de honderdste sterfjaar van Lev Tolstoj (1828-1910) gevierd. Maar nog altijd is de  schrijver van de wereldromans, zoals Anna Karenina en Oorlog en Vrede, niet reçu bij de Russisch orthodoxe kerk.

In Trouw vond ik het volgende bericht:

Kerk blijft in oorlog met Tolstoj

MOSKOU – ,,De activiteit van Tolstoj in de laatste tien jaar van zijn leven was enorm verwoestend voor Rusland”, schrijft de secretaris culturele zaken van de grootste kerk in Rusland, Tichon Sjevkoenov, donderdag in de regeringskrant Rossijskaja Gazeta.

Tolstoj werd in februari 1901 uit de kerk gezet. Tegen de zin van de synode stond hij een christelijk geloof voor waarin Christus niet een mysterieuze zoon van God was, maar een mens met een eenvoudige en grootse leer. Niet de kerkleiders, maar de eenvoudige boeren waren volgens hem de dragers van het geloof. Volgens Sjevkoenov heeft de schrijver zich met zijn opvattingen zelf uit de kerk gezet.

Na 1880, toen Tolstoj al een beroemd schrijver was, werd hij aangestoken door het christendom, en in het bijzonder door de figuur van Jezus in wie hij terecht een pacifisme weerspiegeld zag. Tolstoj’s chistendom was een persoonlijk geloof en dat bracht direct in conflict met de kerk. Jezus was bij Tolstoi geen godheid, maar een mens. De Bijbel was geen boek van empirische waarheden, maar van metaforische waarheden. De kerk verkrachtte het geloof en het waren de eenvoudige mensen die meer begrepen van de goddelijke waarheid dan de bisschoppen en andere hoogwaardigheidsbekleders. Tolstoj schreef ontwierp zijn eigen evangelie, in 1883 neergelegd in het boekje  Mijn Kleine Evangelie.

Er wordt in deze rubriek af en toe veel kwaads gezegd over gelovigen, maar voor deze opvattingen van Tolstoi kan men alleen maar respect hebben. In dit geval weet ik even geen antwoord voor respect.

Dit is Tolstoj’s graf, zoals het er tegenwoordig uitziet:

Tolstoj's graf

RK-Kerk heeft meer exorcisten nodig

Er is tegenwoordig te weinig oog voor de duivel. Er zijn zelfs mensen die wel in God geloven, maar niet in de duivel. Gelukkig is de duivel weer op de terugweg, getuige het volgende bericht:

Het aantal Amerikaanse priesters dat een uitdrijvingsritueel (‘exorcisme’) kan uitvoeren is klein, terwijl de vraag er naar groeit. De Rooms-Katholieke Kerk in Amerika organiseerde daarom afgelopen weekend een trainingsweekend voor aankomende exorcisten.


Exorcist

Meer dan vijftig bisschoppen en zestig priesters namen deel aan de training, zo melden Amerikaanse media. Zij kregen vooral uitleg over wat het uitdrijvingsritueel inhoudt en wanneer het mag worden uitgevoerd. Dat laatste is vooral belangrijk omdat men bezetenheid door demonen moet kunnen onderscheiden van ‘gewone’ psychische aandoeningen.

Exorcisme was lange tijd alleen in Amerikaanse films populair, en niet in de Amerikaanse kerk. De vraag naar uitdrijvingsrituelen wordt echter groter, onder meer door het stijgende aantal migranten uit landen waar deze rituelen vaker voorkomen. Door het tekort aan exorcisten kom het nu nog te vaak voor dat een priester die het ritueel kan uitvoeren verre reizen moet maken. De kerk wil het liefst in elk bisdom een exorcist.

Exorcisme maakt deel uit van de christelijke traditie en komt ook voor in de gereformeerde kerken. Het is slechts zelden dat het ritueel uitgevoerd moet worden, zo laat de Amerikaanse kerk weten. Een priester die een goede opleiding heeft genoten, mag het ritueel uitvoeren, maar alleen na grondig overleg met zijn bisschop, inclusief een medische en psychische controle, om zo vast te kunnen stellen dat het om bezetenheid gaat.

Ik overweeg een opleiding als exorcist te gaan volgen. Je weet nooit waar het goed voor is in deze tijd dat zelfs de paus overweegt het kapotje goed te keuren.

Hawking: ons heelal is niet het enige heelal

Een bericht van een geheel ander kaliber. Er is een nieuw boek van Stephen Hawking uitgekomen, getiteld: Het Grote Ontwerp. In Trouw stond er een stuk over, dat mij opviel. Ik druk het begin af en de passage waar het mij hier omgaat.

Stephen Hawking 3

Het nieuwe boek ‘Het Grote Ontwerp’ van Stephen Hawking en Leonard Mlodinov probeert antwoord te geven op de ultieme vraag van het leven: waarom bestaan wij? Het boek presenteert hiervoor de M-theorie die suggereert dat er talloze heelallen zijn. En dan heb je God niet nodig.

Met ‘Het Grote Ontwerp’ is Stephen Hawking erin geslaagd een vervolg te schijven op de bestseller ‘A Brief History of Time’ (‘Het heelal’ in het Nederlands) dat zijn voorganger overtreft. Een boek met een zeer moeilijk onderwerp dat toch toegankelijk en voor leken begrijpelijk is geschreven. Ingewikkelde theorieën zoals kwantummechanica en de snaartheorieën worden zo helder uitgelegd dat je het idee krijgt, als je een laboratorium hebt, ze zo te kunnen uittesten.

‘Het Grote Ontwerp gaat daar verder waar ‘A Brief History of Time, geschreven in 1988, stopt. Om te kunnen begrijpen waarom het heelal is zoals het is, hebben we een complete theorie nodig die alle krachten omvat en al onze waarnemingen voorspelt. Theorieën die we nu hebben, de relativiteitstheorie, kwantumfysika, de snaartheorieën, beschrijven slechts gebieden van het bestaan in bepaalde omstandigheden en spreken elkaar soms ronduit tegen. Waar de kwantummechanica vooral op zeer kleine schaal het gedrag van materie beschrijft, werkt de relativiteitstheorie juist op grote schaal. Ze zijn nog niet onder te brengen in één theorie.

Nu presenteert Hawking aan het grote publiek de kandidaat voor een dergelijk allesomvattende theorie: de M-theorie. En die lijkt wel wat op een landkaart, zo schrijft hij. Het is niet mogelijk om het hele aardoppervlak op één kaart af te beelden. Om de hele aarde werkelijkheidsgetrouw af te beelden heb je een verzameling kaarten nodig, die elk een beperkt gebied beslaan en elkaar overlappen. Op de plek van de overlapping geven de kaarten hetzelfde landschap weer. De M-theorie lijkt daar op.

Lees hier verder, maar kijk eerst naar de passage die mij bezig hield. Dat is deze:

Volgens de M-theorie is ons heelal niet het enige heelal, maar er zijn talrijke heelallen,10^500 (een 10 met 500 nullen) om precies te zijn. En met zoveel heelallen is het helemaal niet zo verwonderlijk dat er in ieder geval één is die precies de juiste condities biedt voor intelligent leven. Net zoals dat het met de vele planeten en sterrenstelsels in ons heelal, helemaal niet zo gek is dat er één planeet is met exact de juiste omstandigheden voor de mens.
De omvang van onze eigen melkwegstelsel is niet te bevatten, laat staan als er 10 met 500 nullen melkwegstelsels zijn.

Ik schreef dat getal voor u uit:

10. 000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

Tel het nog even na, misschien ben ik er een paar vergeten.

Humanistische Omroep, 22 november 2010

10.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000 10.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.00010.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.00010.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000

Opstelten een King Kong in optima forma

Buitenhof

Monday, November 22nd, 2010

J. B.Charles, die leefde van 1910 tot 1983, is een schrijver die niet meer gelezen wordt, maar die na de oorlog luid op de trom sloeg. Charles was zijn verzetsnaam, hij heette eigenlijk Willem Nagel. Als schooljongen hield hij al van vuurwapens en in het verzet wilde hij zich nog wel eens trigger-happy gedragen. Hij was een liefhebber van de jacht. Een echte mannetjesputter, die ook na de bevrijding driftig doorging met het bestrijden van het fascisme.

Van professie was J.B. Charles een criminoloog. In die hoedanigheid zei hij over eigenrichting: “Een mens mag zijn bezit verdedigen. Als je het kunt en je durft het, dan mag je dat doen. Als iemand op het punt staat je auto te stelen, hij heeft de deur al opengebroken, dan mag je hem er uitslaan. Het is wat anders als iemand jou met de auto snijdt en bij het volgende wegrestaurant sla je hem in elkaar. Dat zou ik absoluut niet willen aanbevelen”.

Aan die woorden moest ik denken, toen ik gisteren het Volkskrant-interview las met Ivo Opstelten, de minister van Justitie en Veiligheid. “Als bij mij wordt ingebroken”, aldus de minister, “ga ik mijn bed uit en achter de boef aan. Je hoeft niet de held uit te hangen, maar ik laat niet de hele tent leeghalen. Ik vind dat je vrij ver mag gaan”.

Leerzaam.

Opstelten 2

In de eerste plaats weten wij nu dat Opstelten in een tent woont. Dat deed Napoleon ook graag, vandaar die al die veldtochten. Thuis hing hij zijn paleizen vol met draperieën, zodat het leek alsof je telkens een nieuwe tent binnenstapte.

In de tweede plaats weten wij nu dat Opstelten, net als Napoleon, voor de duivel en zijn ouwe moer niet bang is. Niks de andere wang toekeren, wat die christelijke slapjanussen van het CDA misschien zouden doen, maar – bham! –  d’r op af en een harde klap voor hun kanis.

Spijkerhard, dat is een geliefde uitdrukking van Opstelten.

Ik vind dat een schitterende houding, zeker als je bedenkt de minister al 66 jaar en in de AOW zit. Ik begrijp dat de minister zich fysiek bijzonder sterk voelt, maar ik probeerde mij voor te stellen hoe een inbreker de tent binnensluipt, terwijl Opstelten in zijn slaapzak zachtjes ligt te snurken. Stel je het puur hypothetische geval voor dat uitgerekend een paar met messen gewapende kutmarokkanen aan het inbreken zijn, van het type dat dit kabinet graag het land wil uitzetten.

Opa Opstelten wordt wakker van het gerommel. Snel doet hij snel zijn pantoffels aan en springt vanachter zijn tentzeil te voorschijn.

Wie het internet raadpleegt, vindt talloze gevallen waarbij juist ouderen het slachtoffer zijn geworden van geweld bij inbraak. Dit jaar zijn bijvoorbeeld in Almelo een 53-jarige man en 73-jarige vrouw vermoord, omdat zij in hun eigen huis een inbreker betrapten. De lijst van dat soort geweldsdelicten is eindeloos lang.

J. B. Charles was een mannetjesputter en de geweldige Ivo Opstelten is natuurlijk een King Kong in optima forma, maar ik raad u ernstig aan thuis eerst achter uw oor te krabben, alvorens u de boef in zijn nek springt.

U leeft maar één keer. Een nieuwe creditcard is zo aangevraagd en die hangklok kunt u heus wel missen.

Buitenhof, 21 november

Met opscheppen moet je oppassen

Beweringen en bewijzen

Monday, November 22nd, 2010

Het heelal is groot en oneindig. De mens is klein en nietig. Vandaar dat de mens om te overleven soms de neiging heeft zich groter voor te stellen dan hij is. Het omgekeerde gebeurt ook – je kleiner maken als overlevingsstrategie – maar vandaag heb wij het over degenen die zichzelf opblazen. Hun grootste angst is de speld die alles doorprikt.

ballon

Er zijn maar heel weinig mensen die nooit opscheppen. Een verhaal is snel aangedikt. Ik ken een echtpaar dat door het leven gaat met een vaste rolverdeling: de man vertelt  enthousiaste verhalen en de vrouw relativeert en kleineert. Wanneer de man vertelt dat zij op een vakantie in Amerika terecht kwamen in een kudde aanstormende buffels, zegt de vrouw na een tijdje: “Het was één koe en er stond in een hek tussen”. lees verder

De aanval kwam nu eens van rechts

Columns

Monday, November 22nd, 2010

“De aanval komt nu eens van rechts”, kopte de Volkskrant boven een stuk dat ging over de delinquenten die de PVV van Geert in haar midden blijkt te hebben. Dat lijkt me een even juiste als opmerkelijke observatie. In nog geen week verloor de PVV vijf zetels in de peilingen. Zoiets zegt tegenwoordig ook niet alles, want door een nieuw relletje kan morgen alles weer anders zijn. lees verder

Pam & Bril (15)

Gastenhoek

Monday, November 15th, 2010

In 2005 had ik met Martin Bril een kleine, tweewekelijkse correspondentie voor het blad Verzekerd!

Bril & Pam 3

Het betaalde goed, dit intern verspreide blaadje voor verzekeraars, maar weinigen zullen onze stukjes gelezen hebben. lees verder

De schaakwereld huilt

Schaken

Monday, November 15th, 2010

De schaakwereld huilt waar het eens heeft gelachen. Magnus Carlsen, het Noorse supertalent waarvan iedereen hoopte dat hij de jongste schaakwereldkampioen ooit zou worden, heeft zich teruggetrokken uit het kandidatentoernooi.

Magnus Carlsen

De negentienjarige Carlsen is het niet eens met de wijze waarop de cyclus om de wereldtitel is geregeld. Als Carlsen voet bij stuk houdt, zal hij er niet bij zijn, wanneer Anand in 2012 zijn titel verdedigt. Het is nog onduidelijk wanneer Carlsen een nieuwe kans krijgt, maar dat zou wel eens tot 2016 kunnen duren. lees verder

Mark Rutte’s boodschappenlijstje

Invallen

Monday, November 15th, 2010

Omdat ik een verstrooid mens ben, ben ik ook een mens van boodschappenlijstjes. In mijn eigen code schrijf ik op wat ik vooral niet moet vergeten.

boodschappenlijstje

Die lijstjes zijn voor anderen niet te begrijpen. “Psk” betekent: pak suiker. En “huis bel” betekent niet dat de huisbel moet worden gerepareerd, maar dat ik de verhuizer moet bellen. Mijn boodschappenlijstjes bevatten vooral hermeneutische mededelingen en ik stel mij voor dat ik daarin beslist niet de enige ben.

Onlangs werd onze nieuwe minister-president Mark Rutte het verwijt gemaakt dat zijn regeerakkoord wel veel afspraken, maar weinig herzieningen bevat. lees verder

Saoedi-Arabië als feministische uitvalspost

HUMAN

Monday, November 15th, 2010

Veel moslimnieuws deze week, maar dat mag ook wel, want wij zijn de afgelopen tijd overvoerd met kindermisbruikende paters. Om het volgende bericht moet je bijna lachen, want dit is zelfs een halte voorbij het absurde.

Verenigde Naties geven Saudi-Arabië zetel in vrouwenraad

Jacques de Kadt heeft er al opgewezen dat de VN een vreemde organisatie vormen, dat voor een groot deel is samengesteld uit landen die niet democratisch zijn. Toch wordt er vaak gestemd volgens het democratische principe van de meeste stemmen tellen. Zo werd onlangs een resolutie aangenomen, waarin er op wordt aangedrongen om blasfemie wereldwijd strafbaar te stellen.

En nu is er weer zoiets. Saoedi-Arabië, een van de meest achtergebleven landen op het gebied van vrouwenrechten is gekozen in de VN-vrouwenraad, een orgaan dat geacht wordt de emancipatie van de vrouw te bevorderen. Elsevier had er dit bericht van Jeroen Langeraar over:

alt


In Saudi-Arabië moeten vrouwen verplicht gesluierd over straat, mogen ze niet stemmen, niet autorijden en alleen onder mannelijke begeleiding het land verlaten. Toch is het Arabische land sinds woensdag lid van de VN-vrouwenraad.

Saudi-Arabië mag voor de VN het voortouw nemen inzake vrouwenrechten Saudi-Arabië mag voor de VN het voortouw nemen inzake vrouwenrechten

De VN-vrouwenraad heeft als doel zich wereldwijd in te zetten voor vrouwenrechten en te strijden tegen vrouwendiscriminatie.

Ook het streng-islamitische Iran leek lange tijd af te stevenen op een zetel in de raad, maar het regime van president Mahmoud Ahmadinejad kreeg tijdens de verkiezingen net te weinig stemmen. Dit was mede te danken aan een lobbycampagne van Westerse landen en mensenrechtenorganisaties.

Saudi-Arabië ligt in een andere regio dan Iran en kreeg daardoor automatisch een zetel. De kandidatuur van beide landen had in de aanloop naar de verkiezing zware kritiek gekregen.

Saudi-Arabië staat, juist als het om vrouwenrechten gaat, bekend als het meest behoudende land van de Arabische wereld. In Iran is het voor vrouwen niet veel beter. Zo mogen dames, in tegenstelling tot mannen, niet met een niet-moslim trouwen, en wordt bij overspel alleen de vrouw gestenigd.

Misschien kan de VN de vrijheid van meningsuiting voortaan laten controleren door landen als Birma, Iran en Soemalie.

Mysterie sportsubsidie opgelost

Een mysterie is opgelost. Waar ging het geld naar toe dat de As Soennah-moskee in Den Haag had gekregen om in het kader van de integratie mee te gaan sporten? lees verder

Mecenas wordt niet meer gedeballoteerd

Beweringen en bewijzen

Monday, November 15th, 2010

Lang geleden – het moet rond 1985 zijn geweest – heb ik eens geluncht met Freddy Heineken. De reden van die bijeenkomst doet er niet toe.

Freddy Heineken

Heineken was een aardige en ook een hele rijke man. Buiten stonden twee Amerikaanse sleeën, in die standgroene kleur van zijn biermerk. Bodyguards waren steeds in de buurt, wat dat betreft was Heineken er vroeg bij. Halverwege de lunch werd Heineken aan de lijn geroepen. Een paar minuten later kwam hij terug, met de stoom uit zijn oren.
Onder de belofte dat ik het tenminste 25 jaar voor me zou houden, vertelde Heineken dat hij zojuist was gebeld door de kapitein van zijn jacht. Dat lag ergens aan een kade in de Mediterranée. lees verder

Roel van Duijn is een groot man

Columns

Monday, November 15th, 2010

Roel van Duijn is een groot man. Hij is veel meer dan zo maar een provo, die het ooit tot de Amsterdamse gemeenteraad heeft gebracht. Roel van Duijn is iemand die de hearts and minds heeft beïnvloed van zijn generatie en van vele generaties daarna. Hij heeft niet voor niets de voorpagina gehaald van The New York Times. lees verder

Harry is dood, leve Harry

HUMAN

Tuesday, November 9th, 2010

Harry Mulisch is dood, leve Harry Mulisch!

Maar niet iedereen denkt daar zo over. De schrijver kan populairder zijn dan hij ooit bij zijn leven is geweest, voor sommigen is hij nog altijd de gevaarlijk nihilist, die hun geloof bedreigt.

Mulisch mag dan van alles zijn geweest – een marxist, een salonsocialist – maar een nihilist was hij eigenlijk nooit. Toch denken zij daar bij het Reformatorisch Dagblad heel anders over, getuige het volgende hoofdcommentaar:

alt


Harry Mulisch: schepper zonder God

Een schrijver is een schepper en Harry Mulisch nam dat letterlijk. De door hem bewonderde nihilist Nietschze had verklaard dat God dood was en Mulisch nam graag Zijn plaats in. Met zijn literaire oeuvre creëerde hij een nieuw omniversum, pretendeerde hij de werkelijkheid te doorgronden en naar zijn hand te zetten. Niet voor niets gaf hij zijn roman de titel ”De ontdekking van de hemel” mee.

In een interview zei Mulisch eens, doelend op zijn filosofisch bouwwerk in ”De compositie van de wereld” (1980): „Als God zou bestaan, dan zou hij de wereld gemaakt hebben volgens dit systeem.” In ”De procedure” (1998) zette Mulisch de ultieme stap. Van dode materie, van zwavel, waterstof en zuurstof, wordt in deze roman een levend wezen gemaakt, dankzij –let wel!– het spreken van de mens. „Zo ver zijn we nog niet, maar over vijftig jaar kunnen we dat zeker ook”, zei de schrijver daarover. Met andere woorden, dan heeft de mens God nergens meer voor nodig, precies zoals Mulisch dat in ”De ontdekking van de hemel” beschreef. Het is een krampachtige, huiveringwekkende en hernieuwde poging om als God te zijn. Het is de tragiek van de oerzonde uit het paradijs die in de menselijke genen zit. Een aangezien schrijvers de seismografen van de samenleving zijn, is het veelzeggend dat juist Mulisch als een van de grootste en populairste auteurs van ons land geldt.

Zijns ondanks zag Mulisch zich in ”Siegfried” overigens genoodzaakt als tegenhanger van het absolute ”Niets” (Hitler) ook de ”Totaal Andere” (God), op te voeren. En een seculiere recensent schreef naar aanleiding van ”De aanslag”: „De werkelijkheid is vaak niet minder toevallig dan de literaire werkelijkheid. Het gaat er alleen om de verschillende verbanden te signaleren, en Mulisch is daar een meester in. Je zou haast gaan denken dat er een godheid is die het leven op aarde dirigeert.” Het is triest dat Mulisch juist déze optie op voorhand uitsloot.

De vaardigheid waarmee Mulisch zijn gedachtegoed wist te verpakken maakt hem gevaarlijker dan collega’s als Maarten ’t Hart, Jan Wolkers of Jan Cremer. Niet gehinderd door de ‘ballast’ van een gereformeerde opvoeding, schotelde hij de lezer een wereld voor waarin God op een subtiele, listige manier uit het zicht verdwijnt. Mulisch zette zich niet af, hij schiep op een zelfverzekerde, overtuigende manier een eigen werkelijkheid, waarin de lezer wordt meegezogen.

Want schrijven kón Mulisch, daarover mag geen misverstand bestaan. Maar juist daarom is het aangrijpend dat hij, met zulke talenten begiftigd, zo opgetogen met vuur speelde. De man die zei Hitler te hebben begrepen, legde ook op hoge leeftijd nog maar bitter weinig zelfkennis aan de dag. Hij mocht dan –naar eigen zeggen– de hemel hebben ontdekt, hij ontnam zichzelf en anderen het zicht op God. Wijze lessen uit de door hem bewonderde Bijbel legde hij naast zich neer. De Prediker had immers een dringende waarschuwing voor de veelschrijver: „Wees niet te snel met uw mond, en uw hart haaste niet een woord voort te brengen voor Gods aangezicht; want God is in de hemel, en gij zijt op de aarde.”

Dat laatste zou de –heilzame– ontdekking van zijn leven zijn geweest.

Wat zou Harry trots zijn geweest als hij nog had kunnen horen dat er groepen in de Nederlandse samenleving zijn, die hem “gevaarlijk vinden!

Mensen wier eigen geloof bedreigd wordt, gaan zieltjes winnen

Een bericht (van Ellen de Bruin) dat in feite op het voorgaande aansluit, stond in NRC Handelsblad.

Rotterdam, 23 okt. Als mensen onzeker worden over iets waar ze in geloven en wat belangrijk voor hen is, gaan ze meer moeite doen om anderen ervan te overtuigen dat het toch echt waar is. Dat dachten psychologen al decennia lang en nu is het ook netjes experimenteel aangetoond (Psychological Science, 13 oktober online).

Het klassieke voorbeeld van zo’n situatie wordt beschreven in het al even klassieke boek When Prophecy Fails (1956) van Leon Festinger, Henry Riecken, and Stanley Schachter. Dat gaat over een sekte waarvan de leden dachten dat eind 1954 de wereld zou eindigen door een grote overstroming, maar dat ze zelf opgehaald zouden worden door buitenaardse wezens. Toen noch het een, noch het ander gebeurde, vielen de sekteleden niet van hun geloof. Ze gingen juist actief zieltjes winnen en benaderden ook de media, terwijl ze eerder juist publiciteitsschuw waren. God had besloten de wereld te sparen, zeiden ze nu, dankzij hun toewijding.

alt


Het inspireerde Festinger tot zijn bekend geworden theorie over cognitieve dissonantie: als mensen tegelijkertijd sterk overtuigd zijn van twee dingen die met elkaar in strijd zijn, zullen ze (één van) hun overtuigingen aanpassen. En niet altijd op de manier die een buitenstaander het meest logisch zou vinden. Bij veel onderzoek naar cognitieve dissonantie krijgen bijvoorbeeld mensen weinig of niets betaald voor saai of vervelend werk en gaan ze daardoor denken dat het toch best leuk was.

Lees hier verder, over bijvoorbeeld hoe overtuigde Mac-gebruikers probeerden PC-gebruikers te overtuigen van de superioriteit van hun computer.

In mijn studietijd behoorde Festinger tot een van de beroemdheden en werd zijn cognitieve dissonantietheorie beschouwd als een van de sociale wetten met algemene geldigheid. Als je dit bericht leest, ga je toch anders aankijken tegen Jehova Getuigen, die op zondag bij je aan de deur komen. Deze mensen zijn misschien de ergste twijfelaars en juist daarom staan zij daar om jou ervan te overtuigen dat de wereld ten onder gaat.

De volgende keer zal ik ze eens binnen uitnodigen. Misschien krijg ik ze dan aan het wankelen in hun overtuiging. Of ben ik dan zelf een onzekere zieltjeswinnaar. Een paradoc, om in de sfeer van Harry Mulisch te blijven.

Zinzoekers op het web, vergeet 18 november niet

Op 18 november 2010 zal in Amsterdam ‘een nationaal evenement’ plaatsvinden, waarbij de connectie tussen internet en zingeving centraal komt te staan. Dat valt te lezen op de site Zinzoekers op het web. De bijeenkomst zaal worden gehouden in de Mozes & Aäronkerk in Amsterdam.

De zinzoeker Albert Benschop heeft over dit thema een hele verhandeling geschreven en hij komt daarin tot de ontdekking dat er naast een hiernumaals ook een hiernaastmaals bestaat. Dat hiernaastmaals bestaat in het hiernumaals, en er wordt mee bedoeld het internet. Daarop vindt momenteel een heel gekrioel van zingeving plaats.

“Steeds meer mensen”, schrijft Benschop (familie van Nel?), “beleven spiritualiteit via internet. De kolonisering van cyberspace door religieuze groepen zet zich door. Vanaf het begin van het internet hebben met name de zogenaamde new agers, de ietsisten, occultisteb, neo-paganisten, technosjamanisten op het internet gemanifesteerd. Zij ontdekten al snel dat het internet uitgelezen mogelijkheden biedt om de niet-kerkelijk verankerde vormen van nieuwe spiritualiteit uit te dragen. ”

alt

Enfin, leest u zelf hier verder.

Het opmerkelijkste bij al die dingen is dat de techniek lange tijd als de grootste vijand van de spiritualiteit is gezien, maar dat hierbij de spiritualiteit uit de techniek voortkomt. Door de techniek ontstaat de geest – wie zou dat gedacht hebben. Straks moet ik weg, eens kijken of mijn auto toch een ziel heeft.

En o ja. Ik heb nog even opgezocht wat paganisten zijn. Ik kwam er niet helemaal uit. Wel vond ik dit, maar echt verhelderend is dat nou ook weer niet: “Paganisme is een geestelijke manier van leven die ontspruit uit de oude natuurreligies van de wereld. De belangrijkste wortels liggen bij de oude religies uit Europa, maar veel aanhangers vinden ook waardevolle aspecten in de autochtone religies van andere landen. We erkennen de heiligheid van de Natuur, herkennen het Goddelijke in alle dingen, en weten ons verbonden met de onkenbare geest die in de Kosmos werkzaam is. Het geloof in het goddelijke in alle dingen wordt over de hele wereld gevonden. Paganisten zien dit als hun erfgoed, en passen de oude geloofsstructuren van hun voorvaderen aan het moderne leven aan. Deze invullingen zijn soms gebaseerd op folklore, mythen of archeologische ontdekkingen.”

Spiritueel klompendansen, zoiets.

Humanistische Omroep, 5 november 2010

Nederlandse schrijvers en hun geboorteland

Buitenhof

Monday, November 8th, 2010

Onder grote belangstelling is gisteren Harry Mulisch begraven. De plechtigheden werden integraal uitgezonden en veel mensen brachten een laatste groet aan de schrijver, toen hij per boot naar Zorgvliet werd vervoerd. En dan te bedenken dat Mulisch nooit een volksschrijver is geweest. Zelf zei hij dat hij een negatief charisma bezat, dat hem verhinderde werkelijk geliefd te worden bij het grote publiek.

Mulisch en begrafenis

De dood van Mulisch nodigt uit stil te staan bij de relatie van Nederland en zijn grote schrijvers. Willem Frederik Hermans liet Nederland achter zich en beleefde zijn gelukkigste jaren in Parijs en later in Brussel. Vandaar sprak hij geregeld zijn afkeer uit over zijn geboorteland. Vlak voor zijn dood werd hij naar een ziekenhuis in Utrecht gebracht, waar men niets meer voor hem kon doen. Zijn crematie werd slechts door drie familieleden bijgewoond en verliep zonder enig ceremonieel.

Ook Gerard Reve had een getroebleerde verhouding met Nederland. Lang heeft hij geprobeerd in het Engels te schrijven. Om aan Nederland te ontsnappen, reisde hij vaak naar zijn geheime landgoed in Frankrijk. Hij stierf in het Belgische Machelen aan de Leie, alwaar hij ook begraven werd. De plechtigheid werd bijgewoond door de Nederlandse staatssecretaris van Cultuur, maar die deed geen mond open.

Op de begrafenis van Mulisch was zelfs de minister aanwezig, die cultuur in haar portefeuille heeft, maar ook zij zweeg namens de Nederlandse staat. De minister-president schitterde eveneens door afwezigheid. Hij werkte thuis aan zijn lijstje van 17 hervormingen. Wel sprak de burgemeester van de hoofdstad. Hij herinnerde aan een uitspraak van Mulisch, die heeft gezegd dat hij zich wel Amsterdammer voelde, maar geen Nederlander. “Ik ben in Nederland geboren, maar Nederland is niet in mij geboren”, is zo’n typisch Mulisch aforisme.

Geen pantheon, geen standbeeld, geen monument voor de Grote Drie.

Wij gaan verder. Een schrijver die Nederland vooral ziet als een doorgangshuis, is Cees Nooteboom. Hij wijdde een roman aan ons land, waaruit vooral een constant gevoel van verbazing spreekt. Jan Wolkers woonde aan de rand van Nederland, op Tessel, opdat hij elk moment kon uitvaren. Rudy Kousbroek noemde Nederland “een boerenkafferland” en was het liefst teruggekeerd naar Indië. Hella Haasse heeft een groot deel van haar leven in Frankrijk gewoond en Jeroen Brouwers pleegt vanuit België ruzie te maken met Nederlandse hoogwaardigheidbekleders.

En Arnon Grunberg, de beste schrijver van de jonge generatie, heeft Nederland evenmin hoog zitten. Hij heeft zelfs een cordon sanitaire om ons land getrokken, zo liet hij weten aan het Vlaamse dagblad De Morgen. Kortom, voor Nederlandse schrijvers is Nederland een soort Ierland: een land om vandaan te emigreren.

Misschien is het Mulisch’ tragiek dat hij op de Leidsekade is blijven wonen. Tenslotte is Mulisch, de linkse zoon van immigranten, zelfs door Geert Wilders geprezen als “een groot schrijver, wiens dood een verlies is voor Nederland”. Geert zal wel gehoord hebben dat Mulisch ook in zijn laatste jaren vierkant achter Israel stond.

Voor de rouwstoet van Mulisch liep een soort zigeuner- of Roma-orkestje, dat Fellini-achtige muziek speelde. Inderdaad Nederland is een raar land. Een land dat de ernst niet begrijpt en waar je alleen maar om kunt lachen, om met Mulisch te spreken.

Buitenhof, 7 november 2010.

Denkend aan de Herenclub

Beweringen en bewijzen

Monday, November 8th, 2010

Toen ik gistermorgen vroeg de Amsterdamse grachtengordel binnenfietste, stuitte ik op een kilometers lange rij van mensen, die zich door de straten en stegen slingerde.

Herenclub(2dedruk)

Ik stapte af en vroeg aan een van de wachtenden wat er aan de hand was. Ze stonden in de rij, zo kreeg ik te horen, voor het Nationaal Documentatie Instituut Harry Mulisch – het NDIHM. Al degenen die hier in de rij stonden, hadden iets over Harry Mulisch te vertellen en zij vervoegden zich bij het Instituut om hun verhaal of anekdote voor de eeuwigheid te laten vastleggen. lees verder

2 november: de dood van Gerrie Knetemann

Columns

Monday, November 8th, 2010

Afgelopen 2 november moest ik in het land optreden voor een publiek van vierhonderd man. Ik begon met de vraag of iemand bij de datum van 2 november een bepaalde gedachte had.

De zaal dacht na.

Tenslotte riep iemand uit het publiek: “Allerzielen!”. lees verder

Misja Tal door de ogen van Sosonko

Schaken

Monday, November 1st, 2010

De tijd dat K. Schippers het blad Schaakbulletin “het beste literaire tijdschrift van Nederland” noemde, ligt ver achter ons. Schaakbulletin bestaat al heel lang niet meer.

Matten

Maar sinds enige tijd doet het blad Matten een poging om de oude tijden van het mooie schaakverhaal te laten herleven – en dat lukt soms erg aardig. Af en toe snuif je wel eens een spruitjeslucht op, maar dat geldt zeker niet voor de zojuist verschenen aflevering 8, waarin een geweldig artikel staat van Genna Sosonko, getiteld: “En toen plotseling…een jonge man met een naam als een geweerschot!”. lees verder

Het pis- en bloedcircus

Invallen

Monday, November 1st, 2010

Vorige weel keek ik een tijdje naar het WK turnen, dat in Rotterdam werd gehouden. Mooie acrobatiek, maar ik geen liefhebber. Mijn geringe enthousiasme moet iets te maken hebben met het feit dat turnen een jurysport is. Ik houd meer van klassieke sporten, waarbij je meteen kunt zien wie er gewonnen heeft, zoals bij hardlopen, gewichtheffen, voetballen of schaken.

dopingcontrole

Er deden bij het turnen ook meisjes mee, die er overigens meer uitzagen als kinderen. Tegenwoordig is de minimum leeftijd zestien jaar, maar er is een tijd geweest dat hummeltjes van twaalf ook mee mochten doen. En die wonnen vaak, want turnen is een zwaartekrachtsport. lees verder

Harry, Harry en reli-Harry

HUMAN

Monday, November 1st, 2010

Wat verwacht was, werd zeker op zaterdagavond. Harry Mulisch in zijn Amsterdamse huis op 83-jarige leeftijd overleden. Hij was al enige tijd ziek. Lang geleden maagkanker, toen vorig jaar longkanker en ten slotte kanker in de hersenstam. Die werd hem fataal.

Om de auteur van het toneelstuk ‘Tanchelijn’ – over een ketter – te eren, besprak ik al vrijdagavond met Theodor Holman enkele uitspraken van Mulisch over religie en dood.

Ik had de kleine bloemlezing ‘Vergrote raadsels‘  bij me: ‘verklaringen, paradoxen, aforismen, definities, adviezen, wetten en mulischesken’, gekozen door Gerd de Ley. De titel is ontleend aan de uitspraak van Mulisch: “Het beste is, het raadsel te vergroten”.

Maar eerst een foto die door Bert Nienhuis bij mij thuis is genomen op mijn veertigste verjaardag. Mulisch was toen 59. De titel luidt: ‘Harry Mulisch bespeelt het klavier’. In feite was het pianootje een gadget in de vorm van een telefoon.

alt


Harry Mulisch: “Dat ik sterfelijk ben, moet eerst maar eens bewezen worden.”

Een mooie uitspraak, waarvan ik niet weet of hij hem ooit heeft opgeschreven. lees verder

Dat ik sterfelijk ben, moet eerst bewezen worden

Buitenhof

Monday, November 1st, 2010

“Dat ik sterfelijk ben, moet eerst maar eens bewezen worden”, heeft Harry Mulisch eens gezegd. Gisteravond werd dat bewijs dan toch geleverd: op 83-jarige leeftijd is Harry Mulisch overleden. Zijn overlijdensbericht had al verschillende malen te onrechte had gecirculeerd, want ook in de dood bleek Mulisch telkens weer springlevend. Zelfs Christus is niet zo vaak uit de dood opgestaan als Harry Mulisch.

De laatste van de Grote Drie – Hermans, Reve en Mulisch – is nu overleden. Je zou kunnen zeggen dat de twintigste eeuw voor de Nederlandse literatuur is begonnen op 1 september 1921 met de geboorte van Willem Frederik Hermans en op 30 oktober 2010 is geëindigd met de dood van Harry Mulisch.

Harry Mulisch

Harry Mulisch was een fenomeen, een schrijver die altijd weerstanden heeft opgeroepen. “Bestrijd het leed dat Harry Mulisch heet”, was lang het motto van het studentenblad Propria Cures. Maar niemand kan ontkennen dat hij een unieke persoonlijkheid was. Wat anderen voor arrogantie aanzagen, beschouwde hijzelf als een vorm van ironie.

De hóógste vorm van ironie.

In een van zijn romans kijkt de hoofdpersoon, die erg op Harry Mulisch lijkt, terug op zijn leven. En die hoofdpersoon zegt dan: “Ofschoon ik een grondige hekel had aan zelfingenomenheid, ontveins ik mij niet, dat ik vaak onder de indruk was als ik aan mijzelf dacht. Iemand als ik kwam niet alle dagen voor, om het zacht uit te drukken. Als ik aan andere mensen dacht, moest ik wel eens lachen”.

Niemand zal ook ontkennen dat ook het oeuvre van Mulisch uniek is. Er is geen Nederlandse schrijver, van wie er zo veel werk in het buitenland is vertaald. Hij had thuis alle vertalingen – en dat waren er tientallen – keurig op rij staan, zoals in de tijd dat hij nog rookte, ook zijn pijpen keurig in het gelid stonden. Als zoon van een nazievader en een Joodse moeder leefde hij in het bewogen tijdperk van de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging. Het was juist daarom dat hij zo geordend werkte. Hij wist precies wat hij wilde. En hij wist ook precies wie en wat hij was. Hij zei eens: “Ik krijg wel eens brieven van mensen, die schrijven: ik wil schrijver worden. En dan weet ik het al, dat wordt niks. Want je bent een schrijver of je bent het niet. Je kunt geen schrijver worden”.

Dat Mulisch de Nobelprijs niet heeft gekregen, heeft misschien te maken met het feit dat hij zo enthousiast heeft geschreven over Fidel Castro. Later, toen de Cubaanse Revolutie op een dictatuur was opgelopen, zou Mulisch zeggen dat hij niet wilde spugen in de bron waaruit hij had gedronken. Dat bewees dat hij in elk geval een trouw mens was, in de eerste plaats natuurlijk aan zichzelf. Daar kun je smalend over doen, maar het is natuurlijk ook teken van talent.

Op lijstjes met irritante personen scoorde Mulisch altijd hoog, maar tegen het eind van zijn leven is hij op zijn eigen wijze toch nog bij volk en vaderland geliefd geworden, zodat wij nu in alle oprechtheid kunnen zeggen: Harry, totale onsterfelijkheid is niet gelukt, maar wij gaan je erg missen. En je boeken blijven bestaan.

Buitenhof, 31 oktober 2010

Kunst van mijn belastingcenten

Beweringen en bewijzen

Monday, November 1st, 2010

In München ging ik naar La Traviata van Verdi. Het kaartje kostte 133 euro. Een hoop geld. Vorig jaar heb ik La Traviata ook gezien in de Amsterdamse Stopera. Ik geloof dat ik toen voor een kaartje 85 euro heb betaald.

La Traviata 2

Ik vond beide voorstellingen prachtig. De rol van Violetta werd zowel in München als in Amsterdam door een Russische gezongen, zij het niet door dezelfde Russische. De Russische in München (Olesya Golovneva) won van de Russische in Amsterdam (Marina Poplavskaja), maar het de overwinning was heel nipt. Het toneelbeeld en de mise-en-scène waren in Amsterdam veel mooier, waar tegenover staat dat de zaal in München veel imposanter is. lees verder